Kunstgeschiedenis
De hele zooi
,Dag strijders van me,
Ik zal het kort houden, want jullie willen natuurlijk heel graag de geschiedenis van de
kunst leren. Ik ga niet voor je liegen, sommige hoofdstukken zijn karig (voor sommigen
misschien wel meer dan dat), maar er zit vooral heel veel moois tussen.
Als je weinig tijd hebt en schrikt van de hoeveelheid bladzijden: het zijn vooral plaatjes,
het aantal woorden valt best mee. Het hoofdstuk met de meeste tekst bestaat uit 500
woorden (die fucking Grieken), daarna is het sowieso onder de 350, vanaf het
postmodernisme zelfs onder de 100.
Ik ga ook even zeggen dat het niet mijn schuld is als je een onvoldoende haalt (ja, dit is
een persoonlijke aanval naar iemand), maar jullie halen natuurlijk allemaal een goed
cijfer. De kans dat er typfouten in staan is 100%, dit is namelijk geen tekstboek (ook een
persoonlijke aanval naar iemand). Goed, genoeg geluld en gezeken (mooie alliteratie).
Heel veel succes, geniet ervan en sterkte op het examen.
2
, Inhoudsopgave
Oudheid 5
Inleiding 6
Prehistorie 7
Grieken 8
Romeinen 10
Oude beschavingen 11
Middeleeuwen 12
Inleiding 13
Byzantijnse kunst 14
Romaans 15
Gotiek 16
Renaissance 17
Inleiding 18
Maniërisme 19
Barok 20
Rococo 22
Neoclassicisme 23
Negentiende eeuw 24
Inleiding 25
Romantiek 26
Realisme 27
Arts and Crafts & Jugendstil 28
Impressionisme 30
Postimpressionisme 31
Japanse prenten 32
Modernisme 33
Inleiding 34
Expressionisme 35
Kubisme 36
Futurisme 37
Constructivisme 38
De Stijl 39
Bauhaus 40
Functionalistische architectuur 41
Art Deco 42
Dadaïsme 43
Surrealisme 44
Socialistisch realisme en nationaalsocialisme 45
Modernisme en niet-westerse kunst 46
3
,Postmodernisme 47
Inleiding 48
Postmodernistisch denken 49
Abstract expressionisme 50
Cobra 51
Popart 52
Hyperrealisme 53
Opart 54
Minimalisme 55
Conceptkunst 56
Happening, performance en bodyart 57
Environments 58
Landart 59
Arte povera 60
Kinetische kunst 61
Lichtkunst 62
Graffiti en streetart 63
Neo-expressionisme 64
Architectuur en toegepaste kunst 65
Fotografie en videokunst 66
Hedendaags 67
Ai Weiwei 68
Damien Hirst 69
Grayson Perry 70
Anish Kapoor 71
Marlene Dumas 72
Atelier Van Lieshout 73
Takashi Murakami 74
Assemble 75
4
,Oudheid
tot ca. 476 n.Chr.
Prehistorie, Grieken, Romeinen,
Oude beschavingen
5
, Inleiding
___________________________________________________________________________
Welkom bij het eerste hoofdstuk, de Oudheid! Je hebt je vast wel eens afgevraagd waarom we
zo weinig kunst uit de Oudheid terugvinden (of niet). Het antwoord daarop is simpel:
1. De mensen waren nomaden, ze leefden niet op één plek
2. Veel materiaal is vergaan
3. Er zijn geen schriftelijke bronnen
In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt tussen de prehistorie en de klassieke oudheid, met
de Grieken en Romeinen. De Grieken en Romeinen verspreidden hun kunst op verschillende
manieren:
- De Grieken hadden een hoogontwikkelde cultuur van filosofen en schrijvers, waardoor
informatie over de beeldende kunst en architectuur kon worden vastgelegd
- De Romeinen waren veroveraars, zij verspreidden hun werk door middel van
propaganda (denk aan portretten van keizers op munten)
Voordat je denkt: Madelief, wat is dit voor westers gedoe? Treur niet! We leren in dit hoofdstuk
ook over de oude beschavingen, de volkeren in Egypte, Mesopotamië, Midden-Amerika en
Afrika. Kunstontwikkelingen zijn plaats- en tijdafhankelijk; zo loopt de tijd van de farao’s in
Egypte en de primitievere steen- en bronstijd in Europa tegelijk. Een ander voorbeeld is dat men
vaak denkt dat de Griekse beschaving verdween toen de Romeinen groot werden (spoiler alert:
dat is niet zo). Neem de indeling van dit hoofdstuk dus met een korreltje zout!
