Samenvatting van module 5 Verloskunde jaar 1. *OOK GESCHIKT VOOR SELECTIE VERLOSKUNDE*
De samenvatting is gebaseerd op alle verplichte literatuur, colleges en studietaken. Zelf heb ik met deze samenvatting een 8 gehaald voor het tentamen van module 5. De samenvatting is niet lang, maar bevat alle...
Samenvatting Module 5 verloskunde: Hart en
longen – 1
,Inhoud
1. embryologische ontwikkeling hart en bloedvaten ................................................................................................................................................ 3
3. foetale circulatie en overgang intra-uterien naar extra-uterien .......................................................................................................................... 10
2 en 4. meest voorkomende hartafwijkingen en bijbehorende hemodynamiek + afwijkende embryologische ontwikkeling ............................... 14
4. anatomie en fysiologie van het hart .................................................................................................................................................................... 18
6. hartcyclus: diastole en systole ............................................................................................................................................................................. 19
7. prikkelvorming en prikkelgeleiding in het hart .................................................................................................................................................... 21
8. elementen van het elektrocardiogram ................................................................................................................................................................ 22
9. Afwijkingen op het ECG ....................................................................................................................................................................................... 22
10. neurologische en hormonale regulatie .............................................................................................................................................................. 23
1. erytropoëse beschrijven bij foetus en volwassene .............................................................................................................................................. 27
2. aan zwangerschap gerelateerde bloedveranderingen beschrijven ..................................................................................................................... 29
3. pathofysiologie, diagnostiek en behandeling van anemie (KNOV-standaard Anemie) & hemoglobinopathie ................................................... 30
4. normaal verloop hemostase buiten zwangerschap en meest voorkomende stollingsfawijkingen ..................................................................... 35
5. verloop hemostase in zwangerschap en effecten op stollingsafwijkingen .......................................................................................................... 38
6. bloedgroepsystemen en maatregelen voor preventie screening en diagnostiek van bloedgroepincompatibiliteit in de zwangerschap ........... 38
7. trombose ............................................................................................................................................................................................................. 44
8. Neonatale en maternale complicaties ................................................................................................................................................................. 45
1. Hormonale en neurologische regulatiemechanismen van de bloeddruk ............................................................................................................ 47
2. Aanpassingen aan het cardiovasculair systeem in de zwangerschap .................................................................................................................. 50
3. Pathofysiologie van oedeem ............................................................................................................................................................................... 53
4. Vier oorzaken, symptomen en behandeling van shock ....................................................................................................................................... 53
5. Transportmechanisme van moleculen binnen en tussen cellen .......................................................................................................................... 55
6 osmose ; hypertoon en hypotoon ........................................................................................................................................................................ 56
7. Klachten aan het cardiovasculaire systeem ......................................................................................................................................................... 58
1. prevalentie en definitie van: ................................................................................................................................................................................ 59
2. pathofysiologie hypertensieve aandoeningen ..................................................................................................................................................... 60
3. screening en diagnostiek hypertensieve aandoeningen ...................................................................................................................................... 61
4. klachten en symptomen hypertensieve aandoeningen ....................................................................................................................................... 63
5. prognose en gerelateerde complicaties .............................................................................................................................................................. 63
6. KNOV standaard Hypertensie .............................................................................................................................................................................. 63
7. antihypertensiva .................................................................................................................................................................................................. 67
8. methodologie ...................................................................................................................................................................................................... 67
1. foetale groeivertraging als ziektebeeld en kenmerken van foetale groeivertraging ........................................................................................... 69
2. risicofactoren foetale groeivertraging & verklaring risicofactoren ...................................................................................................................... 71
3. pathofysiologische verstoringen als gevolg van groeivertraging & complicaties ................................................................................................ 72
4. methodes voor opsporen foetale groeivertraging en diagnostische waarde ...................................................................................................... 74
5. principes dopplerflowmeting .............................................................................................................................................................................. 75
2
,1. embryologische ontwikkeling hart en bloedvaten
EMBRYOLOGISCHE ONTWIKKELING HART
Het zijplaatmesoderm bestaat uit een somatische laag en een viscerale laag. De viscerale laag is voor een groot deel
verantwoordelijk voor de vorming van het hart.
In de 3e week worden het eerste en het tweede hartveld gevormd uit het visceraal mesoderm. Het hartveld ligt
craniaal boven het oropharyngeaal membraan.
Endocardiale cellen splitsen zich af van het viscerale mesoderm en vormen twee hartbuizen en twee pericardholtes.
