100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Financiën & fiscaliteiten voor vastgoed 2022 €4,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Financiën & fiscaliteiten voor vastgoed 2022

 5 keer verkocht

Een goed geschreven samenvatting van het boek: Samenvatting Financiën & fiscaliteiten voor vastgoed met ISBN: 3536. Update 2022!

Voorbeeld 10 van de 100  pagina's

  • 13 mei 2022
  • 100
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
pimclaassen
Financiën & Fiscaliteiten
1. Inleiding op de financiële administratie
1.1 Waarom financiële administratie
1. Interne noodzaak
2. Externe noodzaak; voor derden.

1.1.1 Interne noodzaak
• Registratiefunctie; vastleggen/samenvatten financiële gebeurtenissen (feiten).
• Controlefunctie; controleren de te realiseren omzet per makelaar
• Sturingsfunctie; voor beslissingen

1.1.2 Externe noodzaak
• Fiscus
• Kredietverlening; voor lening
• Aandeelhouders en klanten; medebelanghebbende van de nodige informatie voorzien


Het Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht rechtspersonen om boekhouding uit te voeren. Deze plicht
geldt voor:

- Besloten vennootschappen (BV)
- Naamloze vennootschappen (NV)
- Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen
- Vennootschap onder firma (VOF)
- Commanditaire vennootschap (CV)

1.1.3 Jaarrekening
Jaarrekening: de balans en de winst- & verliesrekening (resultatenrekening) met de toelichting.

Inzichteis is in het BW geformuleerd als:
De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden
beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het
vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat, omtrent de
solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon.

Om inzicht mogelijk te maken, moet;

• De balans (met de toelichting) getrouw, duidelijke en stelselmatig de grootte van het
vermogen en zijn samenstelling in actief- en passief-posten op het einde van het boekjaar
weergeven
• De winst- en verliesrekening (met de toelichting) getrouw, duidelijk en stelselmatig de
grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten
weergeven.

3 eisen:

1. Getrouw; werkelijkheid

, 2. Duidelijk
3. Stelselmatig; eenmaal gekozen indeling van de administratie mag niet zonder goede
redenen worden gewijzigd

Accounting standards: De geformaliseerde set afspraken volgend welke accountants hebben
afgesproken te werk te gaan bij de controle van een jaarrekening.

Goed koopmansgebruik: Omzet pas boeken als die omzet wordt gerealiseerd (bv opmaken factuur)
| kosten opvoeren op het moment dat ze ontstaan (staat los van moment van betalen).

Bestendige gedragslijn: wanneer een bedrijf voor de inrichting en het bijwerken van de financiële
administratie keuzes maakt, het bedrijf deze keuzes dan ook elk jaar moet handhaven (bv niet de
afschrijvingspercentages wijzigen)

1.2 De balans
Debet Balansbegrippen Credit
Bestemmingen Vermogensbronnen
= =
Bezit Schulden
= =
Activa Passiva
Debet Balans per ……. Credit
Kantoorpand (vaste activa) Eigen vermogen (Permanent vermogen)
Inventaris Hypotheek (Lang tijdelijk vermogen)
Auto’s Crediteuren (Kort tijdelijk vermogen)
Debiteuren (vlottende activa)
Bank (Liquide middelen)


Activa
• Vaste activa: bedrijfsmiddelen met een gebruiksduur langer dan een jaar
• Vlottende activa: bedrijfsmiddelen met een gebruiksduur korter dan een jaar
• Liquide middelen: aanwezige geldmiddelen (bank, kas)

Passiva
• Eigen vermogen: geld dat de eigenaren zelf in het bedrijf hebben gestoken
• Vaste passiva: schulden met een looptijd langer dan een jaar (= vreemd vermogen)
• Vlottende passiva: schulden met een looptijd korter dan een jaar. (= vreemd vermogen)

- Permanent vermogen: eigen vermogen – kan wel wisselen qua hoogte en samenstelling
- Lang tijdelijk vermogen: vreemd vermogen dat contractueel langer dan een jaar ter
beschikking staat bij de onderneming (hypotheeklening, banklening)
- Kort tijdelijk vermogen: vreemd vermogen korter dan één jaar ter beschikking (crediteuren,
rekening-courant krediet, belastingschulden.

