Samenvatting Bestuursrecht begrepen
Week Onderwerp Literatuur
1 Algemene inleiding in de context Albers, hoofdstuk 1
van het bestuursrecht
2 Bestuursorganen en Albers, hoofdstuk 2, par.2.1 t/m par.
belanghebbenden 2.3.2 (met uitzondering van par. 2.2.4)
3 Kenmerken van het Albers, hoofdstuk 2, par. 2.4 t/m p.
bestuursrecht en van de Awb 129; par. 2.9 en 2.10; hoofdstuk 3,
par. 3.1.3.
4 Besluiten in de zin van de Awb Albers, hoofdstuk 3, par.3.1.4;
hoofdstuk 4.1 t/m 4.5 (m.u.v. par.
4.5.6 en 4.5.7) . Hoofdstuk 4.6 en 4.7.
5 Algemene beginselen van Albers, hoofdstuk 5, par. 5.1 t/m par.
behoorlijk bestuur 5.2.7 (m.u.v. pagina 328 vanaf
‘Gerechtvaardigd vertrouwen contra
legem’ tot pagina 334 en paragraaf
5.2.9) en par. 5.3
6 Bestuursrechtelijke Albers, hoofdstuk 8 (m.u.v. 8.5)
voorprocedures
7 Rechtsbescherming tegen de Albers, hoofdstuk 9, par. 9.1 t/m par.
overheid 9.5.
,Hoofdstuk 1
Het verband tussen besturen en bestuursrecht
De overheid:
o rijksoverheid
o provinciale overheid
o gemeentelijke overheid
- Bestuur: het openbaar bestuur: houdt zich bezig met besturen, regelt maatschappelijk leven
- Rechtspraak: rechterlijke instanties: spreken recht
- Wetgeving: wetgever in formele zin (regering + Staten-Generaal = art.. 81 Gw): maakt de wetten
De 3 bestuursorganen van openbaar lichaam rijk:
1. De regering (de Koning + de ministers = art. 42 Gw.)
2. Staatsecretaris
3. Minister
De 3 bestuursorganen van openbaar lichaam provincie (art.6 Provinciewet):
1. Commissaris van de koning
2. De provinciale staten = de volksvertegenwoordiging van de provincie
3. De gedeputeerde staten = het dagelijks bestuur van de provincie
De 3 bestuursorganen van openbaar lichaam gemeente (art.6 Gemeentewet):
1. Burgemeester
2. College van Burgemeesters & Wethouders = dagelijks bestuur van de gemeente
art. 34 lid 1 Gemw jo. art. 160 lid 1 en onder a Gemw.
3. Gemeenteraad = art. 7 Gemw jo. art. 169 Gemw.
De 3 bestuursorganen van openbaar lichaam waterschap (art.10 Waterschapswet):
o Onderhoud van dijken en het beheren van beken en rivieren.
- Algemeen bestuur (art. 78 van de waterschapswet)
- Dagelijks bestuur
- Voorzitter
Openbaar bestuur van Nederland behartigt het algemeen belang.
Bestuur van een privaatrechtelijke rechtspersoon behartigt het privaatrechtelijke eigenbelang.
,Bestuursrecht: bestuursorganen
Privaatrecht: rechtspersoon
In de bestuurswetten heeft de wetgever op hoofdlijnen aangegeven waarop de behartiging van het
algemeen belang gericht moet zijn.
Algemeen belang = publieke belangen
Milieu- en natuurbescherming, handhaving van de openbare orde, sociale zekerheid,
arbeidsomstandigheden, de aanleg van autosnelwegen, brandveiligheid van horecagelegenheden,
immigratie en naturalisatie.
Gemeentelijk bestuur behartigt o.a. de volgende belangen:
Het milieu, de ruimtelijke ordening, de volksverhuizing, welzijn en recreatie, cultuur en sociale zaken.
Verschillende manieren waarop het openbaar bestuur belangen behartigt:
- Reguleert en stuurt activiteiten van burgers.
- Verricht het bestuur publieke taken (aanleggen en onderhouden van wegen)
- Defensietaak
- Uitrukken van de brandweer, repareren van de stoep en het vegen van de straat.
Feitelijke handelingen die in opdracht van het bestuur worden verricht.
Bestuursactiviteiten van het gemeentebestuur
- Verlenen van vergunningen voor bedrijven.
- Het wijzigen van gemeentelijke belastingen.
- Het vaststellen van bestemmingsplannen.
o In de Omgevingswet zal het omgevingsplan het kader bieden om functies aan (grond)locaties
toe te kennen.
Bestuursactiviteiten van het provinciebestuur
- Goedkeuring van gemeentelijke begroting (art. 203 Gemw.)
- Ruimtelijke ordening (kunnen medewerking dwingen om medewerking te verlenen aan de realisatie
van ruimtelijk projecten > aanleg van bovenregionaal bedrijventerrein).
- Toekenning van subsidies aan diverse culturele en economische initiatieven.
