Hoorcolleges Burgerlijk recht 3
HC1A: Inleiding en onrechtmatige daad I (1)
Functies aansprakelijkheidsrecht
• Compensatie: volledig herstellen schade
• Preventie: voorkomen van schade
• Rechtshandhaving;
• Erkenning van leed;
• Genoegdoening;
• Straffen/ontneming voordeel.
Fout vs. risicoaansprakelijkheid
Fout: toerekenbare onrechtmatige daad (schuld), dit is eigen onrechtmatig gedrag. Dader die zelf iets
fout doet.
Risicoaansprakelijkheid: in hoedanigheid van ouder, werkgever, bezitter opstal of dier (kwalitatief).
Ratio risicoaansprakelijkheid: geen algemene theorie, maar een soort multi-factorbenadering. Denk aan
profijt, gevaar en draagkracht en verzekerbaarheid. Voorbeeld huis uit HC. Dit is kenmerkend voor
het aansprakelijkheidsrecht
Art. 6:162 BW
Stappenplan hiervoor, de eisen:
1. Onrechtmatigheid
2. Toerekening;
3. Causaliteit;
4. Relativiteit;
5. Schade.
Geen zuivere tweedeling meer, ‘risico’ komt ook bij onrechtmatige daad. Causaliteit staat in lid 1
‘dientengevolge’.
Inbreuk op een recht
Het moet gaan om een subjectief recht. Een recht wat iemand toekomt, teneinde een hoogwaardig belang
te beschermen. Denk aan absolute vermogensrechten, persoonlijkheidsrechten. Inbreuk is niet zonder
meer voldoende om van een OD te spreken. Slechts onder bijzondere omstandigheden voldoende. Er
moet dan eigenlijk ook meer aan de hand zijn. Bij zwiepende tak blijkt dat ook. Moet ook sprake zijn
van onzorgvuldig handelen.
Zwiepende tak: onzorgvuldig handelen is nodig, om een inbreuk op een recht (persoonlijke levenssfeer)
genoeg te laten zijn. Was hier niet zo, was een OSVO.
Strijd met een wettelijke plicht
een algemeen verbindende regeling, uitgaande van een bevoegd gezag. Denk aan Hinderwetvergunning,
strafrechtelijke bepalingen, WVW 1994
Zorgvuldigheidsnorm
Strijd met de maatschappelijke betamelijkheid. Er is ruimte voor de rechter om een normatieve afweging
te maken.
Verhouding categorieen
Leer Smits: er is geen zelfstandige categorie inbreuk op een recht. Het is dan de vraag wat je als categorie
ziet. Vat je het ruim op, of eng? Eng: directe inbreuk / opzettelijke inbreuk, dan kleur je het – dus
,zelfstandig. Als je het ruim opvat niet. Dan heb je meer nodig. Voorbeeld: iemand die een pistool pakt
en iemand mee verwond. Dan kun je wel spreken van inbreuk op lichamelijke integriteit, want is direct
en opzettelijk. Voorbeeld: iemand bij schietschool, die perongeluk iets aanricht, wel zelfde letsel.
Zwiepende tak is de HR terughoudend. Zorgvuldigheid is nodig. Taxus-arrest is ook een voorbeeld.
Belang jurisprudentie
Toerekening is bij risicoaansprakelijkheid niet nodig.
Vaak wordt ook beroep gedaan op aansprakelijkheid van opstallen. Art. 6:174 BW, hangt heel nauw
samen met die Kelderluikfactoren. Ook gebouwen en opstallen kunnen namelijk voor gevaar zorgen.
Wat je moet weten hierover: de vraag of een opstal gebrekkig is, door de Kelderluikfactoren wordt
ingekleurd. Buiten 162 spelen ze dus ook een rol, bij de risicoaansprakelijkheid.
Sportschool Fit for Free
Recente uitspraak (2018) waarbij moeder haar zoon bezoekt in de sportzaal Fit for Free. Moeder valt
over een verhoging en loopt letsel op. Zij doet een beroep op zowel 162, als op 174. De norm bij beide
wordt ingevuld door Kelderluik. Vraag was of het bedrijf aansprakelijk was.
De rechtbank
Factor 1
Verhogingen, en in het bijzonder daar waar de verhoging aanvangt, de eis wordt gestelt dat deze
voldoende zichtbaar zijn, ongeacht of het frequente bezoekers zijn of het een eenmalig bezoek is. Er is
dus wel een grote waarschijnlijkheid van het niet in acht nemen van de vereiste oplettenheid.
