Citymarketing samenvatting
Waarom doen steden aan citymarketing?
Het gaat de steden om economie en om de toekomst van de stad
Het gaat om winst en bestaansrecht
Om zich te onderscheiden van de andere steden. Waarom?
o Globalisering, de wereld wordt kleiner maar de concurrentie wordt groter.
o Vluchten zijn goedkoper, je voor weinig geld naar Londen of naar Parijs. Waarom kies
je voor de ene stad of toch voor de andere stad?
o Bedrijven vestigen zich niet, zoals vroeger, vanzelfsprekend in West-Europa. Je moet
de bedrijven naar je stad toe trekken.
o Vergrijzing, proberen de rijke gepensioneerden in je stad te krijgen
o Europese eenwording
In een wereld waar alles op elkaar lijkt, moet een stad zich profileren, onderscheiden en excelleren.
Daarom is de strijd om de aandacht van toeristen, bedrijven en investeerders erger, omdat er ook
buiten West-Europa steden in opkomst zijn met een ijzersterke reputatie. Daarom gaat het bij
citymarketing erom dat de voordelen van de stad systematisch worden uitgedragen. Bij citymarketing
gaat het om economisch gewin en om de toekomst van de stad.
Definitie:
Citymarketing is het langetermijnproces en/of het beleidsinstrument bestaande uit verschillende met
elkaar samenhangende activiteiten gericht op het behouden en aantrekken van specifieke
doelgroepen voor een bepaalde stad.
Koude citymarketing: Inspanningen op het trekken van nieuwkomers naar de stad.
Warme citymarketing: Maatregelen voor de eigen bevolking.
Citymarketing richt zich op de 4 B’s:
Bewoners
Bedrijven
Bezoekers
Bollebozen
De stad tussen de oren
Plekken, of het nu gaat om regio’s, steden of openbare ruimtes, doen onbewust een beroep op al
onze zintuigen. We kunnen een plaats niet alleen zien, maar ook horen, ruiken, voelen en proeven. In
een grote stad worden we via onze zintuigen letterlijk gebombardeerd met omgevingsinformatie. Zoals
gebouwen, borden, personen, auto’s, horen pratende en lachende mensen, bedrijvigheid en
verkeersgeluiden etc. De stadis een zintuiglijke totaal ervaring.
In de beleving van steden spelen niet alle zintuigen een even grote rol. Het gezichtsvermogen is
dominant: 70-80% van de hersenen is verbonden met ons visuele systeem. Wat we aan een stad
waarderen, hangt dan ook voor een groot deel af van wat we zien. De menselijke maat is daarbij van
belang. Niet iedereen voelt zich bijvoorbeeld prettig in de Amsterdamse Zuidas. Daarnaast zijn kleuren
ook belangrijk en culturele factoren.
Elke stad is wat ze is geworden en heeft wel iets eigens. Dat is de identiteit van een stad. Iedereen
kijkt anders naar een stad. Iemand die nooit in Amsterdam is geweest heeft een ander beeld van de
stad dan iemand die er elke week komt. Ook verschillende mensen die in Amsterdam wonen kijken er
anders tegenaan. Iemand uit de Bijlmer zal Amsterdam met andere dingen noemen bij de stad dan
iemand die in Amsterdam Noord woont. Door verschillen in voorkennis, ervaringen en
persoonskenmerken heeft iedereen een ander beeld van een stad (mental map) in zijn hoofd. Als
, grotere groepen min of meer hetzelfde beeld van een stad hebben, spreken geografen van een
imago. Onderzoek wijst uit dat mensen negatieve associaties gemiddeld tien keer aan anderen
doorgeven en positieve indrukken zo maar drie keer. Daarom is een slecht imago van een stad
moeilijk ten goede te keren.
Er zijn vijf elementen van de beelddragers van een stad:
Routes. Levensaders van de stad, zoals winkelstraten, kanalen, spoorlijnen en andere
trajecten waarlangs grote groepen mensen zich verplaatsen. (Ramblas in Barcelona,
Koningskade in Den Haag)
Randen. Markante overgangszones, bijvoorbeeld tussen een rivier, bos en de stad.
(Waalkade in Nijmegen, de boulevard in Nice) Randen zijn fotogeniek en vinden we vaak
terug op ansichtkaarten en foto’s van de stad.
Gebieden. Stadsdelen met een eigen karakter, zoals het centrum of een stadswijk. (Het
Arnhemse modekwartier, de Jordaan in Amsterdam en SoHo in Londen)
Knooppunten. Drukke, strategische gelegen plekken waar mensen of activiteiten
samenkomen, zoals marktpleinen, stations en kruispunten van wegen. (Vrijthof in Maastricht,
Grote Markt in Brussel en de Spaanse Trappen in Rome)
Herkenningstekens. Oriëntatiepunten in de stad die door hun afmeting, architectuur,
historische of culturele waarde in het oog springen. (Martinitoren in Groningen, Erasmusbrug
in Rotterdam)
Bewoners en citymarketing
Iedereen woont ergens, maar waarom hebben ze voor die stad gekozen? De Amerikaanse
stedengoeroe Jane Jacobs liet overtuigend zien dat mensen zich het meest thuis voelen in buurten
die aan vier voorwaarden voldoen.
De woonomgeving moet meerdere functies hebben (wonen, werken, recreëren), zodat er op
elk moment van de dag leven op straat is.
Een buurt dient korte bouwblokken, kleine straten en veel groen te hebben. Daardoor hebben
voetgangers volop mogelijkheden om rond te lopen en wordt de kans op toevallige
ontmoetingen groter.
Het is van belang dat de bebouwing voldoende gevarieerd is; een mis van oude en nieuwe
gebouwen verfraait het stadsbeeld.
Een buurt moet een hoge dichtheid en diversiteit aan bewoners hebben, zodat er voldoende
kritische massa is voor een uiteenlopend aanbod van winkels en andere voorzieningen.
Uit een ander onderzoekt blijkt dat men de meeste waarde hecht aan de esthetische kant van hun
woonplaats (mooi stadsbeeld, voldoende groen en wandelpaden) en de mentaliteit van de bevolking
(openheid, vriendelijkheid en tolerantie), maar alleen als de basisvoorwaarden (goede scholen,
veiligheid en betaalbare huizen) op orde zijn.
Mensen zullen niet zomaar van huis, buurt of woonplaats veranderen. Verhuizen is ingrijpend en kost
geld en energie. In de loop der jaren bouwen personen een sociaaleconomische band op met hun
woonplek. Bovendien hebben velen een emotionele binding met hun huis en leefomgeving. Elk jaar
verhuist 10% van de Nederlanders. Tweederde van hun verhuist binnen de gemeente, slechts een
derde vertrekt naar een andere woonplaats.
Steden proberen vaak nieuwe mensen naar hun stad te binden, ze doen vaak aan koude
citymarketing. Maar door deze gegevens is het raadzaam om vooral te investeren in warme
citymarketing.