Tijdens het lateraal vouwen van het embryo worden beide hartbuizen samengevoegd tot één hartbuis die in de
pericardholte ligt. Het dorsaal mesocardium bevestigt de hartbuis aan de pericardholte aan het begin van de 4e
week
Het dorsaal mesocardium verdwijnt waardoor er een opening ontstaat tussen de linker- en rechterkant van de
pericardholte. Dit is de transversale pericardiale sinus die wordt gevormd aan het einde van de 4e week
- De buitenste laag van de hartbuis (myocardium) wordt gevormd uit visceraal mesoderm
- De middelste laag van de hartbuis (cardiac jelly) wordt gevormd uit visceraal mesoderm
- De binnenste laag van de hartbuis (endocardium) wordt gevormd uit visceraal mesoderm
Bij het vouwen van het embryo komt de pericardholte caudaal van het oropharyngeaal membraan te liggen
Het buisvormige hart wordt langer en gaat verdikkingen vormen
Van boven naar beneden zijn dit: truncus arteriosus – bulbus cordis – primordiaal ventrikel – primordiaal atrium –
sinus venosus
- Boven de truncus arteriosus ligt de aortic sac. Uit de aortic
sac ontspringen de kieuwboogarteriën die uiteindelijk
uitkomen in de dorsale aorta
- De aortic sac vormt later het outflow tract
- Bulbus cordis vormt het linker ventrikel
- Primordiaal ventrikel wordt het rechter ventrikel
- Primordiaal atrium wordt de beide atria
Bloed stroomt de hartbuis in via de sinus venosus en stroomt de
hartbuis uit via de dorsale aorta
Er stromen drie vaten naar de sinus venosus
- vv. cardinalis afkomstig uit het embryo
- vv. umbilicalis afkomstig van de placenta
- vv. vitellinae afkomstig van de dooierzak
3
,Tijdens de 4e week ondergaat het buisvormige hart rechtshandig looping waarbij de bulboventriculaire lus wordt
gevormd. Door de vorming van deze lus wijst de hartpunt naar links
Bij het buigen van het buisvormige hart komen de atria en de sinus venosus dorsaal te liggen ten opzichte van de
truncus arteriosus ; ventrikels en bulbus cordis
Richting het einde van de 4e week ontwikkelt de sinus venosus sinushoorns. Er is een linker en rechter sinushoorn
Bloed uit de sinus venosus komt het primordiaal atrium binnen en stroomt vervolgens via het atrioventriculair kanaal
naar het primordiaal ventrikel.
Als de ventrikel samentrekt stroomt er bloed door de bulbus cordis en de truncus arteriosus naar de aortic sac.
Dit bloed komt vervolgens eerst in de kieuwboogarteriën terecht. De kieuwboogarteriën monden uit in de dorsale
aorta waar het bloed naar de rest van het embryo stroomt
Tegen het einde van de 4e week vormen atrioventriculaire endocardkussens. De endocardkussens ontwikkelen zich
uit de cardiac jelly en uit neurale lijstcellen
Tijdens de 5e week ontwikkelen mesenchymcellen in de endocardkussens en groeien de endocardkussens naar elkaar
toe (afbeelding c). De endocardkussen verdelen het atrioventriculaire kanaal waardoor er een linker atrioventriculair
en een rechter atrioventriculair kanaal is (afbeelding d).
De endocardkussens vormen de atrioventriculaire kleppen (av-kleppen)
Aan het begin van de 4e week wordt het primordiaal atrium verdeelt in een linker atrium en een rechter atrium door
het samengroeien van het septum primum en het septum secundum
4
,Het septum primum vormt uit de bovenkant van het primordiaal atrium en groeit richting het endocardkussen.
Tussen het septum primum en het endocardkussen blijft een ruimte over die het foramen primum vormt (afbeelding
d)
Voor het verdwijnen van het foramen primum vindt er apoptose plaats in het septum primum waardoor er
openingen ontstaan in het septum primum (foramen secundum). Het foramen secundum zorgt ervoor dat er o2-rijk
bloed van het rechter atrium naar het linker atrium gaat
Het septum primum groeit verder richting het endocardkussen. Het endocardkussen en het septum primum groeien
uiteindelijk aan elkaar vast waardoor het foramen primum verdwijnt en het foramen secundum overblijft
Het septum secundum vormt uit de wand van het rechter atrium. Tijdens de 5e en 6e week groeit het septum
secundum richting het septum primum waarbij het septum secundum het foramen secundum overlapt (afbeelding f)
Door het uitgroeien van het septum secundum ontstaat het foramen ovale en verdwijnt het foramen secundum
(afbeelding f)
De klep van het foramen ovale wordt gevormd uit het deel van het septum primum dat aan het endocardkussen vast
zit
5
, Veranderingen in de sinus venosus
De v. Cava superior wordt gevormd uit de v. Cardinalis anterior dextra en de v. Communis cardinalis dextra
Aan het einde van de 4e week is de rechter sinushoorn groter dan de linker sinushoorn. De rechter sinushoorn
ontvangt al het bloed uit de v. Cava superior ; v. Cava inferior en placenta
De sinus venosus komt oorspronkelijk uit in het rechter atrium. De linker sinushoorn wordt de coronaire sinus en de
rechter sinushoorn wordt opgenomen in het rechter atrium
Het gladde gedeelte van het rechter atrium (sinus venarum) ontstaat uit de sinus venosus en het ruwe gedeelte
ontstaat uit het primordiaal atrium. Beide gedeeltes worden van elkaar gescheiden door de crista terminalis
Het groeien van het linker atrium zorgt ervoor dat de primordiale v. Pulmonalis en zijn vertakkingen in het linker
atrium worden opgenomen waardoor er vier v. Pulmonalis ontstaan
Het linker atrium wordt voor een groot deel gevormd door de opname van de v. Pulmonalis
Splitsen van de ventrikels begint met de vorming van het interventriculair septum op de bodem van het hart. Het
spiergedeelte van het interventriculair septum wordt gevormd door myocyten
Tot de 7e week zit er een ruimte tussen het interventriculair septum en het endocardkussen, het interventriculair
foramen
Het interventriculair foramen sluit aan het einde van de 7e week doordat de bulbaire richels (afkomstig van de
bulbus cordis) samengroeien met endocardkussens
- Bulbaire richels ontstaan in de 5e week door proliferatie van neurale lijstmesenchymcellen in de wand van
de bulbus cordis
Het membraneuze gedeelte van het interventriculair septum wordt gevormd door cellen uit het endocardkssen en
neurale lijstcellen
Na het sluiten van het interventriculair foramen en de vorming van het membraneuze septum staat de truncus
pulmonalis in verbinding met de rechter ventrikel en staat de aorta in verbinding met de linker ventrikel
Door cavitatie van de ventrikelwanden ontstaan trabeculae carneae die de musculi papillares en de chordae
tendineae vormen
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maranieuwland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.