Factor 2,3, en 4
Factor 2: bezoekers die niet oplettend zijn, daar bestaat het risico van een val.
Factor 3: ernst gevolgen. Rechtbank neemt mee dat het feit dat er grote apparaten staan, ook voor ernstig
letsel kan zorgen.
Factor 4: niet bezwaarlijk om verdere maatregelen te nemen, zoals aliminiumstrips, of andere kleur
vloerbedekking op het gangpad.
Vereiste oplettendheid is niet heel hoog. Er worden toch wel lagere eisen hieraan gesteld dan ‘wij’
denken.
Belang deelnormen
Binnen gevaarzetting spelen enkele dingen mee:
• In professionele of privesfeer;
• Terreinbeheer/gevaarlijke toestand (Jetblast)
• OSVO: zwiepende tak-arrest
• Zuiver nalaten
, • Sport en spel
Alle gevallen buiten gevaarzetting waar de zorgvuldigheidsnorm geschonden kan zijn, waar de
Kelderluikfactoren dus niet van belang zijn.
Bij beroepsaansprakelijkheid spelen maatschappelijke normen ook. Denk aan gedragscodes,
protocollen, richtlijnen.
De omstandigheden geven de doorslag. Op het tentamen kun je niet volstaan met factoren en conclusie
aan koppelen. Het gaat om de toepassing, om de vraag of je feiten weet te duiden aan de hand van
factoren uit de rechtspraak – criteria uit de wet. Abstract en concreet moet samen gepakt worden.
Kelderluik revisited
Ander arrest: Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema
• Uienrestanten gestort door dijkbeheerder Bildtpollen voor schapen. Daardoor volgt koprot bij
uienteler Miedema. De uien gaan dus rotten. Miedema stelt de dijkbeheerder aansprakelijk op
grond van gevaarzetting.
• Bij factor 3&4 wordt een andere draai gegeven aan de factoren. Behalve de ernst, speelt ook de
aard van de schade mee (aanvulling factor 3). Denk aan verschil zaakschade en letselschade.
De gebruikelijkheid is een andere aanvulling, op factor 4 (bezwaarlijkheid te nemen
maatregelen). Hier is wel veel kritiek op genomen, wel terecht waarschijnlijk. Stel de gebruiken
zijn slecht, moet dat dan zo blijven? Later is ditzelfde lijstje weer genoemd, dus deze lijn blijft
wel van kracht.
• Aard gedraging: goed kijken naar letselschade/zaakschade,
• Hoedanigheid van persoon is ook een factor.
• In casu slechts sprake van zaakschade.
Jetblast-arrest
Waarschuwing voor een gevaarlijke toestand. Aan het hek ging een waarschuwingsbord met de tekst
WARNING en daaronder ‘Low flying and departing air craft clast can cause physical injury’
• Niet waarschuwen voor opzichzelf toegestaan/aanvaardbaar gevaar als verwacht kan
worden dat het publiek zich zal opstellen in de nabijheid van gevaarlijke plek vormt een
schending van de zorgvuldigheidsnorm
• Bepalend is: heeft het waarschuwen daadwerkelijk effect? Iets is pas een afdoende maatregel,
als het er echt toe kan leiden dat mensen hun gedrag aanpassen (r.o. 3.4.3).
• Hoe weet je dat? Heeft veel onderzoek nodig, daadwerkelijk effect.
Kelderluikfactoren zijn verder ontwikkeld. Hoe werken ze samen? Hoe werken
waarchuwingsmaatregelen? Etc.
Zwiepende tak-arrest
Hoe verhoudt dit zich tot Kelderluik? HR hamert erop dat niet de enkele mogelijkheid op een ongeval,
dus enkele kans op schade, is niet doorslaggevend. Moet wel gaan om schade die zo doorslaggevend is.
Gedrag moet in beginsel zo’n gevaar opleveren, dat de waarschijnlijkheid van een ongeval door dat
gedrag zo groot is, dan pas is sprake van een situatie waarin dat gedrag vermeden moet worden. Hoe
groter het risico, hoe sneller de zorgvuldigheid vereist dat je dat gedrag nalaat. Het wordt niet zo letterlijk
genoemd door de HR, maar in die overweging lees je wel die Kelderluikcriteria terug.
Een trapongeluk is in de privesfeer bijvoorbeeld de grootste oorzaak van letsel en dood. De combinatie
van factoren 1, 2 en 3 bepalen of de zorgvuldigheid vereist dat een gedraging achterwege moet blijven.
