1.Geef de definitie van sociale psychologie in je eigen woorden. Het bestuderen van externe
invloeden die effect hebben op menselijk gedrag
2.Bij welke wetenschappelijke discipline (sociale psychologie, filosofie, antropologie, sociologie of
persoonlijkheidsleer) horen onderstaande uitspraken / vragen:
Ze stellen hypothesen op die gebaseerd zijn op theorie en toetsen deze hypothesen in een
experiment. Sociale Psychologie
3.Een openbaar onderwijssysteem draagt bij aan het doorbreken van sociale klassen in een
samenleving. Sociologie
4.Welke eigenschappen hebben mensen die te hard rijden in het verkeer? Persoonlijkheidsleer
5.Hoe beïnvloeden belastingmaatregelen op tabakswaren de volksgezondheid? Sociologie
6.We worden allemaal beïnvloed door andere mensen en dit fenomeen wordt … genoemd. Sociale
invloed
7.Wat voor type mensen is meer geneigd om zijn afspraken na te komen? Persoonlijkheidsleer
8.Het is gericht op het individu Sociale Psychologie
9.Het is gericht op de samenleving (o.a. sociale systemen, instanties, specifieke sociale groepen
binnen de samenleving) Sociologie
10.Leren is effectiever wanneer het een actief proces is dan wanneer het een passief proces is
(omdat je dan de leerstof moet waarnemen , begrijpen en interpreteren, oftewel een „construct”
maken van de leerstof). Sociale Psychologie
11.Heb jij vandaag of gisteren zelf sociale invloed ervaren? Of heb je misschien zelf het gedrag van
iemand bewust of onbewust beïnvloed? Noem 1 voorbeeld. Was je je bewust van de sociale invloed
in die situatie? Mijn vader met koffie omkopen zodat hij in een betere stemming zou zijn om een
beslissing te nemen in mijn eigen voordeel
1.2 De macht van de situatie
1. Lees de casus van Afra. mini-casus: Afra
Afra heeft de zelfstudieopdrachten niet gemaakt voor het eerste praktijkcollege van sociale
psychologie. Ze vertelt de praktijklesdocent dat ze de opdrachten niet gemaakt heeft.
Wat voor soort vragen zou een leek aan Afra stellen om de situatie helder te krijgen, verzin er twee.
Waarom heb je ze niet gemaakt? Heb je geen tijd gehad om ze te maken? -> Een leek betrekt sneller
emotie erbij en zou dus boos worden
Wat voor soort vragen zou een sociaal psycholoog stellen om de situatie goed te begrijpen, verzin er
twee. Welke invloed heeft er voor gezorgd dat je ze niet gemaakt hebt? Welke invloeden zorgen
,ervoor dat je ze wel maakt de volgende keer? -> Sociaal psycholoog is objectiever op zoek naar
oorzaken en vertoont meer empathie
2. Geef de definitie van de fundamentele attributiefout in eigen woorden. Bij een gebeurtenis de
oorzaak toeschrijven aan interne factoren van de persoon
De docent van Afra maakt de fundamentele attributiefout met betrekking tot Afra. Wat denkt de
docent over het feit dat Afra de opdrachten niet gemaakt heeft? Dat ze er geen zin in zou hebben en
het daarom niet heeft gedaan.
3.Heb je zelf wel eens de fundamentele attributiefout gemaakt? Of heeft iemand deze denkfout over
jou gemaakt? Beschrijf 1 voorbeeld uit eigen ervaring. Wanneer iemand zich op het werk ziekmeldt,
er vanuit gaan dat diegene gewoon geen zin heeft.
4. Een onderzoek van Samuels en Ross (2004) wordt beschreven op p. 11-12. De onderzoekers
lieten studenten een spel spelen in duo’s waarbij geld verdeeld moest worden. Ze onderzochten of
studenten het geld op coöperatieve wijze verdeelden of op competitieve wijze.
Weet je wat een determinant is? Zoek dat dan even op in hoofdstuk 1. Een bepalende factor in een
ontwikkeling of toestand
Welke twee determinanten werden in dit experiment onderzocht? De naam van het spel en het
geuitte gedrag a.d.h.v. persoonlijkheid
Wat is volgens jou de sociale norm bij het spelen van het Beursspel? Zoveel mogelijk geld bij elkaar
krijgen voor jezelf
Wat is volgens jou de sociale norm bij het spelen van het Gemeenschapsspel? Samenwerken om
zoveel mogelijk geld te krijgen voor de gemeenschap
Wat is de conclusie van het onderzoek Samuels en Ross (2004)? Dat de titel van het spel van invloed
was op het vertoonde spelgedrag ongeacht een coöperatieve of competitieve inslag van de spelers
1.3 De macht van sociale interpretatie
1. Noem een voorbeeld van naïef realisme uit je eigen ervaring. Ik zie de kleur blauw maar iemand
anders vind het meer groen, daarom denk ik dat hij of zij het niet goed ziet
1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
1.Welke twee fundamentele menselijke motieven voor gedrag worden genoemd in deze paragraaf?