1.2.3 De balans en het Eigen vermogen
Indien eigen vermogen geen rendement oplevert, maar juist verlies (negatief rendement), dan is het
zinvol om dat geld op een spaarrekening te laten staan. EV = schuld van de onderneming aan de
eigenaren. Het eigen vermogen heeft 4 functies:

, 1. Financieringsfunctie
Kan gebruikt worden om activa aan te schaffen zoals gebouwen en machines. – hierdoor minder
beroep op vreemd vermogen.

2. Bestedingsfunctie
Winst maken met dit eigen vermogen en de winst gedeeltelijk reserveert, leidt tot een versterking
van het eigen vermogen. Deze reserveringen kunnen dan gebruikt worden voor het doen van
investeringen. Gereserveerde middelen uit het eigen vermogen = de bestedingsfunctie van het eigen
vermogen.

3. Bufferfunctie
Financiële tegenvallers op te kunnen vangen.

4. Inkomensfunctie
Het feit dat het geïnvesteerde eigen vermogen ook rendement oplevert voor de
kapitaalverschaffers. Winstverdeling vindt meestal plaats in de vorm van dividend als het eigen
vermogen bestaat uit aandelen.

Eigen vermogen = Bezittingen – schulden → Veranderingen in EV bestaan door opbrengsten &
kosten.

Activa
• Materiële vaste activa: tastbaar – gebouwen, grond en machines
• Immateriële vaste activa: niet tastbaar – Goodwill
• Financiële vaste activa: deelname in een ander bedrijf/verstrekte lening aan derden met
lange looptijd
• Vlottende financiële activa: beleggingen in aandelen

Passiva
• Obligatielening: lang vreemd vermogen. – langlopende lening die financiële instellingen of
beleggers verstrekken aan een bedrijf of overheidsinstelling.
o Obligatielening tussen twee partijen = een onderhandse lening.
• Rekening-courant krediet: kort vreemd vermogen – verstrekt door bank; kredietlimiet tot
waar het bedrijf rood mag staan.
o Rekening-courant lening = 50.000 | roodstand = 17.000 | Dispositieruimte = 33.000
• Achtergestelde lening: bijzondere vorm van vreemd vermogen. = laatste schuldeiser bij
eventueel faillissement. (meestal nauw verbonden). → wordt als garantievermogen
beschouwd door andere kredietverstrekkers.
o Eigen vermogen + achtergestelde lening = garantievermogen

Garantievermogen
= vermogen waarmee de onderneming garant staat voor -de aflossing van- schulden.

Een bedrijf krijgt eerder een lening van de bank voor een extra investering als een gedeelte van die
investering gefinancierd kan worden met een achtergestelde lening. Hierdoor is het aandeel (%) van
het EV tov het totaal groter = minder risico voor een bank.


1.3 Resultatenrekening
Jaarrekening bestaat naast de balans ook uit een resultatenrekening.
- Omzetten & de kosten (exploitatiekosten)

, - Omzet – kosten = bedrijfsresultaat (winst of verlies)
- Dit resultaat wordt toegevoegd aan het EV van een onderneming.
- Nettowinst komt toe aan de eigenaren van de onderneming.

1.4 Jaarverslag en jaarrekening
• Jaarrekening = balans en resultatenrekening → financiële deel
• Jaarverslag = balans en resultatenrekening met toelichting
o In bepaalde gevallen verplicht dat accountantsverklaring wordt opgenomen
o Jaarverslag = aanduiding voor het gehele boekwerk, en bevat;
▪ Balans per begin en eind van het jaar
▪ Resultatenrekening over afgelopen boekjaar
▪ Toelichting op en verantwoording van de jaarcijfers
▪ Beschrijving van ontwikkelingen in het verleden en de verwachtingen voor
de toekomst.
▪ (personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid, duurzaam ondernemen).


