Leertaken gezondheidsrecht
21/22 LAW4001
Week 1
Vraag 1.
a. Geef, mede geïnspireerd door bovenstaande teksten en de inleiding van deze taak,
een schets van het Gezondheidsrecht: totstandkoming als afzonderlijk
rechtsgebied, kenmerken en systematiek.
Gezondheidsrecht kan worden omschreven als het geheel van rechtsregels dat betrekking
heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van overig burgerlijk, bestuurs- en
strafrecht. Het is een functioneel rechtsgebied oftewel een horizontaal specialisme. Het
bevat zowel regels van privaatrechtelijke als publiekrechtelijke aard. Het gezondheidsrecht
beweegt zich horizontaal door andere rechtsgebieden heen.
Het is vanaf het einde van de jaren zestig/begin jaren zeventig als zelfstandig rechtsgebied
tot ontwikkeling gekomen. Daarna is er een aanzienlijke hoeveelheid wetgeving
geïntroduceerd, dit wordt ook wel recht van buiten genoemd. Het betreft kaderwetgeving
(bijv. ‘bij AMvB’) en wetgeving met veel open normen. De open normen laat bewust ruimte
voor nadere invulling, bijvoorbeeld door richtlijnen, protocollen etc. Dit wordt ook wel
zelfregulering genoemd oftewel recht van binnen.
Het kan binnen het gezondheidsrecht zowel gaan om preventieve activiteiten als cure
(curatieve zorg gericht op diagnose, behandeling bij ziekte of aandoeningen) en care
(verpleging, verzorging, begeleiding).
Het doel van het gezondheidsrecht is de rechten van mensen in de gezondheidszorg te
beschermen en evenwichtige verhoudingen ten aanzien van de zorg voor de gezondheid te
scheppen. Het gaat uiteindelijk om goede en humane zorg en rechtvaardige verdeling van de
beschikbare mogelijkheden.
Rechten van de mens:
Aspect 1: rechten van de patiënt. Dit hangt samen met het feit dat de patiënt die zich tot de
gezondheidszorg wendt met een vraag om hulp, daarbij soms ook tegen die zorg beschermd
moet worden. Het recht is een van de middelen om te zorgen dat de patiënt de positie heeft
die hem toekomt. Daartoe strekt onder meer de WGBO (Wet op de geneeskundige
behandelingsovereenkomst).
Aspect 2: erkenning van het recht op zorg voor de gezondheid. Dit recht kan worden
onderverdeeld in het recht op gezondheidszorg en het recht op gezondheidsbescherming en
-bevordering. Eenieder dient toegang te hebben tot voor de gezondheid noodzakelijke zorg
en de zorg moet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Toegankelijkheid omvat
beschikbaarheid (aanwezigheid van voorzieningen, eerlijke verdeling, geen ontoelaatbare
wachttijden) en financiële bereikbaarheid (Zorgverzekeringswet en Wlz).
1
,Een van de andere factoren die een rol spelen is de toepassing van methoden uit de
geneeskunde voor doelen en belangen buiten de gezondheidszorg, bijv. bij keuringen voor
het krijgen van een aanstelling of voor het sluiten van een verzekeringsovereenkomst. Bij
keuringen gaat het primair om belang van derden (werkgever bijv.).
Hoe ging het er vroeger aan toe? Toen werd er gehandeld vanuit de verschillende
rechtsgebieden, bijv. strafrecht. Ook werd er vanuit de jurisprudentie gehandeld, vanuit
gewoonte etc.
b. Welke (deel)terreinen omvat het rechtsgebied? Maak een schematische indeling
van het Gezondheidsrecht (inhoud/onderwerpen).
NB: er zijn meer mogelijkheden. Maak een overzicht dat u voor uzelf duidelijk
vindt. Vermeld ook wetgeving die voor de genoemde (deel)terreinen/onderwerpen
van belang is.
