Een samenvatting van alle (hoor)colleges voor het vak Neurologie en Oogheelkunde van de VU, literatuur. Incl. uitleg tentamenvragen erin verwerkt, afbeeldingen, anatomie
Samenvatting Neurologie en oogheelkunde
OOGHEELKUNDE
ANATOMIE OOG
Algemeen
Pupil = zwart, opening in iris.
Cornea = hoornvlies. Loopt over in sclera = harde oogrok. Ruimte tussen lens en iris =
voorste oogkamer. De achterste oogkamer is alles wat achter de iris zit, hier zit je
oogvocht ook bij.
n. opticus vanuit hersenen mondt uit in oog en splitst zich op in de gele laag genaamd de
retina = laag met uitlopers van n. opticus, waar signaaltransductie plaatsvindt (laag
waarmee je kan zien). Hier zitten de kegeltjes en staafjes → elektrische impuls → via n.
opticus naar optische schors. Boven de retina zit een laag met allerlei vaten = choroid.
Daarboven zit weer de sclera. De plek waar je het beste kan zien, is de blinde vlek/macula
lutea. Het centrale punt in die gele vlek is fovea centralis = het punt waar alle kegeltjes
zitten, dus hier zie je het beste mee.
Het spiertje dat aan de lens vast zit is het corpus ciliare = bij ontspannen wordt lens boller,
bij aanspannen wordt lens platter. De aanhechting van het corpus ciliare aan de lens is het
ligamentum suspensorium.
De ruimte gevuld met oogvocht = corpus vitreum (vitreum is glas, dus wordt ook wel
glasvocht genoemd).
1
,Spieren
Er zijn zes spieren die betrokken zijn bij de oogbewegingen. Ezelsbruggetje: rectus
betekent recht. Op het rechter plaatje is te zien: rectus superior, rectus inferior, rectus
lateralis en rectus medialis. De superior obliques en inferior obliques zitten schuin.
Daar waar de superior obliques aanhecht en via een soort katrolletje (trochlea) naar boven
loopt, is de mediale (neus)zijde.
Zenuwen
Drie oogzenuwen: n. oculomotorius (n. III), n. trochlearis (n. IV) en n. abducens (n. VI).
Ezelsbruggetje: SO4LAR6 (Solar 46). SO staat voor superior obliques, wordt
geïnnerveerd door n. IV (n. trochlearis). LAR staat voor lateralis rectus en die wordt
geïnnerveerd door n. VI (. abducens). Alle overige uitwendige oogspieren worden
geïnnerveerd door de n. III (n. oculomotorius).
2
,VISUS
De n. opticus mondt uit in retina = verzameling van zenuwcellen en receptoren. De
receptoren zijn kegeltjes en staafjes, zij kunnen het licht waarnemen.
- Kegeltje = golflengtes onderscheiden: kleur
- Staafje = lichtperceptie: het zwart-wit
Op bovenstaande afbeelding komt het licht van links naar rechts. Het valt op de kegeltjes en
staafjes → depolarisatie → elektrisch signaal → gaat via schakelcellen (bipolaire cellen en
ganglioncellen) naar uitlopers van n. opticus → naar n. opticus → occipitale cortex. Het
elektrisch signaal gaat dus van rechts naar links, terwijl het licht van links naar rechts gaat
(in deze afbeelding!).
De zenuwbanen met staafjes en kegeltjes komen samen in de retina
en gaan richting n. opticus. Er zijn centers (zie hiernaast), waarbij het
uitmaakt of het licht in het midden valt of in de periferie van zo’n
center. Dit zijn de receptieve velden.
On-center = als het licht in het midden valt, gaat het vuren
(frequentie van actiepotentialen neemt toe). Als het licht in de
periferie valt, neemt de actiepotentiaalfrequentie af →
hyperpolarisatie ganglioncellen, afname actiepotentiaalfrequentie.
Off-center = als het licht in de periferie valt, gaat het vuren
(frequentie van actiepotentialen neemt toe). Als het licht in het
centrum valt, neemt de actiepotentiaalfrequentie af.
3
, Er vindt een kruising van de n. opticus plaats ter hoogte van het chiasma opticum. In de
buurt hiervan ligt de hypofyse. Als mensen een hypofysetumor hebben, kunnen er dus
visusklachten ontstaan.
Het rechteroog wordt in twee helften verdeeld: rechter helft van retina (laterale zijde) en
linker helft van retina (mediale zijde). De mediale zijde gaat kruisen naar de andere kant.
Hetzelfde geldt voor het linkeroog: het mediale gedeelte (rechter helft van retina) kruist naar
overkant. Het mediale gedeelte zorgt ervoor dat je de buitenkant van je gezichtsveld ziet.
Het licht wat van temporaal komt, valt op de mediale zijde van de retina. Let op, het laterale
gedeelte kruist dus niet.
Problemen in optische banen
T = temporaal, M = mediaal. Oranje kruist, paars niet.
Bij 1. wordt je gehele gezichtsveld van je rechteroog geblokkeerd.
Bij 2. zit er een hypofysetumor en wordt het chiasma opticum geblokkeerd (dus de mediale
kant van de retina wordt geblokkeerd). De temporale zijde kan je dan niet meer zien, want
het licht van de temporale zijde valt op de mediale zijde van de retina = temporale
hemianopsie. (temporaal = de temporale zijde, hemi = helft, anopsie = niet kunnen zien)
Bij 3. is er mediale hemianopsie = je kan de mediale zijde van het beeld niet zien, omdat
de laterale kant van de retina wordt geblokkeerd.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Christinep. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.