Er zijn verschillende soorten balansen (doelen):

• Interne balans: ten behoeve van de directie van een bedrijf. Veel uitgebreider. Doel:
gedetailleerde informatie verschaffen
• Externe balans: Derden (met uitzondering van de bedrijfsleiding) van informatie voorzien.
Alleen het wettelijk noodzakelijke.
• Gepubliceerde balans: ter inzage voor iedereen. Posten op de balans en resultatenrekening
worden zoveel mogelijk samengevoegd. Moet voldoen aan wettelijke voorschriften voor
rubricering, detaillering, waardering en accountantsverklaring.
• Bedrijfseconomische balans: beeld geven over gang van zaken vanuit bedrijfseconomisch
oogpunt. Geen rekening gehouden met fiscale faciliteiten. Hoe is de grootte en de
samenstelling van het vermogen aan het eind van het boekjaar?
• Fiscale balans: om te voldoen aan de belastingwetgeving. – vaststellen hoeveel belasting een
onderneming moet betalen. → verschillen interne balans/jaarrekening en fiscale. Te maken
met posten die fiscaal aftrekbaar zijn, worden niet of deels benoemd in fiscale rekening.
• Geconsolideerde balans: verschillende balansen van diverse ondernemingen samengevoegd.
Overzicht van gehele onderneming (die bestaat uit dochterondernemingen).
Moedermaatschappij moet voor meer dan 50% deelname hebben in de betreffende
dochtermaatschappij.

1.5 Normen opstellen jaarrekening en accountantscontrole
Jaarverslag (financiële stukken) moeten ‘kloppen’:

- ‘De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar
worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd
over het vermogen en het resultaat, evenals voor zover de aard van een jaarrekening dat
toelaat, over de solvabiliteit en liquiditeit van de rechtspersoon.’
- ‘Het jaarverslag geeft een getrouw beeld over de toestand op de balansdatum en de gang
van zaken gedurende het boekjaar van de rechtspersoon.’

2 soorten controles om te toetsen of jaarrekening voldoet aan wettelijke regels:

• Interne controle: door/namens de leiding – medewerkers zelf

, • Externe controle: door externe partij. 1. Omdat het verplicht is voor BV’s en NV’s. 2. Om te
controleren of administratieve processen volgens de richtlijnen van de bedrijfsleiding
verlopen.

Controlebegrippen:

• Formele controle: voldoet onderneming aan voorschriften? Rekenkundige juistheid en
cijfermatige overeenstemming (handtekening, stempel of datum)
• Materiële controle: of de verstrekte gegevens de werkelijkheid weergeven. Hebben de
geboekte financiële feiten plaatsgevonden?


Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ): een overlegorgaan van financieel deskundigen en -
organisaties. → mogelijk dat vanuit hen een aanvullende regelgeving komt bovenop de wettelijke
bepalingen.

AFM (Autoriteit Financiële Markten): een organisatie die controleert of beursgenoteerde
ondernemingen aan de wettelijke eisen voldoen met betrekking tot onder andere de
jaarverslaggeving. (niet alleen kamer van koophandel maar ook AFM moet controleren).


Belangrijkste ‘accounting principles’ (boekhoudregels):

1. Toerekeningsbeginsel: baten en lasten boeken in de periode waarop ze betrekking hebben
(ongeacht moment van betaling)
2. Stelselmatigheid: indeling van balans en verlies- en winstrekening mag niet afwijken van het
vorige boekjaar.
3. Salderingsverbod: Activa en passiva mag niet tegen elkaar worden weggestreept
4. Voorgaand boekjaar: opnemen in een jaarrekening


Middelgrote en grote rechtspersonen hebben controleplicht. Accountantscontrole omvat:

• Interim-controle; betrekking op de administratieve organisatie
• Eindejaarcontrole; gaat over de jaarrekening, het jaarverslag

Een registeraccountant (RA) voegt aan jaarrekening een (accountants)verklaring toe op
getrouwheid. Maar, bij twijfel: een verklaring van oordeelsonthouding. – of afkeurende verklaring
indien niet akkoord.

Internationaal boekhoudregels zijn wettelijk verplicht voor beursgenoteerde ondernemingen.
IFRS (International Financial Reporting Standards): stelsel van internationale boekhoudregels.
- Rapporteren op basis van ‘fair value’. (actuele waarden – bv aandelen wijzigen)
- Vanaf 1 januari 2005 moeten alle beursgenoteerde bedrijven jaarverslag in IFRS-vorm
presenteren
o Uniformiteit binnen Europa bevorderen
o Vergelijkbaarheid ondernemingen mogelijk maken

Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme): doel het witwassen van
opbrengsten uit misdrijven en de financiering van terrorisme tegen te gaan. (integriteit waarborgen).
Van toepassing op:
- Financiële instellingen | vrije beroepsbeoefenaren | makelaars en tussenpersonen
onroerende zaken

,Wordt gekeken naar:
- Ongewoon geldopnames, stortingen en betalingen met contant geld groter dan 15.000,-
- Geldwisseltransacties van ongewoon grote bedragen
- Transacties boven een bepaalde grenswaarde, die niet verklaard kunnen worden.