In het gezondheidsrecht geldt een bepaalde systematiek. De zorg dient toegankelijk te zijn:
Kwaliteit en veiligheid = Wet BIG, Wkkgz, Geneesmiddelenwet, Wet op de medische
hulpmiddelen, wet inzake bloedvoorziening, WGBO (afdeling 7.7.5 BW)
Financiële toegankelijkheid = Zorgverzekeringswet, Wet op de zorgtoeslag, Wlz,
WMO
Beschikbaarheid en bereikbaarheid = Wet Toelating Zorginstellingen (nu: wet
toetreding zorgaanbieders), Wet bijzondere medische verrichtingen.
Gezondheidsbescherming- en bevordering = bescherming van mensen tegen
schadelijke stoffen, schoon drinkwater, Wet publieke gezondheid
Bescherming van derden = wet orgaandonatie, wet medezeggenschap cliënten
zorginstellingen, wet op de medische keuringen, wet medisch wetenschappelijk
onderzoek met mensen.
Deze indeling ziet op art. 22 GW. Overheid moet zich op verschillende terreinen
bezighouden met de gezondheidszorg
Gezondheidsrecht is een vorm van sociaal recht. Het gezondheidsrecht is het geheel van
rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van overig
burgerlijk, bestuurs- en strafrecht in dat verband. Het eigen object van het gezondheidsrecht
is het geheel van rechtsregels dat op de gezondheid is gericht.
Bij gezondheidsrecht gaat het zowel om preventieve activiteiten als cura (curatieve zorg
gericht op diagnose, behandeling bij ziekte of aandoeningen) en care (verpleging, verzorging,
begeleiding etc.).
Vraag 2.
a. Welke rechtsbeginselen zijn in het Gezondheidsrecht vooral van belang?
(In hoeverre) zijn dit ‘eigen’, specifiek dit rechtsgebied typerende beginselen?
Onder rechtsbeginselen wordt verstaan de normen die aan het positieve recht ten grondslag
liggen. Rechtsbeginselen zijn richtinggevend bij de vorming en toepassing van het doel en de
2
,functie. Nakoming is hierbij niet rechtstreeks afdwingbaar, indirect wel. Het zijn daarnaast
ongeschreven uitgangspunten.
In het gezondheidsrecht spelen een aantal rechtsbeginselen een rol. Drie rechtsbeginselen
die in het gezondheidsrecht een grote rol spelen zijn het zelfbeschikkingsbeginsel het
beschermingsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.
1. Zelfbeschikkingsbeginsel/zelfbeschikkingsrecht: zelf beslissingen nemen in je leven
wat je wel en niet wil, door bijvoorbeeld een behandeling toe te staan of te weigeren
nadat je informatie hebt verkregen. Het verschaft een normatief kader voor de
toetsing van de (rechts)positie van de mens in de gezondheidszorg en voor medisch
handelen buiten de gezondheidszorg. Het zelfbeschikkingsbeginsel kan dus worden
gezien als een rechtsbeginsel dat specifiek ziet op het gezondheidsrecht. Het is van
belang in verband met de afhankelijkheid van de patiënt van de hulpverlener en het
gezondheidszorgsysteem, het diepingrijpende karakter van de geneeskunde en de
macht die maatschappelijke instellingen of de overheid over het individu kunnen
uitoefenen.
Komt tot uitdrukking in het zelf kunnen besluiten om een behandeling te
weigeren, inzicht in eigen dossier, orgaandonatie en euthanasie.
Dimensies: afweerrecht (weigeren van een behandeling), zelfontplooiing (leven vorm
te geven zoals je dat zelf wilt) en keuzerecht (betrekken van patiënt bij behandeling).
2. Beschermingsbeginsel: het nemen van verantwoordelijkheid voor diegenen die zorg
of hulp behoeven. Dat laatste is niet mogelijk zonder solidariteit met
hulpbehoevenden.
Komt tot uitdrukking in geheimhoudingsplicht van de arts, minderjarige kinderen
die niet in staat zijn om beslissing te nemen, handelingsonbekwaamheid,
beschermen van iemand tegen zichzelf (persoonlijk belang) of het beschermen
van de maatschappij tegen diegene (algemeen belang) Dimensies: bescherming
tegen een ander is afhankelijke relatie (bijv. hulpverlener), bescherming tegen
jezelf (bijv. psychische stoornis).