Het motief van eigenwaarde en het motief van accuraat waarnemen
2.Geef twee voorbeelden uit je eigen ervaring waaruit blijkt dat deze twee motieven ook jouw
gedrag beïnvloeden. Ik zie mezelf graag als georganiseerd en gestructureerd maar anderen kunnen
dit zien als neurotisch en dwangmatig (eigenwaarde motief). / Wanneer iemand mij een kortaf, snel
en duidelijk antwoord geeft, denken te weten dat diegene boos op mij is. (accuraat waarnemen)
3.Lees de casus Reynaert. Hoe verklaren we in de sociale psychologie wat Reynaert aan het einde
zegt? Hij zet zichzelf in een positief daglicht door accuraat waar te nemen -> Feit: Het lukt hem niet
op de druiven te pakken Gevolg-> Hierdoor praat hij in op zijn eigenwaarde door te zeggen dat hij ze
toch niet hoeft.
, casus Reynaert:
In een middeleeuwse fabel van Jean DeLafontaine staat:
'Reynaert de vos zag eens een tros druiven hangen aan een druivenstok. Watertandend probeerde
hij het sappige fruit te pakken te krijgen, maar hoe hoog hij ook sprong, hij kon er niet bij. Na
ettelijke vergeefse pogingen liet hij de tros maar hangen en liep moe en teleurgesteld weg. "Ik
moet ze ook niet, want ik weet trouwens zeker dat ze toch zuur zijn," gromde hij nog.'
4.Geef in je eigen woorden de definitie van sociale cognitie Hoe we informatie ontvangen, verwerken
en opslaan om op die basis beslissingen te nemen
1.5 Sociale psychologie en maatschappelijke problemen
1. In het boek worden een paar maatschappelijke problemen genoemd waarbij kennis uit de sociale
psychologie goed ingezet zou kunnen worden. Welke maatschappelijke problemen ken je nog meer?
Voor welke zou je volgens jou ook kennis uit de sociale psychologie kunnen inzetten? Welke niet?
Welke invloed technologie heeft op ons gedrag (wat gebeurd er als je dat wegneemt?), Hoeveel
invloed heeft een onzichtbare beslisser op ons groepsgedrag?
Ik zou het niet inzetten bij experimenten die significant invloed uitoefenen op iemands kwaliteit
van leven, het moet wel leuk blijven voor de experimentele groep.
Hoofdstuk 3
3.1 De sociale denker
1.Geef voorbeelden van automatische sociale cognities uit je eigen leven. Het bijwonen van een
bruiloft (bekende gebeurtenis)
2.Geef voorbeelden van gecontroleerde sociale cognities uit je eigen leven. Het kiezen van een
opleiding of baan
3.2 Op de automatische piloot
1.Leg uit wat het verschil is tussen een schema en een script. Een schema is een soort
referentiekader van de gebeurtenis an sich en een script is wat er gebeurt en verwacht word van jou
als persoon in die gebeurtenis
2.Wat is het nut van schema’s? Ze helpen ons informatie te organiseren en te interpreteren
3.Wat is, op basis van de theorie van toegankelijkheid van schema’s en selffulfilling prophecy, de
optimale houding van docenten tegenover studenten. En wat voor gedrag van docenten hoort
hierbij? Het aannemen van een objectieve houding en het vragen van feedback van studenten
Bij het beoordelen van een verslag gaat een docent als volgt te werk: Als uitgangspunt neemt de
docent dat iedereen een 7 heeft. Al lezend in het verslag wordt dit cijfer naar boven of naar beneden
bijgesteld, al naar gelang de kwaliteit van het geschrevene.
4.Van welke heuristiek maakt deze docent gebruik? Beargumenteer waarom dit geen goede aanpak
is (wat is de valkuil van deze heuristiek) De Anker en correctieheuristiek; de valkuil hiervan is dat er
onvoldoende gecorrigeerd word en sommige studenten een minder hoog cijfer ontvangen dan waar
ze eigenlijk recht op hebben (of andersom)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SaxionDeventer20212022. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.