In Bildtpollen zie je ook zwiepende tak terug. Uien storten is niet een gedraging waarvan de
waarschijnlijkheid op schade zo groot is, dat je die achterwege had moeten laten.
, HC1B: Onrechtmatige daad II (2)
Tennisbal-arrest
Een van de tennisballen raakt een van beide vrienden tijdens de pauze. Het oog gaat verloren. De vriend
spreekt de medespeler aan, op grond van OD. Dit mislukte. De HR oordeelde in lijn met wat het hof had
geoordeeld: een gedraging in het kader van een tennisspel, wat buiten dit kader mogelijk onrechtmatig
zou zijn geweest, maar binnen dit spel heeft die niet per definitie dit onrechtmatig karakter. Deelnemers
aan het spel hebben over en weer bepaalde dingen van elkaar te verwachten. Het is niet onzorgvuldig
op de enkele grond dat zij door een ongelukkig samenloop van omstandigheden als gevolg heeft dat een
van de deelnemers letsel oploopt.
Hieruit kun je halen dat het feit dat toch nog sprake is van een spelsituatie (tijdens de pauze). Dit is
belangrijk bij dergelijke situaties. Stel dat zij niet tegen elkaar speelden, maar op 2 verschillende banen?
Geldt dan een lagere drempel? Nee, in principe niet. Het arrest midgetgolf gaat daar ook over. Voor
toeschouwers kan wel iets anders worden verwacht. Telkens draait het hier dus om de verwachtingen
over en weer. Verschillende sportactiviteiten naast elkaar kunnen wel 1 spelsituatie vormen.
Overtreding spelregels
Overtreden van spelregels is inherent aan een spelsituatie. Dat is onvermijdelijk en onvoorzienbaar. Op
zichzelf is het onvoldoende (overtreden -> aansprakelijk) maar bij een grove overterding kan het wel
een rol spelen.
Voorbeeld
Groep vrienden is aan het ijsvoetballen. De bel gaat en het spel is klaar. Een van de deelnemers
(slachtoffer) heeft de bal al uit en staat aan de rand van het terrein. Een vriend die nog wel in die bal zit,
geeft die jongen een duw. De jongen loopt letsel op. Is dit nog sport- en spel? Is dus een verhoogde
aansprakelijkheidsdrempel? Of is dit geen sport- en spelsituatie meer?
• De rechtbank oordeelde dat het feit dat hij de bal had uitgetrokken en de anderen bijv. nog wel,
dat er wel een evenwichtsverschil ontstaat. Dat was het doorslaggevend element. Hij was
blijkbaar niet meer van plan om mee tedoen. Daarmee kon geoordeeld worden dat het spel was
geëindigd. De combinatie van alles uitkleden, en de zaal verlaten, maakt dat dit het einde van
het spel was. Het is dus een samenspel van allerlei omstandigheden.
• Het houdt dus wel een keer op.
Stel: je komt tot de conclusie dat geen sprake is van aansprakelijkheid, dan word je ‘wel kwalijk
genomen’ dat je niets hebt opgemerkt over de bal, maar je kunt alsnog een deel van de punten krijgen.
Haal alle belangrijke elementen uit de casus! Ga zelf spelen met de criteria.
Skeelerongeval (HR 25 november 2005)
Een moeder gaat skeeleren tijdens een cursus. Ze krijgt de mogelijkheid om een helm op te zetten, maar
doet dit niet. Ze valt en daardoor overlijdt ze. De nabestaanden stellen het bedrijf (Eurosportief)
aansprakelijk.
• Kijken naar mate van waarschijnlijkheid oplopen letsel (hersenletsel) en hadden ze bijvoorbeel
veiligheidsmaatregelen moeten treffen?
• Een gevaarlijke activiteit hoeft niet per se verboden te worden, mits voldoende
veiligheidsmaatregelen.
• HR vond dat hier verzuimd was te waarschuwen omtrent de mogelijheid tot het oplopen van
hoofdletsel. Ze hadden moeten zeggen ‘wij adviseren u dringend, indien u dit niet draagt, dan
moet u dit dragen’. Verplichten kan zelfs een mogelijkheid zijn.
o Mede van belang: deskundige/ervaren docent, die haar hierop had kunnen wijzen.
o Mogelijk van belang: profit/non profit als handvat. Het gaat hier niet om een situatie in
een privésfeer, maar het is een cursus. Dat maakt het ook nog ernstiger. Ook geen sport-
en spelsituatie.