3. Gelijkheidsbeginsel: ter voorkoming of opheffing van ongerechtvaardigde
ongelijkheid tussen mensen. Voorkomen van behandeling bij toegang tot de
gezondheidszorg en de verdeling van schaarse voorzieningen.
Komt tot uitdrukking in zorgpolissen die voor iedereen gelijk moeten zijn,
acceptatieplicht van zorgverzekeraars, geen onderscheid naar levensopvatting bij
de toegang tot zorg.
b. (In hoeverre) zijn de betreffende rechtsbeginselen bij hun toepassing in de praktijk
van het gezondheidsrecht en de gezondheidszorg steeds met elkaar in harmonie?
Illustreer uw antwoord met enkele voorbeelden.
Het zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut. Je hebt in beginsel zelf het recht om te beslissen,
maar men kan bijvoorbeeld gedwongen opgenomen worden in een psychiatrische inrichting.
Hierdoor botsen het zelfbeschikkingsrecht en het beschermingsbeginsel. In geval van Covid
prevaleert het beschermingsbeginsel i.v.m. bescherming van de volksgezondheid. Vaccinatie
3
, is niet verplicht, maar je wordt wel indirect gedwongen om deel te kunnen nemen aan de
maatschappij.
c. Welke grondrechten spelen een belangrijke rol in het Gezondheidsrecht?
Waar zijn zij gecodificeerd, wat is hun inhoud en - gelet daarop - hun karakter?
(In hoeverre) zijn zij voor beperking vatbaar? Illustreer uw antwoord met enkele
voorbeelden, met gebruikmaking van de gezondheidsrechtelijke wetgeving.
Deze rechtsbeginselen zijn vaak in geschreven vorm terug te vinden in de GW:
- Zelfbeschikkingsrecht art. 10 Gw, art. 11 Gw, art. 15 Gw.
- Gelijkheidsbeginsel: art. 1 GW
- Beschermingsbeginsel is niet als zodanig terug te vinden. Er zitten echter wel
elementen van het beschermingsbeginsel in verschillende grondwettelijke
bepalingen.
Vraag 3.
a. Hoe is de Nederlandse gezondheidszorg georganiseerd? Geef een schets/indeling
van het zorgstelsel en vermeld welke (soorten) actoren binnen het stelsel zijn te
onderscheiden. Vermeld de wetgeving die voor de door u onderscheiden
(deel)terreinen/onderwerpen van belang is. Maak, waar het de actoren betreft,
binnen de categorie ‘artsen’ een nadere indeling naar specialisme.
Organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg:
- Nuldelijn: preventie door de overheid. Dit wordt door de GGD uitgevoerd.
- Eerstelijn: huisarts, fysiotherapeut, etc. waar je zonder verwijzing naar toe kunt
- Tweedelijn: medisch specialistische zorg waarvoor je een verwijzing nodig hebt
- Derdelijn: extra gespecialiseerde ziekenhuiszorg (academisch ziekenhuis)
Anderhalve lijn: medisch specialist gaat op spreekuur bij de huisarts om te zien wat de
patiënt voor behandeling moet ondergaan.
Indeling verschillende zorgvoorzieningen:
- Intramurale zorg (eerstelijn): geboden door instelling/binnen de muren van de
instelling, zoals een ziekenhuis. omvat zowel klinische zorg (als je wordt opgenomen)
als poliklinische zorg (enkel op spreekuur).
- Extramurale zorg (derdelijn): zorg buiten de muren van instelling geboden, zoals
tandheelkunde
Andere indeling:
Sector cure = curatieve zorg, geneesmiddelenzorg
Sector care = verpleging/verzorging, zoals in verzorgingshuizen
Geestelijke gezondheidszorg/GGZ kan zowel intra- als extramuraal zijn.
Verschil individuele gezondheidszorg en publieke gezondheidszorg: de individuele zorg richt
zich op een individu dat met een bepaalde klacht zorg op maat krijgt en de publieke
gezondheidszorg richt zich op de bevolking.
4