H5 Sociale problematiek
5.1
Sociale problematiek is gedrag van een persoon dat door grote groepen mensen as
een probleem wordt gezien.
Verschillende soorten:
Pesten (het komt op alle leeftijden voor).
Spijbelen (kan ook andere problemen veroorzaken zoals alcohol- en
druggebruik en stelen)
Laaggeletterdheid (moeite met lezen en schrijven en voelen zich daarom
minderwaardig, ook moeite met een baan vinden en met de administratie)
Mishandeling (het opzettelijk toebrengen van pijn of lichamelijk letsel, ook
eerwraak, eer gerelateerd geweld en seksueel misbruik)
Geldproblemen (armoede is een situatie waarin je te weinig geld hebt om
deel te nemen aan de samenleving).
Vechtscheiding (een scheiding waarbij de spanningen en conflicten zo hoog
oplopen dat ouders het belang van hun (ex)partner en hun kinderen uit het
oog verliezen. Ze maken ruzie om alles, hierdoor kunnen de kinderen zich
minder goed ontwikkelen en kunnen last krijgen van angsten, depressief
gedrag of vluchtgedrag.)
Radicalisering (wil zeggen dat jongeren, op zoek naar hun identiteit, extreme
opvattingen krijgen, die niet overeenkomen met de waarden en normen van
onze samenleving. Hierdoor kunnen ze een gevaar worden voor de omgeving
en zichzelf).
Vaak leiden problemen weer tot problemen en daarom hanteren ze het principe van
één klant, één dossier. Hiermee zorgt één contactpersoon ervoor dat vrijwel alle
problemen worden opgelost.
5.2
Voorlichtingen en wetten:
Wetten (je krijgt met wetten te maken als je met cliënten werkt zoals
participatiewet. Ook zijn de wetten er om je cliënten te beschermen.)
Regels en protocollen (in elke instelling en inrichting zijn er regels waaraan
ieder zich moet houden. Ook zijn er protocollen om ervoor te zorgen dat je
niets vergeet en dat de begeleiding goed verloopt. Het zorgt er ook voor dat
ieder op dezelfde manier werkt).
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (het is wettelijk verplicht
in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke
ondersteuning, jeugdhulp en justitie. De meldcode is geen meldplicht! Wel heb
je meldrecht, dat betekent dat je geen toestemming nodig hebt van
betrokkenen om een melding van (vermoedens van) huiselijk geweld of
mishandeling te doen. Je mag dus je beroepsgeheim negeren. In de wet staan
vijf stappen wat je moet doen:
o Stap 1: in kaart brengen van de situatie.
o Stap 2: overleggen met collega, en eventueel de site van Veilig thuis of
een deskundige op het gebied van letselduiding raadplegen.
o Stap 3: een gesprek voeren met de betrokkenen.
, o Stap 4: wegen van huiselijk geweld of mishandeling en bij twijfel veilig
thuis raadplegen.
o Stap 5: besluiten om zelf hulp te organiseren of om het voorval te
melden.
Gedwongen of vrijwillig (mensen kunnen gedwongen worden om
ondersteuning te accepteren na uitspraak van de rechter. In de meeste
gevallen is het vrijwillig. Mensen zien dan in dat ze het niet alleen niet
aankunnen en vragen om hulp).
5.3
Het is belangrijk dat je bij je ondersteuning:
Goed luistert en doorvraagt (luisteren is erg belangrijk om een goed beeld te
krijgen. Stel daarom ook goede vragen).
Kennis hebt van de sociale kaart van de gemeente (je weet waar je cliënt
de ondersteuning kan krijgen die hij nodig heeft).
Inhoudelijk kennis hebt van sociale problematiek
Na deze dingen is het tijd voor actie:
Je zorgt dat de cliënt zijn probleem herkent en onderkent.
Motiveer je je cliënt om ermee aan de slag te gaan.
Samen proberen het op te lossen.
Wanneer dat niet kan, kijken hoe je hem kunt ondersteunen.
Oplossingen bedenken.
Je zorgt dat de cliënt eigenaar blijft van zijn problemen. Jij stimuleert hem
erbij.
Je maakt afspraken en spreekt je cliënt aan op het nakomen van die
afspraken.
