100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bouwkunde A €8,42   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bouwkunde A

3 beoordelingen
 271 keer bekeken  15 keer verkocht

Samenvatting van bouwkunde A, gevolgd bij IPD opleidingen. Aantekeningen in de les gemaakt en van de pokerpoints.

Voorbeeld 4 van de 66  pagina's

  • Nee
  • 1-4
  • 4 mei 2022
  • 66
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: cihans_58 • 8 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: dkibifi • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: shannonschooneveld • 2 jaar geleden

Veel spel- en typfouten. En er wordt verwezen naar afbeeldingen die er niet in staan.

reply-writer-avatar

Door: sabine_iep • 2 jaar geleden

Hoi Shannon, Hartelijk dank voor je feedback.

avatar-seller
sabine_iep
Bouwkunde

Algemeen
Hoofdstuk 1: Algemene oriëntatie I

Hofjeswoningen: 1e sociale woningbouw, bestaat uit een rechthoekige tuin waaromheen kleine
eengezinswoningen zijn gebouwd met een centraal gebouw als hoofdmonument.

Woningbouwverenigingen: zijn ontstaan om arbeiders een redelijke woning voor een betaalbare huur
te kunnen bieden. De huuropbrengsten moesten kostendekkend zijn.

Woonvormen:
Eengezinswoningen
Meergezinswoningen
 Laagbouw; 2 tot 3 woonlagen
 Etagebouw; 3 tot 4 woonlagen
 Hoogbouw; 4 of meer woonlagen
- Galerijwoningen; alle verrekken van een woning op dezelfde verdieping.
- Maisonnettes; woon en slaapverdieping op verschillende etages.
- Corridorwoningen; hoogbouwwoningen die aan een gang zijn gelegen, zoals in
Friends.
- Portiekwoningen; heel veel in Den Haag, portiek met trap waaraan meerdere
woningen zijn gelegen.
- Torenflats; woningen gegroepeerd rond een centraal trappenhuis.

Woningtypen:
Duplexwoning; kan door 2 gezinnen bewoond worden, ontstaan na de oorlog.
Suitetype; met een voor en achterkamer.
Doorzontype; vergelijkbaar met suitetype maar zonder onderverdeling in voor en achterkamer.
Z-type; met een Z vormige woonkamer
Drive in type; eengezinswoning in drie lagen, wonen op de 1e verdieping.


Lift:
1930, een woongebouw met een verblijfsgebied waarvan de vloer hoger ligt dan 12,5 meter boven het
aansluitende terrein moet ter plaatse van de ingang zijn vv een lift.

Woningbouw na 1945:

Door grondschaarste en woningbehoefte meer woningen per oppervlakte eenheid.. Toename van
hoogbouw. Bouwmethoden veranderden onder druk van de omstandigheden. 4 andere methodes:

 Stapelbouw; stapelen, metselen en schakelen van bouwonderdelen.
 Montagebouw; monteren van in de fabriek gefabriceerde onderdelen.
 Gietbouw; ter plaatse storten van beton in standaardbekistingen.
 Houtskeletbouw; constructie gemaakt van hout met standaardafmetingen.

Lintbebouwing: Diverse typen woningen naast elkaar, 2/1 kap, vrijstaand, geschakeld, naast wegen
of kanalen.
Gesloten bebouwing: Bouwterrein verkaveld in recht en veelhoeken. Deze werden langs alle zijden
volgebouwd om zoveel mogelijk woningen te plaatsen. Op de hoeken vaak winkels door gebrek aan
tuin.
Half open bouwblokken: meer licht doordat de noordzijde hoogbouw en zuidzijde laagbouw.
Binnenterrein een grote tuin.
Open bebouwing: Noord en zuidzijde laagbouw.
Strokenbebouwing: alleen bebouwing aan oost en westzijde.

,Woningwet:
Tot stand gekomen in 1901. Gemeentebesturen moesten toezicht houden op de minimumeisen voor
de nieuw te bouwen woningen en andere bouwwerken. Door het rijk kon financiële steun verleend
worden voor de bouw van goedkope woningen. In 1956 zijn de bouwvoorschriften geünificeerd en in
1992 zijn de geheel herziene bouw en inrichtingtechnische eisen vastgelegd in het Bouwbesluit.

Bouwverordening:
Wordt door elke gemeente afzonderlijk vastgesteld. In de woningwet staat over welke onderwerpen de
verordening voorschriften moet bevatten en waaromtrent regels mogen worden vastgesteld. Deze
kunnen dus per gemeente verschillen. Er is een modelverordening opgesteld wat gemeenten als basis
nemen. NMBV.

Bouwbesluit:
Algemene maatregel van bestuur waarvan in de woningwet is aangegeven waarover bepalingen
moeten worden vastgelegd. Geldt voor het hele land voor nieuwe en bestaande gebouwen. Er zijn 5
groepen bouw en inrichtingseisen voor nieuwe woningen en bouwwerken:
 Veiligheid
 Gezondheid
 Bruikbaarheid Energiebesparing
 Milieu

Utiliteitsbouw: naast de woningbouw, de utiliteitsbouw. Veelal gebruik gemaakt van skeletbouw.
Bouwen in metselwerk is niet economisch door het gewicht, het is arbeidsintensief en duur. Beter zijn
staal en beton, groot weerstandvermogen, goed toepasbaar voor draagconstructies. Voor
constructiedelen met verschillende doeleinden worden verschillende materialen gebruikt.

 Staalskeletbouw: Toegepast bij lichte constructies met een grote stijfheid en wanneer veel
glas wordt . Eenvoudig uit te breiden en te veranderen. Bezwijkt snel bij brand doordat staal
bij verhitting zijn sterkte verliest daardoor bekleed met brandwerend materiaal.
 Betonskeletbouw: Onderdelen of in het werk gestort of geprefabriceerd. Beton bezwijkt niet
snel bij brand maar heeft wel een groot eigen gewicht en kan niet eenvoudig worden
uitgebreid of gewijzigd.