1.6 Boekhoudpakketten
Spreadsheet-programma: Office Excel van Microsoft
Spreadsheet = computerprogramma waarmee veel voorkomende berekeningen in standaard
macro’s kunnen worden uitgewerkt.

Financiële pakketten zijn meestal ‘modulair’ opgebouwd. Voordeel: niet geheel compleet
boekhoudprogramma hoeft worden aangeschaft.

Pakketten werken met een invoer via Dagboeken; bankafschrift kan beschouwd worden als een deel
van het dagboek Bank, hierin worden dan alle financiële feiten ingeboekt.

Bekende boekhoudsoftwarepakketten: Exact | Multivers | Accountview
Kleinere bedrijven: King | Davilex

Boekhouden via Internet op komst: gebruik maken van boekhoudsoftware van bv een accountant
via abonnement. Voordeel: blijft up to date & accountant kan controle uitvoeren op afstand.

Voordeel computerboekhouden:
- NAW-gegevens maar 1x invoeren
- Werken met dagboeken; maar 1x x bedrag intypen, software ‘weet’ welke tegenrekening
boeken
- Koppeling met databases en/of telebankiersoftware = tijdbesparend
- Automatische en snelle aanmaak grootboeken, resultatenrekening en balans
- Veranderingen/correcties zijn eenvoudig in te voeren
- Fouten zo veel mogelijk voorkomen
- Up-to-date overzichten mogelijk van bv btw-bedragen, openstaande facturen, etc.

1.7 Koppeling internetbankieren en boekhoudpakketten
Door middel van internetbankieren herkent de software de betaling en wordt het gelijk ingevoerd.
De software herkent binnenkomende betalingen maar ook uitgaande betalingen aan:
- Bankrekeningnummer
- Factuurnummer
- Bedrag

1.8 Boekhouding en de accountant
Feitelijk heeft men geen accountant nodig voor het voeren van een boekhouding. Wel voor de
volgende zaken:
- Accountantsverklaringen
- Adviserende rol op fiscaal gebied
o Kan ook door middel van een administratiekantoor
o Adviseur = goede gesprekspartner met de mensen van de Belastingdienst

,2. Het boekhoudproces
2.1 Het grootboek
Van iedere balansrekening wordt een ‘minibalans’ gemaakt, zodat financiële feiten makkelijk
geboekt kunnen worden zonder alles aan te moeten passen. – een minibalans per
grootboekrekening waarop debit- en creditmutaties worden bijgehouden.

Grootboek = een verzameling bladzijden in een boek.

Je richt een eigen grotboekrekening in per balanspost (standaard 5 debet & 3 credit).

Boekingsregels rekeningen van bezit:
- Een rekening van bezit debiteren we als het bezit toeneemt
- Een rekening van bezit crediteren we als het bezit afneemt.

Boekingsregels rekeningen van schuld:
- Rekening van schuld crediteren we als de schuld toeneemt
- Rekening van schuld debiteren we als de schuld afneemt

2.1.3 Boeken in kosten- en opbrengstenrekeningen
Kosten- en omzetrekeningen zijn hulprekeningen van het Eigen vermogen. (grootboekrekeningen
voor kosten- en omzet). – er kunnen in de boekhouding zoveel hulprekeningen aangemaakt worden
als nodig.
➔ Kosten- en omzetrekeningen is te vinden op de resultatenrekening

Boekingsregels hulprekeningen van het eigen vermogen:
- Kosten: debiteren (het eigen vermogen neemt af)
- Opbrengsten: crediteren (het eigen vermogen neemt toe)

2.1.4 BTW
Betaalde btw kan later van de fiscus worden teruggevorderd. De ontvangen en betaalde btw van een
bedrijf wordt met elkaar verrekend zodat per maand, per kwartaal of per jaar het saldo van deze
verrekening aan de fiscus afgedragen wordt. BTW = omzetbelasting.