Bestuursactiviteiten op landelijk niveau
- Toekenningen van studiefinanciering door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Verlenen van uitkeringen op grond van bepaalde socialeverzekeringswetten (WIA).
o De activiteiten van het bestuur strekken zich over een breed terrein en hebben een grote
maatschappelijke relevantie.
Centraal: op landelijk niveau
Decentraal: op provinciaal en gemeentelijk niveau: hebben ruime en op bestuursbevoegdheden.
Twee soorten bevoegdheden:
o 1. Autonome bestuursbevoegdheden
o 2. Bestuursbevoegdheden die op grond van medebewind worden uitgeoefend.
Autonome bevoegdheden
Art. 124 lid 1 Gw
De bestuursbevoegdheden die verband houden met ‘regeling en bestuur’ van de eigen huishouding.
Provinciale staten en gemeenteraden kunnen verordeningen maken op het terrein van hun eigen
‘huishouding’.
Gemeentewet en de Provinciewet = organieke wetten
In autonome verordeningen kunnen autonome bestuursbevoegdheden zijn toegekend aan het
dagelijks bestuur van de gemeente (C B&W).
, Medebewind
Art. 124 lid 2 Gw – afkomstig van de centrale overheid
‘Bij of krachtens de wet regeling en bestuur van de besturen van de provincies en gemeente worden
gevorderd’ > medebewind
Er is dan sprake van een (verplichte) medewerking door de decentrale overheidsbesturen aan de
uitvoering van wetten in formele zin die op rijksniveau door de wetgever zijn gemaakt.
Alle C B&W geven dus in hun eigen gemeente toepassing aan de door de centrale overheid
gemaakte bouwregelgeving.
o De leerplichtwet > gemeentelijke medebewindstaak
De ontwikkeling van het openbaar bestuur in de 20e eeuw: van nachtwakersstaat > verzorgingsstaat
Tot 1900: nachtwakersstaat > Staat hield zich alleen met paar kerntaken bezig (defensie, orde, veiligheid)
< industriële revolutie, de sociale kwestie, de 1e wereldoorlog, de economische crisis, de 2e wereld oorlog >
Rond 1940: interventiestaat of verzorgingsstaat (sociale rechtsstaat) > bemoeizucht
Hoeveelheid bestuurswetgeving.
Rond 1980: Privatisering (overlaten van bepaalde overheidsactiviteiten aan particulieren)
Deregulering (het streven naar minder regels en vereenvoudiging van regels)
Bevoegdheden van het openbaar bestuur en de eis van wetmatigheid van bestuur
- Wetten in formele zin: regering en de Staten-Generaal (1e + 2e kamer): art. 81 Gw.
- Wetten in materiele zin: gemeenteraad: art. 147 Gemw: lagere algemeen verbindende voorschriften
o Ordende en regulerende bevoegdheden
o Het bestuur zal ook tegen de wil van burgers moeten kunnen optreden.
Vergunningsbevoegdheid
- Bedoeld voor een concreet geval
- Regulerend optreden door het bestuur in een concreet geval bevoegdheid van bestuur.
1. De wetgever verbiedt eerst het verrichten van een bepaalde activiteit.
o zonder te beschikken over een benodigde vergunning.
2. De wetgever bepaalt vervolgens dat het bouwen zonder vergunning strafbaar is.
Door het verlenen van een vergunning vervalt het strafbare karakter.
Het bestuur verbindt voorschriften aan de vergunning.
Een vergunning dient ertoe om normstelling ‘in concreto’ te bewerkstelligen: het bestuur neemt voor
ieder bouwwerk afzonderlijke voorschriften in de vergunning op.
De voorschriften moeten betrekking hebben op het doel van de wet waarop de
vergunningsbevoegdheid steunt.
Handhavingsbevoegdheid
- Het opleggen van de last onder bestuursdwang(bevoegdheid)
- Vergunnings- en ontheffingsbevoegdheid
- Subsidiebevoegdheid (ar. 4:21 Awb): een bestuursorgaan kan op verzoek van een (rechts)persoon
financiële middelen ter beschikking stellen om bepaalde activiteiten te verrichten.
Wetmatigheid van bestuur
- Het bestuur mag alleen handelen als de wetgever daarvoor een specifieke bevoegdheid heeft
verleend.
Fundamentele regels in de democratische rechtstaat:
- Het bestuur mag niet handelen tenzij de wetgever dit heeft toegestaan.
- Burgers mogen altijd rechtens handelen tenzij het onrechtmatig is.
Legaliteitsbeginsel !! Het bestuur moet over een op de wet gebaseerde bevoegdheid beschikken om
bestuurshandelingen te verrichten!!
Wetmatigheid van bestuur > rechtszekerheid en rechtsgelijkheid > voorspelbaarheid.
De burger kan worden beperkt > handhavingsbesluiten
De burger kan ook worden begunstigd > subsidiebevoegdheid.