De samenvatting is gemaakt aan de hand van de methode "LWEO". De samenvatting bevat ook plaatjes en eventuele voorbeelden. Joost Olsthoorn maakt uitlegfilmpjes die aansluiten op de samenvatting. In deze samenvatting draait het vooral om de economische kringloop tussen buitenland, banken, gezinnen ,...
Economie LWEO
Boekje 6: Verdienen en uitgeven
Inkomen verdienen
1. De waarde die wordt toegevoegd aan de inkoopwaarde bij de verkoop noem je de
toegevoegde waarde. Deze wordt ook wel productiewaarde genoemd. Deze
productiewaarde zijn de winst, rente, huur, pacht en loon van een bedrijf.
2. Als een bedrijf werknemers in dienst heeft worden deze uitbetaald. Dit geld is het primaire
inkomen. Om het besteedbaar inkomen te berekenen gebruik je de volgende formule:
Primaire inkomens
– inkomensbelastingen en sociale premies
+ sociale uitkeringen en subsidies/toeslagen
= secundair inkomen
Er zijn ook inkomens die worden verdient zonder bij te dragen aan de productie. Deze worden
overdrachtsinkomens genoemd.
3. Een bedrijfstak is een groep bedrijven die dezelfde soort productie verricht. De volgorde van
bedrijven die deelnemen aan de productie van producten noem je de bedrijfskolom. De
toegevoegde waarde van een van die bedrijven is de omzet min de inkoop. De totale
toegevoegde waarde van een bedrijfskolom is gelijk aan de inkomens van die bedrijfskolom.
De toegevoegde waarde van alle bedrijven van een land is het bbp. Het bruto binnenlands
product. Deze is gelijk aan alle verdiensten.
4. Het inkomen kan stijgen, maar dat wil niet altijd zeggen dat de koopkracht stijgt. Dit komt
omdat de prijzen ook kunnen stijgen. Het reële inkomen kun je berekenen met:
RIC = (NIC/PIC) * 100
Je mag deze ook berekenen met de volgende formule, maar deze is minder precies:
Verandering reëel inkomen = verandering nominaal inkomen – inflatie
5. Om de welvaart van een land te meten kan gebruik worden gemaakt van het bbp per
inwoner. Dan kun je het bbp van verschillende landen met elkaar verglijken. Deze breken je
door het bbp te delen door het aantal inwoners. Het bbp zegt alleen weinig over de welvaart.
Daarom wordt er vaak gebruik gemaakt van het riëel bbp. Deze heeft ook enkele nadelen:
- Reëel bbp zegt niks over de inkomstverdeling
- Vrijwilligers werk of zwart werken is niet meegeteld
- Sommige dingen worden wel bij het inkomen geteld alleen verhogen de welvaart nier
- Er wordt geen rekeninggehouden met de uitputting van milieu
Bij groen bbp wordt er wel rekening gehouden met de natuur. Ook bij HDI wordt met meer
dingen rekening gehouden als alleen het bbp, namelijk ook opleidingsniveau en
volksgezondheid.
6. Je kan de inkomens verdelen over de verschillende productiefactoren. Op macroniveau kun
je hiervoor de loonquote berekenen:
LQ = loon *100
, Binnenlands inkomen
Er zijn ook zelfstandigen die diensten verlenen. Deze bereken je met de
arbeidersinkomensquote:
AIQ = loon + toegerekende loon zelfstandigen *100
Binnenlands inkomen
De economische kringloop
1. De toegevoegde waarde is de verzamelnaam voor de beloningen voor iedereen die bij heeft
gedragen aan de productie. Deze bereken je door de inkoop van goederen en energie van de
omzet af te halen.
Als je de productiewaarden van een land bij elkaar optelt, krijg je het bruto binnenlands
product(bbp). Deze is gelijk aan het bruto binnenlands inkomen. Dit komt door de
economische kringloop. Deze wordt bekeken vanuit macroniveau. Dat komt omdat bedrijven
weer producten kopen van andere bedrijven, en zo gaat dit telkens door. Hiernaast worden
er door huishoudens diensten verricht. De goederenkringloop of reele kringloop loopt in de
tegengestelde richting van de geldkringloop.
2. In de tweede kringloop worden ook banken betrokken en wordt rekening gehouden met het
feit dat gezinnen sparen en bedrijven investeren. Dit doen ze voor bijvoorbeeld
kapitaalgoedren. Hiernaast gelden de volgende formules:
- W=Y
W, binnenlands product
Y, binnenlands inkomen
- W=C+I
C, consumptiegoederen
I, kapitaalgoederen
- Y=C+S
S, besparingen
De geldstromen kunnen groeien of krimpen. De vraag neemt dan toe of af. Bedrijven streven
ernaar om het aanbod net zo groot te maken als de vraag.
3. De kringloop wordt nog uitgebreider als je de overheid en het buitenland erbij betrekt.
C = consumptie
I = investeringen
O = overheidsbestedingen
Cop = personele overheidsconsumptie
Com = materiële overheidssconsumptie
lo = overheidsinvesteringen
E = export
M = import
B = belastingen
S = besparingen
Y = binnenlands inkomen
Ybedr = binnenlands inkomen verdient bij bedrijven
Yo = binnnelands inkomen verdient bij de overheid
O = Cop + Com +lo
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudvesters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.