Makelaar maakt factuur op wegens bemiddeling bij verkoop van een woning. – klant betaald na
ontvangst van de factuur per bank.
- Courtage (bemiddelingskosten) worden gecrediteerd; er is omzet gemaakt dus eigen
vermogen neemt toe
- Af te dragen btw wordt ook gecrediteerd; schuld aan de fiscus
- Rekening Debiteuren wordt gedebiteerd voor het gehele bedrag, er is een vordering (bezit)
op de klant ontstaan.

2.1.5 Financial en operational lease
Financial Lease = bijzondere vorm van het aankopen van activa. Activa dat met vreemd vermogen
wordt gefinancierd. – activa wordt hierbij gekocht op afbetaling. Activa (auto bv) is debet &
leaseschuld = credit.
Ondanks dat het bedrijf niet zelf hoeft te financieren, heeft het bedrijf nog wel te maken met het
administeren van de reguliere kosten als verzekering, wegenbelasting, onderhoud, etc. Manier van
leasen wordt ook wel ‘on-balance’ financiering genoemd.

,Operational lease = men koopt niet, maar men huurt voor een vooraf vastgelegde periode – bedrijf
betaald maandelijks bedrag aan de leasemaatschappij. (geen eigendomsrecht, alleen kosten – blijft
eigendom van leasemaatschappij). = ‘off-balance’ financiering. → staan niet op balans. Voordelen:
- Geen eigen of vreemd vermogen aantrekken
- Weinig administratie
- Beheer wagenpark uitbesteed aan leasemaatschappij

Sale- and leaseback = activa verkopen aan leasemaatschappij en vervolgens terug huren. (bv als ze
geld nodig hebben of investeringen willen doen)

2.2 Journaalposten
Vaak verwerken bedrijven niet ieder financieel feit afzonderlijk, maar noteren ze bij elkaar horende
financiële feiten in een dagboek en maken dan in één keer een boeking.
Banktransacties: Dagboek = bankboek. | kastransacties: dagboek = kasboek.

Het verwerken van de totalen in een dagboek wordt gedaan via journaalposten; die worden daarna
overgebracht naar de grootboeken. Aan de hand van een dagboek wordt een journaal
samengesteld. In het journaal per boekingsdocument;
- Eerst de debitboekingen noteren en daarna de creditboekingen
- De creditboekingen vooraf te laten gaan door het woord ‘aan’

Indeling journaal:
- Rekeningnummer van grootboekrekeningen
- Naam grootboekrekening – per regel wordt vermeld welke rekening moet worden
gedebiteerd of gecrediteerd
- De geldbedragen die verwerkt moeten worden (debit/credit)

Zie voorbeelden in het boek.

2.3 Permanentie in de boekhouding: kosten
Om als bedrijf alles goed bij te kunnen houden, werken veel bedrijven met een maandelijkse
resultatenrekening en balans. – sommige bedrijven werken met kwartaalcijfers.
Voor kosten die men maandelijks maakt, verandert er niks. Echter, een bedrijf krijgt problemen als
men kosten die men eens per jaar betaalt, maandelijks ten laste wil brengen op het resultaat.

Permanentie: het systeem van het maandelijks boeken van de kosten → permanence de l’inventaire
- Houdt in dat we regelmatiger dan eens per jaar het resultaat bepalen, dus maandelijks of
per kwartaal bv.
- Kosten en opbrengsten moeten maandelijks worden geboekt, onafhankelijk van het moment
van betalen.

Om dit te kunnen doen zijn er de volgende 4 kenmerkende balansrekeningen:

Debet op de balans:
• 190 vooruitbetaalde bedragen
• 193 te ontvangen bedragen

Credit op de balans:
• 191 vooruit ontvangen bedragen
• 192 te betalen bedragen

,Transitorische posten = kosten/opbrengsten die vooruit zijn betaald c.q ontvangen (190/191)
- Eerst betaling, dan kosten boeken
- Eerst ontvangst betaling, daarna opbrengsten boeken.

Anticipatiekosten = kosten/opbrengsten die achteraf worden betaald
- Eerst kosten, dan betaling boeken
- Eerst omzet, daarna ontvangst boeken

Zie voorbeelden in het boek.

2.4 Permanentie in de boekhouding: opbrengsten
• 193: Te ontvangen bedragen staan debet op de balans
• 191: Vooruit ontvangen bedragen staan credit op de balans

Zie voorbeelden in het boek.