Bouwstijlen:
 Romaans (950-1250)
 Gotiek (1230-1560)
 Renaissance (1530-1690)
 Barok (1680-1850)
 Neoclassicisme (1800-1870)
 Eclecticisme (1850-1900) waaronder de volgende neostijlen; Neoromaans, Neogothiek,
Neorenaissance, Neobarok, Chaletstijl, Art Nouveau, Jugendstill, nieuwe kunst.
 Amsterdamse School (1910-1930)
 Delftse school (1925-1956)
 Functionalisme, de nieuwe zakelijkheid, het nieuwe bouwen (1920-1960)

,Hoofdstuk 2: Algemene oriëntatie II

Ruimtelijke ordening door de overheid:
 Rijksniveau
 Provinciaal niveau, streekplannen
 Gemeentelijk niveau, structuur en streekplannen

Streekplan geeft aan welke ontwikkeling voor de desbetreffende streek gewenst is. Welke gemeenten
kunnen uitbreiden, waar kunnen recreatieve ontwikkelingen plaatsvinden etc.

Structuurplan: gewenste toekomstige ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen.
Bestemmingsplan: bestemming van de grond, enige plan dat rechtstreeks binend voor de burger is.

Onroerende goederen: alle vaste zaken zoals landerijen, erven, stenen gebouwen etc.

Personen en instellingen betrokken bij het bouwproces

Opdrachtgever: overheid, semi-overheid of een particuliere projectontwikkelaar. Ondeskundig op het
gebied van bouwen, laat zich adviseren door deskundigen.
Taken:
 Opstellen van programma van eisen
 Beslissingen nemen over plannen en constructies
 Financiering van het werk

Architect:
Taken:
 Maken van een ontwerp en overige tekeningen
 Maken van het bestek
 Opstellen definitieve kostenbegroting
 Aanbesteding houden
 Toezicht houden op de uitvoering

Architect neemt meestal een opzichter in dienst om de uitvoering in de gaten te houden, de
administratie te doen en te overleggen met personen en instanties.

Adviseur: specialisten op het gebied van draagconstructies, funderingen en technische installaties
bijvoorbeeld.

Aannemer: Laat zich op de bouwplaats vertegenwoordigen door de uitvoerder, deze is in dienst van
de aannemer. Bepaalde onderdelen zoals bijv het heien van palen zal de aannemer uitbesteden aan
een onderaannemer. Echter de hoofdaannemer blijft verantwoordelijk voor het gehele werk.

Voorbereiding van een bouwplan
1. programma van eisen; type bouwwerk, opgave van de ruimten, kwaliteit van afwerking,
technische installaties en maximale bouw of stichtingskosten.
2. voorlopig ontwerp; architect werkt het uit en toetst het aan de hand van het programma van
eisen. Toetst de financiële haalbaarheid.
3. definitief ontwerp; worden beslissingen genomen over plattegronden, tegels, wanddikte etc.
Overleg met de welstandscommissie, brandweer en nutsbedrijven.
4. bestektekening; definitief ontwerp verder uitgewerkt in de juiste maatvoering.
5. bestek; beschrijving van het te maken werk en de voorwaarden waaronder dit moet
gebeuren. Bestek en bestektekeningen geven een zodanig beeld dat een betrouwbare
begroting gemaakt kan worden en tot aanbesteding overgegaan kan worden. Het bestek is als
regel maatgevend. Voorwaarden voor het bestek staan omschreven in het boekje UAV. Tot
het bestek horen:
- beschrijving van het werk
- de daarbij horende tekeningen
- voor het werk geldende voorwaarden
- nota van inlichtingen; antwoord op vragen van aannemers die samenwerken
gedurende de bouw.

, - Proces verbaal van aanwijzing; verslag van een bijeenkomst waar aannemers vragen
kunnen stellen aan de directie.
6. bouwvergunning; als de bestektekeningen gereed zijn kan goedkeuring worden
aangevraagd en de bouwvergunning worden verkregen.

Projectietekening: 3 dimensionaal overbrengen van het project op een tekening. Een tekening
waarbij het lijkt alsof men recht voor de betreffende zijde van het gebouw staat heet een rechte
projectie.

Horizontale doorsneden, op 1,5 m boven een vloer, heten plattegronden. Doorsneden worden
gearceerd, aanzichten nooit. Zichtbare onderdelen van een doorsnede worden met een lijn
aangegeven, onzichtbare delen worden gearceerd.

Soorten tekeningen:
1. Schetsontwerp; globaal ontwerp
2. Definitief ontwerp;
3. Bestektekeningen;
4. Werktekeningen; grotere schaal waardoor de architect zuiver op maat diverse details.
sprongen in de muren, afmetingen van raam en deurkozijnen etc. kan aangeven. Volgen het
bestek heel nauw, dit is bindend.
5. Detailtekeningen; verschillende constructies tot in detail weergegeven.
6. Installatietekeningen; niet van belang voor bouwaannemer maar voor de verschillende
installatiebedrijven.
7. Sparingstekeningen; aangegeven hoe de leidingen komen te lopen zodat de aannemer weet
waar hij sparingen moet laten. Worden afgeleid uit de installatietekeningen.
8. Revisietekeningen; hierop wordt de uiteindelijke toestand weergegeven, de wijzigingen van
onderdelen, leidingen etc.

Pagina 2.16 tot 2.19 belangrijk. Geeft een overzicht van hoe materialen worden aangegeven op
tekeningen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sabine_iep. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,42. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,42  15x  verkocht
  • (3)
  Kopen