5.4
Hulp van organisaties
Gemeente (ze zijn verantwoordelijk voor het welzijn van de gemeente. Ze
hebben wijkteams die kunnen helpen. Als je niet weet war je ondersteuning
kunt krijgen, kan de gemeente je helpen de weg te vinden).
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) (voorkomen van ziekten,
je kan terecht met vragen over jouw gezondheid, maar ook kunnen ze helpen
met de behandeling van een cliënt).
Centrum van Jeugd en Gezin (CJG) (mensen ondersteunen bij vragen over
gezondheid, opvoeden en opgroeien).
Veilig thuis (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).
Welzijnsinstellingen (maatschappelijk werk).
5.6
Psychosociale problemen zijn twee problemen die met elkaar samenhangen en
betrekking hebben op emoties en gedachten (psychisch) en met andere mensen of
organisaties (sociaal).
Psychosociale problemen veroorzaken dan ook:
Verslaving
Angst
Depressie
,H6 Pesten
6.1
Om de betekenis van deze pestgedrag helder te krijgen, is het belangrijk een verschil
te maken tussen:
Plagen (er is geen sprake van steeds hetzelfde slachtoffer en dezelfde dader.
Beide partijen zijn even sterk in het onderlinge contact en machtspositie).
Ruzie (een conflict tussen meerdere mensen over een bepaald onderwerp).
Pesten (een stelselmatige vorm van agressie waarbij het slachtoffer fysiek,
verbaal en/of psychisch schade wordt toegebracht door een individu of groep.
Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld en heeft de een de intentie de ander
te beschadigen.)
6.2
De meest voorkomende vormen van pesten:
Digitaal pesten (de pester komt in de voorheen veilige wereld van de
gepeste, via de computer, laptop, tablet of smartphone. Het kent verschillende
vormen: anonieme kwetsende berichten sturen, ongevraagd beeldmateriaal
van iemand verspreiden en virussen versturen).
Uitsluiten (het is een bewuste actie en gericht op het ‘niet bij de groep mogen
horen’).
Negeren (iemand zijn bestaan ontkennen).
Fysieke agressie (bijv. iemand laten struikelen, iemand aan de haren trekken
of duwen).
6.3
Er zijn verschillende rollen:
De pester (ze verbergen hun onzekerheid, ze willen macht, de pester wordt
vaak zelf gepest, is bang en naïef).
De gepeste (kan om een specifieke eigenschap, maar vaak geen serieuze
verklaring).
De meeloper (iemand die het pesten (stilzwijgend) toelaat, met name doordat
die bang is zelf slachtoffer te worden)
De zwijger (meelopers die meestal gewoon even de andere kant uitkijken als
er wordt gepest).
6.4
Signalen dat iemand gepest wordt.
De gepeste:
Staat altijd (letterlijk) buiten de groep.
Ontvangt negatieve berichten op social media.
Krijgt negatieve uitingen wanneer die iets zegt of een voorstel doet.
Is snel geïrriteerd en boos.
Heeft lichamelijke klachten, zoals buikpijn, hoofdpijn, slecht slapen en slecht
eten.
Wordt nauwelijks of nooit uitgenodigd om ergens aan deel te nemen met de
groep.
Stopt plotseling met activiteiten die belangrijk voor hem zijn.
, 6.5
Het gevolg van pesten voor de gepeste:
Ze hebben het gevoel dat ze alles fout doen en ze geven zichzelf de schuld
van het pestgedrag.
Ze voelen zich alleen en verdrietig.
Ze zijn bang.
Ze zijn bang om vrienden te maken.
Ze kunnen niet goed slapen.
Ze geloven wat de pesters over hen zeggen.
Het gevolg voor de pester:
Mensen gaan hem uit de weg, ontwijken hem uit angst.
De pester heeft niet veel vrienden of raakt ze langzaam kwijt.
De pester ontwikkelt een schuldgevoel voor zijn pestgedrag, maar weet niet
hoe ij ermee kan stoppen.
Het gevolg voor meeloper en zwijger:
Sommigen doen niet meer mee met groepsactiviteiten.
Ze voelen zich niet fijn in de situatie en vinden dat ze iets moeten doen, maar
hebben geen idee hoe.