Deze samenvatting omvat de hele cursus onderzoeksmethodologie, gedoceerd door Prof Bart Cambré. Hiervoor baseerde ik mij op de lessen, slides en course manual.
Onderzoeksmethodologie
PPT 2: Schildpad: Hoofd en benen
Onderzoek in een sub domein.
Praktische overwegingen:
- Tijd
- Budget
- Ethiek
- Wet
4 Fasen van onderzoek:
- Ontwerp
- Dataverzameling
- Data-analyse
- Rapportering
In elk van de fasen kan je een fout maken in hoe een eerder stadium, hoe meer fasen
geïmpacteerd worden. foutenlast zo laag mogelijk houden.
1) Ontwerp
Wat, waarom, hoe (conceptueel & praktisch)
De schildpad
- Traag onderzoek opbouwen
- Schild: dit is het nu: wat er nu inzit gaan we bestuderen
- Hoofd: Richting waarin uw onderzoek uitgaat
Combi’s op het
continuüm zijn
mogelijk!
Ontologie = wat kunnen we weten?
o Objectivisme: sociale werkelijkheid is objectief meetbaar, vrij van vooroordelen
o Constructionisme: de sociale werkelijkheid wordt gecreëerd door subjecten
Epistemologie = hoe kunnen we weten?
, o Positivisme: positieve wetenschappen zoals fysica, wiskunde,…
Voordeel: snel, gemakkelijk, straightforward, veralgemeenbaar
Nadeel: meetfouten, missende variabelen
Fenomenalisme: alleen kennis via onze zintuigen waarneembaar is echte
kennis
o Interpretivisme: connectie zoeken met onderzoeksubjecten: ‘verstehen’
Voordeel: diepgaand begrip, holistische benadering, specifieke maatregelen
Nadeel: minder veralgemeenbaar, te betrokken onderzoeker, methodologische
biassen
o Realisme: tussenoplossing: er is een sociale realiteit, men moet gewoon de beste
methode zoeken.
Empirisch realisme: de werkelijkheid kan verstaan worden dankzij het
gebruik van gepaste methoden
Kritisch realisme: identificeer structuren, indien ze niet zichtbaar zijn
praktisch en theoretisch werk.
Theorie in relatie tot onderzoek:
o Deductivisme: het doel van theorie is toetsbare hypothesen voorzien
o Inductivisme: kennis verwerven door info te verzamelen
Methodologie: hoe kunnen we erachter komen?
o Kwantitatief: cijfers, meten is weten
o Kwalitatief: van binnenuit begrijpen
* Naast deductie en inductie hebben we ook nog abductie: zoeken naar de meest logische verklaring.
Herbert Simon: bounded rationality
Karl Popper: falsificatie
Kuhn: wachten tot grootste believers bepaalde strekking uitgestorven zijn, je zal hen nooit
kunnen overtuigen.
Mensen dragen waarden en normen met zich mee
- Een onderzoeker heeft overtuigingen, geloven,…
- Kan leiden tot biasses
- Kan sympathie opwekken maar ook net niet
- Been 1: de probleemstelling en onderzoeksvraag
Het is belangrijk om de probleemstelling wetenschappelijk te kunnen vertalen in een sterke
onderzoeksvraag!
Meest cruciale zinnen in heel je onderzoek!
, Probleem is meestal breder dan onderzoeksvraag (zie egel – vos)
Via trial & error geleidelijk aan tot goede onderzoeksvraag komen
Verantwoord uw keuzes! Niet uw niet-keuzes!
Onderzoeksvraag:
- Welke factoren… (rechts op continuüm!)
- Wat zijn de voor- en nadelen van …
- Wat is het effect van… op… (rechts op continuüm!)
- In welke mate … (links op continuüm!)
- Hoe … organiseren via … (rechts op continuüm!)
- Been 2: Concepten
Vb. via conceptueel model: visualisatie opbouw en samenhang onderzoek
o Gebeurt vooral links op het continuüm
o Nadenken over linken en verbanden
Variabelen:
= concepten met waarden en niveau
Waarde: kwalitatief/kwantitatief
Niveau: nominaal/ordinaal/interval/ratio
Y = afhankelijk; X = onafhankelijk
Variabelen kunnen zowel afhankelijk als onafhankelijk zijn, zelfs binnen hetzelfde onderzoek!
- Controlevariabele:
= variabele waar je op zich niet in geïnteresseerd bent, maar die zo belangrijk is dat je hem
niet kan negeren.
Bv.: grootte van het bedrijf waarvan je de resultaten onderzoekt.
Bv.: geslacht/leeftijd/opleiding van de steekproef
- Moderator:
= variabele die invloed heeft op de relatie tussen 2 variabelen.
Grafische illustratie:
, Relatie tussen x en y ziet er anders
uit met en zonder de moderator in
rekening te brengen.
- Bemiddelende (mediating) variabele:
= ons hoofdeffect loopt via de mediator.
Bijna alle variabelen kunnen
afhankelijk/onafhankelijk/mediator/moderator/controlevariabele zijn!
PPT 3: Causaliteit en correlatie
Causaliteitsproblemen:
o Foute causaliteit slechte aanbevelingen
Er is gewoon geen verklaring: randomness, toeval = correlatie maar geen
causaliteit
Omgekeerde richting: wat komt eerst? Wat is de oorzaak en wat is het
gevolg?
Ontbrekende variabele
Vb. vrouwen met borstamputatie hebben een hogere sterftegraad ook
rekening houden met leeftijd, algemene gezondheidstoestand,…
= selectiebias: groepen verschillen meer dan de bestudeerde variabelen.
multivariate analyse!
Andere redenen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TEWbedrijfskundeUA. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.