2.5 De balans en resultatenrekening opmaken
Periodiek de balans en het resultaat opmaken biedt goed inzicht in:
- De (nieuwe) waarde van bezittingen en schulden
- Overzicht krijgen van opbrengsten en kosten

Voor het opmaken hiervan, bestaat een vaste volgorde binnen financiële administratie:
1. Proefbalans
Bij een periodeafsluiting wordt eerst een proefbalans gemaakt. Alle eindtotalen van de
grootboekkaarten worden overzet naar zogenoemde proefbalans. Alle debet/credit blijft
hetzelfde & totalen zijn gelijk.

2. Saldibalans
Vervolgens bereken je per grootboekrubriek het saldo tussen de debet- en creditkolommen
van de proefbalans. → worden genoteerd in 2 kolommen. Wanneer er debet meer staat dan
credit, wordt de debetkolom in de saldibalans ingevuld. Zelfde geldt als creditsaldo groter is
vanuit de proefbalans – vul je kreditkolom van de saldibalans in.

3. Eindbalans
Saldi van de balansrekeningen worden overgebracht naar de Eindbalans.

4. Resultatenrekening
Daarna breng je de saldi van de resultatengrootboekrekeningen over naar de kolommen
bestemd voor de resultatenrekening.

Kolommenbalans: het geheel van proefbalans, saldibalans, eindbalans en winst- en
verliesrekening.

Zie voorbeelden in het boek.

Het resultaat winst = de privé opnamen + het oude Eigen vermogen is even groot als het bedrag dat
je berekend met de opstelling: bezittingen – schulden = nieuw eigen vermogen.

, 3. Afschrijvingen en voorzieningen
3.1 Afschrijvingen
= waardevermindering van activa → kosten voor ondernemer.
- Op de balans wordt de activa minder waard
- Op de resultatenrekening wordt post ‘afschrijvingskosten’ hoger.

Aanschafwaarde: waarde op het moment van aanschaf
Boekwaarde: aanschafwaarde – cumulatieve afschrijving.
- Cumulatieve afschrijving: afschrijving door de jaren heen
Restwaarde: waarde na het verloop van de economische levensduur
- Omdat de restwaarde aan het einde van de afschrijvingsperiode nog een geldwaarde heeft,
schrijf je over de restwaarde niet af.

Afschrijvingsmethoden: aanschafwaarde – afschrijvingen = boekwaarde
Maar kan ook afschrijven over de boekwaarde –-> dan nemen de % afschrijvingen af.

Levensduur activa:
• Technische levensduur: hoelang een bedrijfsmiddel technisch gezien meegaat
• Economische levensduur: in hoeverre de kosten van een bedrijfsmiddel opwegen tegen de
opbrengst
• Economische is vaak korter dan technische levensduur.

Restwaarde: = waarde na het verloop van de economische levensduur. Totale afschrijving =
aanschafwaarde – restwaarde.

Historische kostprijs: de aankoopprijs van een pand ten tijde van de aankoopdatum.
Actuele waarde: waarde die het pand heeft op het moment van samenstellen van een
resultatenrekening.

Historische waarde: waardering op de balans van vaste activa op basis van het investeringsbedrag
(historische kostprijs)
Vervangingswaarde: prijs dat betaald moet worden als productiemiddel vervangen zou worden
Actuele waarde: waardering op basis van actuele prijzen – vaste activa staat altijd tegen de
werkelijke marktwaarde op de balans
Bedrijfswaarde: waarde die een bedrijf kan hebben op basis van toekomstige vrije kasstromen. (niet
de bezittingen). Bedrijfswaarde is ook wel indirecte opbrengstwaarde: De waarde die het vast actief
in de productieproces vertegenwoordigt. (bv huuropbrengsten verhuurd object)
Opbrengstwaarde: = marktwaarde/verkoopwaarde/liquidatiewaarde: prijs die het bedrijf krijgt bij
verkoop van bv een machinepark. → directe opbrengstwaarde (opbrengt bij verkoop)

3.2 Afschrijvingsmethoden in de boekhouding
Vaste activa is ook wel bedrijfsmiddelen. (gebouwen, machines, auto’s, etc)

Hoeveel afschrijven hangt af van 3 factoren:
1. Het verschil tussen aanschafwaarde en restwaarde
2. Levensduur van de activa
3. De gebruikte afschrijvingsmethode

2. De levensduur van de activa
Zie uitleg economische en technische levensduur.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pimclaassen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,48  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd