AK VWO 4 Hoofdstuk 1: Globalisering
Paragraaf 1) Steeds meer grensoverschrijdende interactie
Netwerken
Transportnetwerken zijn netwerken van aanvoer-, doorvoer- en afzetlijnen van grondstoffen,
halffabricaten en eindproducten. De netwerklijnen komen samen in allerlei transportknooppunten.
De absolute ligging is de ligging van een plaats op aarde met coördinaten. De relatieve ligging is de
ligging van een gebied ten opzichte van een ander gebied uitgedrukt in mate van bereikbaarheid in
afstand en tijd. Als de afstand tussen twee gebieden toeneemt neemt de interactie af, dit noem je
afstandsverval. Door transporttechnologie, technologische ontwikkelingen waardoor transport van
goederen makkelijker wordt, nemen interacties tussen gebieden toe. Transnationale en mondiale
netwerken zijn de internationale/wereldwijde fysieke en digitale infrastructuur die nodig is om
mensen, kapitaal en kennis met elkaar te verbinden.
Informatietechnologie
Vroeger duurde het heel lang om kennis uit te wisselen, door informatietechnologie is dat veel korter
geworden. Informatietechnologie zijn technologische innovaties om mobiele informatie uit te
wisselen.
Globalisering
Door de nieuwe technologieën wordt de relatieve afstand, afstand uitgedrukt in reistijd, moeite en
kosten, steeds kleiner, dit noem je tijd-ruimtecompressie. De absolute afstand, afstand in
kilometers, blijft altijd gelijk. Hierdoor is een global village ontstaan, het gevoel dat iedereen
wereldwijd met elkaar in een groot werelddorp woont en met elkaar verbonden is. Globalisering is
het proces waardoor er in toenemende mate economische, politieke en culturele samenhang op de
wereldschaal ontstaat. Globalisering is grensoverschrijdend en zorgt voor samenhang, als gevolg
heeft globalisering wel meer conflict en standaardisering, iedereen gaat meer op elkaar lijken.
Interactietheorie van Ullman
Met de interactietheorie van Ullman kun je interactie tussen gebieden verklaren. Voor ruimtelijke
interactie moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
- Complementariteit-> de gebieden moeten elkaar aanvullen.
- Transporteerbaarheid-> de afstand moet gemakkelijk overbrugbaar zijn.
- Tussenliggende mogelijkheid-> er moet geen andere tussenliggende mogelijkheid zijn.
, Paragraaf 2) Ontstaan van centrum en periferie
Hegemoniale staten
Een hegemoniale staat is een land dat met behulp van politieke, economische, financiële en militaire
middelen een overheersende rol speelt in de wereldorde, momenteel de VS. Door globalisering staat
de VS onder druk door opkomende landen zoals China.
Europa als wereldmacht
Vanuit Europa begon aan het eind van de 15 e eeuw het kolonialisme, de periode waarin West-
Europese landen overzeese gebieden bezetten uit economische en strategische overwegingen.
Hierdoor begon Europeanisering, een proces waarbij inwoners van kolonien zich aan moesten
passen aan de Europeese normen en gewoonten.
Fase 1: handelskolonialisme
Tussen 16e en 20e eeuw kolonialiseerde vooral Spanje, Portugal, Nederland en Groot-Brittannië grote
delen van Amerika, Afrika en Azië. De koloniën leverde inheemse producten zoals specerijen zijden
koffie en later mijnbouw.
Fase 2: imperialisme (exploitatiekolonialisme)
Sinds de stoommachine in Engeland is uitgevonden veranderde het een en ander. De welvaart nam
toe en daardoor de bevolkingsgroei, hierdoor waren meer grondstoffen nodig. Er was veel
concurrentie tussen Europeese landen. Alle landen paste imperialisme toe, proces waarbij landen
hun macht uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen. Voor koloniën trad
hierdoor nadelige ruilvoetverslechtering op, de verhouding tussen de prijs van exportgerichte en
importgerichte producten was nadelig. Afrika is ingedeeld tijdens de Afrika-conferentie (1894-1895).
Fase 3: dekolonisatie
Tijdens de kolonisatie van Afrika begon Midden- en Zuid-Amerika aan dekolonisatie, hierbij worden
de koloniën zelfstandig van hun moederland. Dekolonisatie ging vaak gepaard met veel geweld. Ook
was er in deze landen een grote sociale ongelijkheid, grote verschillen in welvaart in de bevolking.
Tussen de voormalige koloniën en de Europese landen waren grote verschillen in welvaart, regionale
ongelijkheid.
Centrum en periferie
Door de grote welvaartsverschillen tussen het centrum (rijke (Europese) landen) en periferie
(voormalige koloniën) ontstond er een internationale arbeidsverdeling. Hierbij produceert elk land
waar die goed in is, de periferie grondstoffen voor het centrum die het centrum weer in producten
omzette die ze aan de periferie verkoopte.
Theorie van cumulatieve causatie
Backwash-effect is het verschijnsel dat uit armere gebieden kapitaal, grondstoffen en mensen
worden onttrokken voor de economie van rijkere gebieden. Het backwash-effect weegt meestal
zwaarder dan het spread-effect, het verschijnsel dat de periferie profijt heeft van economische
ontwikkeling in het centrum. De cumulatieve causatie is de theorie van Myrdal die stelt dat de groei
van economische activiteiten en welvaart in het centrum zichzelf versterkt en uitbreidt ten koste van
de werkgelegenheid en welvaart in de periferie.