Op de volgende manieren rekenen:
- Getalkennis en weetjes
- Getalkennis en weetjes combineren met basiskennis
- Hulpmiddelen
Hoofdrekenen = handig en flexibel rekenen op basis van bekende getalrelaties en
rekeneigenschappen.
Handig rekenen hoort tot hoofdrekenen
Hoofdrekenen is geen individuele activiteit
Tussenantwoorden op deze manier houden kinderen overzicht en grip op het rekenwerk
Centraal in de hoofdrekenles staat het onderhouden van basisvaardigheden en het oefenen van
bepaalde aanpakken.
Rekenen met analogie = je denkt de nullen van de getallen weg zodat je kleinere getallen overhoudt.
De nulregel bij het delen moet met inzicht worden toegepast. Hiervoor heb je inzicht nodig in de
rekenregel.
Hoofdstuk 2: Groeiend getalbegrip in voorschoolse periode en groep 1 en 2
Ontluikende gecijferdheid = proces waarbij de kinderen grotendeels op eigen kracht gelijdelijk meer
besef krijgen van de verschillende betekenissen en gebruikswijzen van getallen, en de samenhang
daartussen. Voorbeelden:
- Besef krijgen van een aantal
- Opzeggen telrij als versje
- Naspelen resultatief tellen
- Symboliseren op vingers
- Inzetten telrij bij veranderende hoeveelheden
Verschillende betekenissen en functies getallen:
1. Aantal = een getal geeft een aantal aan, het resultaat van de telling de hoeveelheid van 5
dropjes
2. Telgetal = een getal wordt gebruikt om te tellen, het gaat hier om bij het opzeggen van een
versje en is niet bedoeld om een aantal vast te stellen nummer 5 in de telrij
3. Meetgetal = een getal waarbij het meten aan de orde is en een maat wordt gebruikt
leeftijd 5 jaar
4. Naamgetal = een getal dat een naam is tramlijn 5
5. Rekengetal = een getal wordt gebruikt om mee te rekenen 2+3=5
Elementair getalbegrip = ze herkennen verschillende functies van getallen in de dagelijkse
werkelijkheid en leren deze te onderscheiden en te verbinden.
Incidenteel leren = spontane leersituatie
Intentioneel leren = de leerkracht heeft de leersituatie doelbewust gecreëerd
De wiskundige oriëntatie vind plaats in een rijke leeromgeving
- Prentenboeken
- Rekenvertelkist je speelt aan de hand van een prentenboek het verhaal na met
voorwerpen uit de kist
, Verschillende manieren van tellen (grondniveau kan verschillen):
1. Akoestisch tellen = opzeggen van een telrij is een voorwaarde voor het resultief tellen. Het
tussendoel is: De kinderen kunnen minstens tellen tot 10
2. Synchroon tellen = het 1 voor 1 tellen van voorwerpen
Tellen via één-één-relatie = elk kind koppelen aan een ander kind en wat overblijft is meer in
de rij.
Asynchroon tellen = het opzeggen van de telwoorden verloopt niet gelijktijdig met het
aanwijzen van voorwerpen.
Afnummeren = bij het tellen wordt aan elk object een naamgetal gekoppeld (elk kind apart in
de klas tellen, laatste getal is hoeveelheid kinderen)
3. Resultief tellen = het tellen van een hoeveelheid met als bedoeling het aantal (resultaat) te
bepalen.
Een voor een tellen = door een voor een te tellen de hoeveelheid bepalen
Ineens herkennen van de hoeveelheid
4. Verkort tellen = tweestructuur of vijfstructuur (essentieel)
Goede beheersing krijgen over de telrij:
- Begingetal is niet altijd 1
- Terugtellen is van belang
- Zodra voorwerpen onzichtbaar worden
Subiet zien = ineens herkennen van een aantal
Ontwikkeling elementair getalbegrip:
1. Het niveau van contextgebonden tellen en rekenen = in voor hen betekenisvolle situaties
kunnen de kinderen aantallen tot en met 10 tellen etc.
2. Objectgebonden tellen en rekenen = kinderen kunnen aantallen tot en met 10 tellen etc.
(bedekspelletjes)
3. Niveau van pure tellen en rekenen = kale som
Eind groep 2 moeten de leerlingen tot minste 10 kunnen tellen en deze vaardigheid kunnen
toepassen bij het opereren met getallen.
Hoofdstuk 3: Rekenen tot 10,20,100 in groep 3 en 4
Benoemde getallen = getallen komen voor in alledaagse rekensituaties met verschillende
betekenissen
Onbenoemde getallen = getallen in de rekenwereld
Bewerking optellen en aftrekken:
- Bussommen , de bus wordt gebruikt als toepassing voor optellen en aftrekken in context
- Pijlentaal , bussommen oplossen met behulp van pijlentaal, erbij doen wordt genoteerd met
een pijl
Aanwijzend tellen kan dit niet dan moet je een verbeelding maken van de som.
Vijfstructuur gebruiken:
- Maak je gebruik van getalbeelden
- Stap je over op structuren rekenen
- Het concrete handelen wordt steeds meer overgenomen door voorgesteld rekenen
De basis voor het rekenen tot 10 is splitsen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudpunt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.