lOMoARcPSD|2668334
, lOMoARcPSD|2668334
PSYCHOLOGIE – EUR – BLOK 2.5 – VAN BABY TOT BEJAARDE - 2022
COLLEGE 1 - HOOGBEGAAFDHEID
Herkennen, erkennen en ondersteunen van hoogbegaafde kinderen
- Hoogbegaafdheid roept allerlei associaties op laatste jaren erg hot geworden
- Hoog IQ = intelligentiequotient
- Gemiddelde van bevolking op 100 (-/+ 15 normaal)
- Meeste mensen, dwz. ongeveer 68 % tussen 85 en 115
- Vanaf 120, en –aan de andere kant van de schaal, vanaf 75 lopen de percentages sterk terug
- Ongeveer 10% scoort hoger dan 120 (intelligent universitaire potentie)
- Ongeveer 2% hoger dan 130 (=zeer intelligent)
- Niet iedereen die zeer intelligent is, hoeft per se hoogbegaafd te zijn
- Verschil voor iemand met een IQ van 140 met iemand met gemiddeld IQ is vergelijkbaar met verschil dat iemand met
een normaal IQ opmerkt als hij met een zwak begaafde om gaat.
Wat is hoogbegaafdheid?
Joseph Renzulli (1978)
Drieringen model nature
- IQ hoger dan 130
- Doorzettingsvermogen (intrinsiek)
- Creatief denkvermogen
Franz Monks (1985)
Triadisch /multifactorenmodel nurture
- Omgevingsfactoren: gezin, vrienden, school
Testen kinderen
- IQ kom je te weten via goede test
- Bij kinderen 3 tests gangbaar
- Hoogbegaafde kinderen vinden het leuk om te testjes te maken
Son R
- Non verbaal
- Creatief denkvermogen
- Bij hele jonge kinderen (2.5 – 7 jr)
Wisc-III (meest toegepast)
- 13 subtest
- verbale en performale score
- Vanaf 6 jr
, lOMoARcPSD|2668334
Rakit-2
- 4 deelscores: verbale vlotheid, ruimtelijk inzicht, verbaal leren, perceptueel redenen
- Vanaf 6 jr
Delphi consensus definitie (2007) (Maud van Thiel)
Methode van wat iets is: conclusie
- Hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan
- Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard
- Een sensitief en emotioneel mens, intens levend
- Hij of zij schept plezier in creëren
- Adequate signalering van leerkracht in de eerste 6 weken
Valkuilen/moeilijkheden voor niet-bewuste hoogbegaafden
- Aanpassen (conformeren is veilig)
- Niet leren hoe je iets leert, veel HBK op latere leeftijd moeite met omgaan met dingen die niet goed gaan- Geen fouten
durven maken
- Geen vragen stellen (je stelt geen vragen meer als je steeds een bekende antwoord krijgt)
- Niet kunnen samenwerken
- Niet tot een oplossing kunnen komen (wel veel nieuwe vragen)
- Verdwalen in alle mogelijkheden (omdat ze verveeld zijn, omdat ze de klik niet meer hebben of omdat ze gewoon geen
flauw idee hebben wat ze nu heel de dag op school aan het doen zijn)
Hoogbegaafde kleuter die beseft dat zijn hersentjes anders (niet beter!) werken, begrijpt de eigen positie beter
Gave of handicap uit het lijstje lijkt het eerder op een handicap
Op school:
- Nergens bij horen / geen aansluiting vinden
- Gepest worden
- Overgevoeligheid voor prikkels
- Agressie
- Angst
- Apathie/Teruggetrokken
- Onzekerheid
- Perfectionisme
- Hyperactiviteit
- Depressie
Wanneer is onderwijs (ook) voor hoogbegaafde leerlingen geschikt? Hoogbegaafdheid op school
- Leren vanuit inzicht en overzicht (top-down)
Zoals dieren onderscheiden in het dierenrijk qua kenmerken, ipv koe en kip boerderij
, lOMoARcPSD|2668334
- Met grote stappen door de leerstof
Bv eerst beginnen met toets, zodat je weet wat het kind nog moet leren
- Verdiepen en verrijken
- Doelgericht en doelbewust leren (heel belangrijk)
- Aandacht voor leer-strategie
- Ruimte voor creativiteit
Varianten:
- plusonderwijs gr 5/6 (wekelijks een uurtje / een dagdeel)
Er is bijna geen enkel hoogbegaafd kind dat in die plusgroepen terecht komt.
Deze kinderen zijn allang afgehaakt, ze hebben allang geen doel meer om op die school te zitten. Ze kijken naar
buiten of naar het plafond, tellen schaapjes in hun hoofd, tot de bel weer gaat en ze naar huis mogen.
- voltijds hoogbegaafdenonderwijs, waar peers bij elkaar in een klas zitten en er vol aandacht kan zijn voor leren leren,
creativiteit en probleemoplossend denkgedrag
Signaleren: baby – peuter
- Waakzaam, alert
- Oogcontact
- Huilerig, gefrustreerd
- Gevoelig
- Begrip oorzaak-gevolg
- Kleuren en vormen
- Getallen en letters
- Lezen en schrijven (vaak leren ze het al zelf)
- Fantasie en dromen
- Veilig / onveilig
Maureen Neihart (passend onderwijs):
- Zelfsturende autonome leerling De leerling die zich het zelf aanleert.
- Aangepast succesvol De leerling die sociaal gewenste antwoorden geeft, die precies weet wat hij/zij moet weten en
leren om een goed cijfer te halen.
- Onderduikend De onderduikende leerling doet alles om niet op te vallen en ondermijnt hiermee het belang van de
ontwikkeling van zijn of haar begaafdheid. Deze leerling haalt eigenlijk alleen maar zesjes, en doet het minimale om te
slagen.
- Uitdagend creatief Deze leerling heeft behoefte aan erkenning van zijn sterke kanten, wil graag gezien worden, met
name voor zijn creativiteit. Deze leerling neemt eigenlijk van niemand echt zomaar iets aan, en wil zelf tot oplossingen
komen.
- Dubbel bijzonder Deze "dubbel bijzondere" leerling laat naast kenmerken van begaafdheid ook kenmerken van leer-
en/of gedragsproblemen zien. Bijvoorbeeld dyslectisch en hoogbegaafd.
, lOMoARcPSD|2668334
- Risicoleerling – drop out De risicoleerling is creatief en over het algemeen erg gevoelig. Deze leerling loopt risico om
als dropout niet meer deel te kunnen/willen nemen aan het (reguliere) onderwijs. Hij is niet gemotiveerd voor
schoolse taken en zoekt buitenschoolse uitdaging om zijn interesses te volgen.
Diagnosticeren
- Perfectionisme en faalangst
- Verdwalen id mogelijkheden
- Zelfbewust en onzeker
- Cognitie en gevoel
- Labeling en misdiagnose
COLLEGE 2 – PESTEN
Het idee rondom pesten is dat je een goed gevoel over jezelf moet hebben, zodat je dat ook kunt hebben over anderen,
en hierbij is empathie een belangrijke factor.
HECHTING
Hechting = basis
- Voorwaardelijk om met vertrouwen te leren omgaan met jezelf en anderen
- Omgaan met volwassenen
- Omgaan met andere kinderen
- Omgaan met jezelf
Hechting en (Zelf) vertrouwen
- Vertrouwen is de basis voor ontwikkeling
- Kinderen nemen zelf een actieve rol in hun ontwikkeling
- Opdoen van succeservaringen
- Sociale ondersteuning door interactie met volwassenen
SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING 4 – 12 JAAR ONTWIKKELSCHETS
Groep 1-2
- Toenemend ik-besef
- Op zichzelf gerichtheid belemmert inleven in de ander
- Bezig met ontdekken vd wereld
- Niet bezig met pesten
- Als een kind een ander kind slaat/schopt eigenbelang en niet om een ander te kleineren om zo status te verhogen
Groep 3-4
- Toenemend jij en ik-besef
- Besef bij een bepaalde groep te horen (tegelijk zelfde opdracht maken)
- Maar nog geen groepsdynamica