Veel leerplezier!
6
, Prehistorie
tot ca. 800 v.Chr.
___________________________________________________________________________
Over prehistorische kunst is te weinig bekend om concrete conclusies te trekken, omdat men
niet kon lezen en schrijven, er zijn dus geen schriftelijke bronnen. We weten ongeveer wat bij
welk volk hoort, omdat vindlocaties en ouderdom daar aanwijzingen over kunnen geven.
Venus van Willendorf
- Kleine sculpturen van vrouwfiguren met grote rondingen, uit Willendorf, Oostenrijk
- De kalksteen waarvan het beeldje gemaakt wordt komt niet voor in Oostenrijk, dus
waarschijnlijk komt het oorspronkelijk ergens anders vandaan
- Het gezicht is niet te zien vanwege het gevlochten haar rondom het hoofd
- Het beeldje kan niet staan, het is bedoeld om vast te houden: makkelijk voor nomaden
- Misschien is de vrouw zwanger en is het beeldje een vruchtbaarheidssymbool
Grotschilderingen
- Grotschilderingen en -tekeningen zijn bewaard gebleven vanwege hun locatie, de
grotten zijn donker en hebben een constant klimaat
- De oudst bekende grotschildering is in Indonesië (bijna 40.000 jaar oud!)
- Als ‘verf’ gebruikte men gekleurde aarde, witte kalk, klei en zwarte houtskool, daarom
hebben alle grotschilderingen ongeveer dezelfde kleuren
- Dieren en abstracte vormen (nauwelijks mensen, waren ze niet toe in staat)
- Grotschilderen kunnen meerdere redenen hebben: decoreren voor de lol, informatie
vastleggen, communiceren, macht over de natuur krijgen of (de meest waarschijnlijke
optie) de grotschilderingen hadden een magische of rituele functie
Megalitische constructies
- Bouwwerken van enorme stenen, zoals de hunebedden en Stonehenge
- Vaak waren dit rituele plekken, aangezien er crematie- en offerresten gevonden zijn
7
, Grieken
800 v.Chr – 150 v.Chr
___________________________________________________________________________
Over de Griekse kunst en cultuur is veel bekend, omdat:
- De Grieken konden schrijven, dus er zijn schriftelijke bronnen
- Vondsten bij opgravingen en andere overblijfselen
Toch is veel kunst kapotgegaan of kwijtgeraakt, omdat:
- Materialen werden hergebruikt (bijvoorbeeld: bronzen beelden werden omgesmolten)
- Grieken schilderden op hout, daarom zijn er bijna geen schilderijen over
- De verf is in verloop van tijd van beelden en gebouwen gesleten (beroemde Griekse
tempels en beelden waren dus van oorsprong helemaal niet wit!)
Vazen
Op Griekse vazen staan soms geometrische patronen die de Grieken overnamen
van eerdere periodes. De vazen uit de archaïsche periode zijn te herkennen aan
symmetrie, strakke patronen en gestileerde figuren, wat past bij de tijdsgeest (hier
later meer over) zwartfigurige vaas
- Bij zwartfigurige vazen worden de figuren met kleislib op een rode vaas
aangebracht, wat bij het bakken zwart wordt. De rode details worden er
later uitgekrast (deze vazen zijn vaak ouder dan rode)
- Bij roodfigurige vazen wordt de achtergrond zwart gemaakt en de rode
figuren worden uitgespaard en uitgekrast. De zwarte details worden
erop geschilderd. Hierdoor kan gedetailleerder en levensechter gewerkt
roodfigurige vaas
worden
Beeldhouwkunst
Archaïsche periode
- 800 v.Chr. – 480 v.Chr.
- Frontaal, statig, stijf, hoekig, gestileerd
- Archaïsche glimlach: bijna enge, nietszeggende glimlach, niks achter die ogen
- Armen hangen langs het lichaam naar beneden, gebalde vuisten
- Er is bijna geen sprake van anatomie
Klassieke periode
- 480 v.Chr. – 323 v.Chr. (periode waarin de Grieken de Perzen verslaan)
- Contraposthouding; een standbeen en een speelbeen (dynamische uitstraling)
- Er is aandacht voor de anatomie, beelden hebben vaak ideale verhoudingen
- Beelden komen steeds dichter bij de realiteit
- Schoonheidsideaal
- Beelden rusten i.v.m. stevigheid op een steunblok; marmer was zwaar!
8