Algemeen - begrippen
- De vertegenwoordigde = principaal of achterman (A)
- De vertegenwoordiger = tussenpersoon (T)
- De derde = wederpartij (D)
Rechtshandelingen door de vertegenwoordiger verricht treden in werking voor de
vertegenwoordigde. De tussenpersoon sluit als vertegenwoordiger van de achterman een
koopovereenkomst met derde: achterman en wederpartij zijn dan partij bij de overeenkomst,
tussenpersoon is geen partij. Voordelen hiervan is dat het efficiënt is en er geen risico is als de
vertegenwoordiger failliet gaat.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte vertegenwoordiging.
● Directe vertegenwoordiging
- T koopt in naam van A (en dus voor rekening van A) een fiets van D. A en D zijn
dan partij bij de overeenkomst. D levert de fiets aan A.
- BW verstaat dit onder vertegenwoordiging.
● Indirecte vertegenwoordiging
- T koopt in eigen naam, maar voor rekening van A een fiets van D. T en D zijn
dan partij bij de overeenkomst. D levert de fiets aan T. Na levering houdt T de
fiets direct voor A (3:110). De fiets komt niet in het vermogen van T terecht. Het
zou hier dus niet uitmaken als T failliet gaat.
Volmacht - algemeen
Volmacht is de bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te verrichten, art.
3:60 lid 1 BW. Lastgeving (indirecte vertegenwoordiging) is te vinden in art. 7:414 BW: Dit is de
overeenkomst van opdracht waarbij de lasthebber zich verbindt om rechtshandelingen te
verrichten voor rekening van de lastgever. Hier gaat het dus uitsluitend om overeenkomsten
waarbij rechtshandelingen worden verricht, bij volmacht gaat het slechts om de rechtshandeling
en niet ook om een overeenkomst. Belangrijke vraag is dus: is er tussen T en A een
overeenkomst gesloten, of niet?
Aan de hand van de bepalingen van art. 3:33 en 3:35 BW moet je afleiden of er sprake is van
handelen in eigen naam of handelen in naam van een ander (de achterman). Is er een
rechtshandeling tot stand gekomen? Heeft iemand voor zichzelf (in eigen naam) of als
vertegenwoordiger van een ander (in naam van een ander) gehandeld? Het uitgangspunt is dat
bij iemand die een rechtshandeling verricht, wordt vermoed dat hij dat in eigen naam doet.
Ander uitgangspunt is dat als iemand een bepaalde functie heeft, er vanuit wordt gegaan dat hij
de vertegenwoordigingsbevoegdheden beschikt die hij nodig heeft voor zijn functie.
Volmachten kunnen uitdrukkelijk of stilzwijgend tot stand komen, art. 3:61 lid 1 BW. Het einde
van de volmacht is geregeld in art. 3:72 BW. Er bestaat ook een onherroepelijke volmacht om
de wederpartij bepaalde zekerheden te bieden. De derdenbescherming vinden we in art. 3:76
lid 1 BW.
,Volmacht - ontstaan en einde
Voor de totstandkoming van volmacht is niet vereist dat de gevolmachtigde de volmacht
accepteert. De volmachtgever kan de rechtshandelingen waarvoor hij een volmacht heeft
verstrekt nog steeds zelf verrichten. De gevolmachtigde is niet verplicht om van zijn volmacht te
gebruik te maken. Een minderjarige kan optreden als gevolmachtigde (vanwege de autonomie).
De gevolmachtigde kan in beginsel zijn volmacht niet doorgeven, behoudens enkele
uitzonderingen (ook dit vanwege de autonomie). De gevolmachtigde is verplicht de identiteit van
de achterman te onthullen (wegens bescherming positie van de derde, derde moet dit binnen
redelijke termijn dan navragen).
Volmacht - onbevoegde vertegenwoordiging
Indien er geen of een ontoereikende volmacht is, is het uitgangspunt dat de achterman niet
gebonden is op grond van art. 3:66 lid 1 BW. Maar er zijn twee uitzonderingen. De eerste is dat
de achterman de rechtshandeling bekrachtigt, art. 3:69 BW. De tweede is de
vertrouwensbescherming van art. 3:61 lid 2 BW. Gevolg van deze uitzonderingen is dat de
achterman alsnog gebonden is aan de rechtshandeling.
● Bekrachtiging ex art. 3:69 BW
- Dit heeft terugwerkende kracht, ex tunc.
- Dit heeft geen werking in geval van art. 3:69 lid 3 BW.
- Bekrachtiging kan ook stilzwijgend plaatsvinden.
● Vertrouwensbescherming ex art. 3:61 lid 2 BW
- Vereiste 1: D heeft gerechtvaardigd vertrouwd dat er een toereikende volmacht
was (vgl. art. 3:35 en 3:11 BW).
- Vereiste 2: Dit vertrouwen berust op ‘een verklaring of gedraging’ van A.
Indien er sprake is van geen of een ontoereikende volmacht en er is geen bekrachtiging of
vertrouwensbescherming is de achterman dus niet gebonden aan de rechtshandeling. Uit art.
3:70 lid 1 BW blijkt dan dat de tussenpersoon die niet of ontoereikend is gevolmachtigd
aansprakelijk is jegens de derde, ook is hij aansprakelijk voor het zogenaamde positieve
contractsbelang (wat als de ovk was gesloten?).
Kun je je nou via art. 6:170 BW ook verhalen op de achterman? Ja, maar de achterman is
slechts aansprakelijk voor het negatieve contractsbelang (wat als onrechtmatige daad van T
niet had plaatsgevonden?). Let ook op art. 6:170 lid 3 BW. De HR heeft echter wel geoordeeld
dat onbevoegd handelen in naam van een ander niet zonder meer onrechtmatig is, er moet dus
meer zijn om via de route van art. 3:170 BW de achterman aansprakelijk te stellen. Het
onbevoegdelijk handelen in naam van een ander kan slechts als onrechtmatig worden
aangemerkt indien het geschiedt op een wijze of gepaard gaat met omstandigheden, waaruit
voortvloeit dat het optreden van de onbevoegde vertegenwoordiger in strijd is met hetgeen in
het maatschappelijk verkeer betaamt.
, Jurisprudentie
In het arrest Felix/Aruba oordeelde de HR dat een overheidsorgaan ook gebonden kan zijn
i.v.m. de positie die een functionaris inneemt, de ondoorzichtigheid van de interne
bevoegdheidsverdeling en nalatigheid van de overheid om een derde te wijzen op de
onbevoegdheid van de functionaris.
In het arrest Kuijpers/Wijnveen blijkt dat ook gedrag na het sluiten van de overeenkomst
relevant kan zijn ter beantwoording van de vraag of iemand tijdens die onderhandeling
vertegenwoordigingsbevoegd was. Daarnaast ook dat het Handelsregister niet beslissend is.
Als laatste dat het niet-reageren van een bedrijf op een opdrachtbevestiging dat door iemand is
gesloten die niet vertegenwoordigingsbevoegd was kan worden opgevat als een stilzwijgende
bekrachtiging.
In het arrest ING/Bera is de Hoge Raad uitgegaan van de risico-leer. Risicobeginsel: feiten of
omstandigheden die voor risico van de achterman komen en waaruit naar verkeersopvattingen
de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Let op: risicobeginsel
geldt niet als uitsluitend sprake is van verklaringen of gedragingen van de tussenpersoon.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joannahaarsma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.