Van alle zonnestraling word ongeveer 31% teruggekaatst naar het heelal door:
- Wolken
- Stofdeeltjes
- Het aardoppervlak
Ook word 20% geabsorbeerd door:
- Stofdeeltjes
- Wolken
Dus uiteindelijk wordt 49% geabsorbeerd door het aardoppervlak
Inkomende zonnestraling bestaat uit:
kortgolvige zonnestraling (straling bestaat uit korte snelle trillingen, afkomstig van de zon
naar de aarde).
energie wordt binnen de straling heel compact vervoerd. De atmosfeer is te dun om het
goed te absorberen, dus kaatst weer terug naar het aardoppervlak.
Het aardoppervlak straalt ook weer straling uit:
langgolvige straling (straling die bestaat uit trage trillingen, afkomstig van het door
kortgolvige straling opgewarmde aardoppervlak richting het heelal).
de energie in deze straling wordt minder compact vervoerd.
Stralingsbalans is het dynamisch evenwicht tussen inkomende kortgolvige stralingen en
uitgaande langgolvige stralingen op aarde, waardoor de temperatuur redelijk constant blijft.
de inkomende 100 eenheden kortgolvige straling wordt verwerkt en weer teruggegeven
aan het heelal:
- 31 eenheden kortgolvige straling.
- 69 eenheden langgolvige straling.
Het absorberen van langgolvige straling door de atmosfeer is cruciaal voor het klimaat op
aarde. De atmosfeer bestaat voor 78% uit stikstof en voor 21% uit zuurstof, de overige 1% is
cruciaal voor het broeikaseffect: waterdamp, methaan en koolstofdioxide. Doordat de mens
extra broeikasgassen, vooral koolstofdioxide, door verbranding van fossiele brandstoffen als
aardolie, aardgas en steenkool aan de atmosfeer toevoegt, wordt het broeikaseffect
versterkt. Dit noemen we het versterkt broeikaseffect.
1
, Par. 2 288 woorden
Als je de verwarming in je kamer aanzet, wordt de lucht boven de verwarming als eerste
warm. De lucht zal dan eerst de bovenkant van de kamer verwarmen, want de warme lucht
is warmer dan de koude lucht. De koude lucht wordt teruggeduwd naar de verwarming en
uiteindelijk zal de kamer warm zijn. Dit is een voorbeeld van een atmosferische circulatie.
Die vindt ook plaats op aarde. De zon die schijnt op te tropen, waardoor het daar erg warm
is. De lucht zet bij opwarming uit, waardoor er per volume-eenheid minder luchtdeeltjes zijn.
De lucht is dus lichter en drukt minder hard op het aardoppervlak. We spreken dan van een
lagedrukgebied. Door lage druk kan de lucht makkelijk opstijgen.
Als de lucht zwaar is en hard op het aardoppervlak drukt is er
sprake van een hogedrukgebied. De lucht daalt, warmt op en is
droog. Je bent dan in een woestijn.
Lucht stroomt altijd van hoge naar lage drukgebieden. Alleen
gaan die luchtstromen schuin, want de aarde draait. Zo hebben
ze op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links en op het
noordelijk halfrond een afwijking naar rechts. Dit heet het
corioliseffect of de wet van Buys Ballot.
Rond de evenaar komen er van twee kanten luchtstromen dat
zijn passaten. Die uit het noorden heet noordoost passaat en die
uit het zuiden de zuidoost Passaat. Het lage drukgebied rond de
evenaar heet het ITCZ (intertropische convergentiezone). Die
schuift ook op naar het noorden in onze zomer en naar het
zuiden in onze winter. Dit gebeurd het sterkst boven land. Dit
komt doordat een aardoppervlak sterker opwarmt dan een
oceaan. Een halfjaarlijkse draaiende wind die het ene half jaar
regen geeft en het andere halfjaar droogte geeft is de moesson.
Par. 3 243
woorden
Wind die over zee waait, neemt ook het zeewater mee. Daardoor ontstaan zeestromen. Je
hebt koude en warme zeestromen. Zeestromen zijn warm als ze relatief warmer zijn dan het
aardoppervlak en kouder als ze relatief kouder zijn dan het aardoppervlak. Ook stroomt een
warme zeestroom van de evenaar af en een koude zeestroom van de pool af. Dit heeft ook
invloed op de temperatuur. Zo is er bij Afrika een woestijn langs de zee. Dit komt doordat er
een koude zeestroom stroomt en die verdampt bijna niet. Ook koelt de lucht hierdoor af en
kan die weinig vocht vasthouden. Boven land zal de lucht opwarmen en zal hierdoor boven
land droog en warm aanvoelen.
Zeewater stroomt ook op grote diepte. Deze stroming noemen we thermohaliene circulatie.
Die ontstaat door de dichtheidsverschillen van water. Die dichtheidsverschillen worden
veroorzaakt door de temperatuur en door het zoutgehalte. Veel zout in het water ontstaat
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vandongenmats2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.