Fysisch onderzoek en brand
Hoorcollege 1
Brandonderzoek
Basiskennis natuurkunde -> in relatie tot brand
Stadia van een brand -> kenmerken, tijdlijn
Gedrag van materialen t.g.v. brand -> indicatoren
Gasinstallatie -> veiligheid, aanvoer, verbranding en afvoer
Elektriciteit -> installatie, welke gevaren
Explosies -> soorten, PD-onderzoek
Als het warmer wordt, ontstaan er meer explosies -> niet duidelijk waarom
Plaats delict heet plaats incident
Het is geen maagdelijke PD -> er lopen veel mensen over de PD, zoals hulpdiensten,
brandweer, politie, buurtbewoners -> sporen raken vernietigd of gecontamineerd dus dan
moet je het onderzoek vooral baseren op tactische informatie zoals verklaringen
Stadia van een brand -> afbeelding dia 5
Grafiek met temperatuur uitgezet tegen de tijd
Natuurlijke brand (in gesloten ruimte)
- In het begin stijgt de temperatuur langzaam. Er gaat steeds meer brandstof meedoen
waardoor de temperatuur nog meer stijgt en de brand groter wordt -> dit is de
groeifase. Rond de 450 graden vindt flash over plaats -> verbrandingsgassen stijgen op
en verzamelen bij het plafond. De gassen hebben een hoge temperatuur en stralen naar
beneden waardoor het materiaal kan ontbranden. Eerst vindt er pyrolyse plaats
waardoor er witte rook komt (buitendampen). Bij de 450 graden ontsteken die gassen
vanzelf. De hele ruimte ontbrand in 1 keer waardoor de temperatuur heel snel stijgt.
Gemiddeld treed flashover op na 20 minuten, maar dat hangt af van de hoeveelheid
aanwezige zuurstof. Flashover komt alleen voor bij natuurlijke brand! Na flashover komt
de brandfase -> alle brandstof in de ruimte doet mee, mits er voldoende zuurstof is.
Langzamer hand neemt de temperatuur af omdat de brandstoffen opbranden en
afnemen -> de dooffase.
Koolwaterstofbrand
- Gaat heel snel naar een hoge temperatuur -> steile verticale lijn
- Daarna blijft de temperatuur een lange tijd constant -> horizontale lijn
- Koolwaterstofbrand = ontbrandbare vloeistoffen -> bevatten veel energie
Externe brand-> brand buiten
- Loopt snel steil op en blijft dan constant (horizontale lijn)
- Lijkt op grafiek van koolwaterstofbrand, maar dan lager -> minder heet, want de hitte
kan gewoon weg gaan -> veel warmte gaat door straling de ruimte in
Standaard brand
- Ontsteekt -> wordt warmer -> gaat langzamer omhoog
- Standaard brandkromme
- Wordt gebruikt bij testen -> gesimuleerde brand met echt vuur
- Deuren, tunnels -> moeten bepaalde tijdsduur een belasting aankunnen
- Temperatuur wordt steeds opgevoerd tot de maximale temperatuur wordt bereikt
Bestrijding -> zie afbeelding dia 6
- Automatische detectie/alarm -> 5 minuten
- Handblussing -> in groeifase, in het begin (rond de 8 minuten)
, - Sprinklers -> ook nog in het begin, voor de flash over (rond de 10 minuten) -> het is niet
zo dat als je een aansteker onder een sprinkler houdt, dat ze allemaal af gaan
- Zuurstoftekort kan optreden waardoor de temperatuur daalt en de brand vanzelf dooft
-> kort na flash over (kan ongeveer rond de 20 minuten)
- Brandweer blust -> na flash over, in de brandfase (rond de 30 minuten)
Warmteoverdracht
Hoe en welke invloed heeft deze op de ontwikkeling?
Vindt plaats als er temperatuurverschil is -> dat kan bij toevoer of afvoer van warmte. Als de
toevoer kan worden afgevoerd, vindt er geen temperatuurverschil plaats
Warmte(overdracht) is niet hetzelfde als de temperatuur
- Temperatuur = maat voor hoe warm of een koud een voorwerp is op een bepaald
moment, het is een toestandsgrootheid
Vormen van warmteoverdracht: geleiding, convectie en straling
Geleiding
- Vindt plaats in vaste lichamen
- Snelheid hangt af van: temperatuurverschil, warmtegeleidingscoëfficiënt (λ in W/mK),
dichtheid (ρ in kg/m3) en de soortelijke warmte (Cp in J/kgK)
- Qgeleiding = λ * (ΔT/d) -> d = te overbruggen afstand voor delta T
- Voorbeeld: houten balk met gips -> gips geleid warmte goed en beschermt het hout
omdat de binnenkant een lage temperatuur houdt -> zie dia 9
- Welk stadium?
Convectie
- Warmteoverdracht van een warm vloeistof of gas van de hittebron naar een koeler
gedeelte van de ruimte
- Snelheid hangt af van: temperatuurverschil, oppervlakte (A in m 2) en snelheid van de
vloeistof of gas (v)
- Qconvectie = α * ΔT -> α = warmteoverdrachtscoëfficient (W/m 2K)
- Speelt tijdens groeifase
Straling
- Belangrijkste!
- Warmteoverdracht van een heter oppervlak naar een koeler oppervlak zonder medium
- Snelheid hangt af van: temperatuurverschil, constante van Boltzmann (σ in W/m 2K4) en
emissiefactor van oppervlak (ε)
- Qstraling = ε * σ * (ΔT4)
- Is van belang bij?
Vragen
- 1a. Welke vormen van energie(-toevoer) zijn er?
Chemische energie, bewegingsenergie, elektrische energie en fysische energie.
- 1b. Welke omzetting kan dan mogelijk een brand of verbranding veroorzaken?
Alle energievormen kunnen worden omgezet in warmte waarbij ze een rol spelen zodra
de ontbrandingstemperatuur van een stof bereikt is om deze te ontsteken. Zie reader
5.2 en 5.3; ontstekingsbronnen.
- 1c. Welke grootheden zijn daarbij van belang en van invloed?
Alleen de temperatuur -> mits er voldoende zuurstof is. Deze temperatuur wordt bereikt
door warmteoverdracht: Qtoevoer > Qafvoer -> zo wordt de ontbrandingstemperatuur bereikt
Tijd, massa (oppervlakte-massa verhouding), druk (dampspanning), vermogen (toevoer
energie per tijdseenheid) en HRR (heat release rate) spelen ook een rol. Tijd; hoeveel
warmte voer je toe per tijdseenheid. Als je weinig toevoer hebt in een lange tijd, kan de
warmte ook weer worden afgevoerd waardoor er geen brand ontstaat.
, - 2. Welke overeenkomsten en/of verschillen zijn er m.b.t. het brandgedrag van vaste
stoffen, vloeistoffen en gassen?
Gassen kunnen direct oxideren en dus verbranden. Vloeistoffen en vaste stoffen kunnen
niet direct verbranden, ze moeten eerst vergassen tot een gas of een damp boven de
vloeistof of het materiaal. Bij een vaste stof heet deze ontleding pyrolyse. Bij vloeistof
speelt de dampspanning een rol -> de vluchtigheid van een stof. De brandsnelheid
verschilt ook -> de brandsnelheid loopt op van vast – vloeistof – gas.
Transport en distributie van gas in Nederland
Gaswinning in grond: druk in grasveld is ongeveer 350 bar -> je hoeft alleen maar een gaatje
te prikken en het gas komt naar boven
Gasunie (GTS -> gastransport) -> hoofdtransportnet 40-80 bar (toevoeging odorant)
Odorant geeft de kenmerkende gas geur want het is gevaarlijk als je niks ruikt
Netbeheerder beheert regionaal distributienet
- Naar gasontvangststations 40 -> 8 bar (grootgebruikers, industrie)
- Wijkstation -> reductie naar 200, 100 of 30 mbar = hoofdleiding in een wijk
- Huis aftakking -> dienstleiding t/m gasmeter
Woning -> binnenleiding 30 mbar
- Aftakking binnenleiding = aansluitleiding gastoestel
Voordbeeld in dia 15
Incidenten/storingen -> graafwerkzaamheden, slijtage, corrosie, aanleg- of montagefout ->
zie dia 16 -> gevolg is explosie of brand
Zone 1 brand
Gevaarlijkste zone
Doel: bepaling verboden zone
HBD: house burning distance = door de warmte sterk aangetaste zone -> dia 20
De straling die een beschermende structuur in brand kan steken. Warmtestralingsintensiteit
vanaf 15/20 kW/m2
Actiekaart aardgas (dia 21) -> interventie bij ondergrondse aardgaspijpleidingen -> in de
tabel kan je kijken of het gas al is ontstoken m.b.v. diameter van de leiding en geluid
Hittestraling
- Zon (warme zomerdag/heftige zon) -> 1 kW/m2
- 3 kW/m2 -> 10 seconde = pijngrens (onbeschermde huid) -> zonder bescherming kan je
je nog in die 10 seconde van de brandhaard verwijderen
- 5 kW/m2 -> pijngres van 5 sec. (onbeschermde huid), na minuten 2 e en 3e graad
brandwonden
- 8 kW/m2 -> 0,1% sterfkans na 20 s
- 10 kW/m2 -> 1% sterfkans na 20 s, koelen installaties om bezwijken te voorkomen, na
minuten secundaire branden
- 12,5 kW/m2 -> 7% sterfkans na 20 s, na seconden 2 e en 3e graad brandwonden
- 20 kW/m2 -> 50% sterfkans na 20 s, na seconden secundaire branden
- 30 kW/m2 -> 10 sec = dodelijk
- 60 kW/m2 -> benzinebrand (rand vlammen)
- 300 kW/m2 -> maximale warmtestraling (rand) LPG BLEVE
Brandonderzoek casus
Rol van FO’er -> scenario’s opstellen, onderzoeksvragen stellen en beantwoorden. Bedenken
wat en hoe je iets gaat onderzoeken..
Casus: explosie gevolgd door brand in een boerderij
Start: situatiebeschrijving en 1e gegevens FO (zie delen PV op BS)