100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Biologie thema 4 DNA samenvatting €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Biologie thema 4 DNA samenvatting

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Biologie thema 4 DNA samenvatting, stof uit 5vwo. ik had een voldoende met deze samenvatting. per paragraaf alle onderwerpen uitgewerkt.

Voorbeeld 3 van de 10  pagina's

  • Nee
  • 4
  • 16 mei 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5574)
avatar-seller
lisettevd
Biologie samenvatting thema 4 DNA
1. de bouw en functie van DNA
Het genoom
Bijna elke cel heeft een celkern met daarin DNA, dit bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. Het DNA
bepaalt de functie van een cel en levert de instructies waarmee ribosomen in de cel verschillende soorten eiwitten
kunnen synthetiseren. De bouw van een eiwit bepaalt de eigenschappen en functies van het eiwit (sommige zijn
verantwoordelijk voor oogkleur, lengte ect.).

Genoom: het geheel aan erfelijke informatie in een cel van een organisme. Alle cellen van een organisme hebben
hetzelfde genoom.

Eukaryoten: bevatten een celkern, complex van bouw. Voorbeelden: schimmels, planten en dieren.
Prokaryoten: celkern en andere organellen ontbreken. Voorbeeld: bacterie.

Bij eukaryoten omvat het genoom het DNA in alle chromosomen in de celkern  kernDNA
En het DNA in mitochondriën (=celorganellen die energie aanmaken)  mtDNA, en in de chloroplasten.
Bij prokaryoten omvat het genoom al het DNA dat los in het cytoplasma van de cel voorkomt. Ze bevatten circulaire-
DNA moleculen. Sommige prokaryoten bevatten plasmiden: korte stukjes circulair DNA.

De bouw van DNA
Een DNA-molecuul is een nucleïnezuur. DNA bestaat uit twee ketens van aan elkaar gekoppelde nucleotiden. Een
nucleotide is opgebouwd uit:
- Desoxyribose
- Een fosfaatgroep
- Een stikstofbase: bestaat uit adenine (A), thymine (T), cytosine (C), guanine (G)

Desoxyribose heeft vijf C-atomen. De fosfaatgroep zit in een nucleotide en is gebonden aan het 5 e C-atoom, de
stikstofbase is gebonden aan het 1e C-atoom. Bij polymerisatie gaat het 3e C-atoom een binding aan met de
fosfaatgroep van de volgende nucleotide.
Polymerisatie: het aan elkaar koppelen van nucleotiden.
Er ontstaat een lange keten, een polymeer. Het is een enkelstrengs DNA-molecuul. Aan het ene uiteinde bevindt
zich een fosfaatgroep  het ‘5-uiteinde. Aan het andere uiteinde bevindt zich een OH-groep die zich aan het 3 e C-
atoom vast zit  het ‘3-uiteinde. DNA wordt altijd in de richting van het 3’ naar ‘5 uiteinde gekopieerd en afgelezen.
Basensparing: twee DNA-nucleotideketens worden met elkaar verbonden waarbij elke stikstofbase een vaste
bindingspartner heeft, A met T en G met C. Hierdoor is de nucleotide keten complementair. De basesparing gebeurd
door waterstofbruggen.
In een dubbelstrengs DNA-molecuul hebben de ketens een helixstructuur (= een spiraalvorm) de ketens lopen
hierbij in tegengestelde richting, de ene van 3’ naar 5’ en de ander van 5’ naar 3’.

Bij eukaryoten is het DNA in de celkern verdeeld over verschillende chromosomen. Elk chromosoom bestaat uit een
enkel, zeer lang dubbelstrengs DNA-molecuul. Voorafgaand aan een celdeling heeft DNA de vorm van een
kralenketting en deze wordt opgerold tot een spiraal (=spiraliseren).

DNA-sequentie
Sequentie: de volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt.
Gen: een deel van een DNA-molecuul dat de code (dus DNA-sequentie) bevat waarmee ribosomen eiwitten kunnen
synthetiseren.

Niet-coderend DNA
Niet-coderend DNA: het overige DNA wat niet codeert voor eiwitten. Het codeert dus niet voor eiwitten maar voor
andere moleculen. Deze moleculen hebben een regulerende functie bij de synthese van eiwitten. Een deel van niet-
coderend DNA bestaat uit repetitief DNA: herhalingen van korte nucleotidesequenties. Een ander deel bestaat uit
genen die hun functie hebben verloren.

,2. DNA-replicatie
DNA wordt in de kern gekopieerd voordat een cel deelt.

Replicatiestartpunt en replicatielabel
DNA-replicatie (het kopiëren van DNA) gebeurd tijdens de S-fase van de celcyclus. In het kernplasma bevindt zich de
nucleotiden dATP, dTTP, dGTP en dCTP. Ze bestaan dus uit desoxyribose (d), een base (A,T,C of G) en drie
fosfaatgroepen (TP). Door twee fosfaatgroepen te splitsen komt veel energie vrij.

DNA-replicatie begint bij een replicatiestartpunt (eukaryoten hebben meerdere startpunten, prokaryoten maar
één), in twee richtingen worden waterstofbruggen tussen de basenparen verbroken door het enzym helicase. De
twee strengen gaan uit elkaar waardoor een replicatiebel ontstaat.

Constante en onderbroken replicatie
Op de plaats waar de basenparing is verbroken, binden speciale eiwitten aan de strengen. Er wordt voorkomen dat
de vrijgekomen basen in een replicatiebel opnieuw waterstofbruggen gaan vormen met de vrijgekomen basen in de
andere streng.

De replicatie begint met een primer: een kort stukje van het nucleïnezuur RNA dat wordt gesynthetiseerd door het
enzym primase. DNA-polymerase kan alleen nucleotiden vastplakken aan het 3’ uiteinde van een bestaande streng,
vanaf een primer kan het enzym DNA-polymerase langs de enkelstrengs keten schuiven en dATP, dTTP, dGTP of
dCTP uit het kernplasma binden aan de vrijgekomen stikstofbase. Er ontstaan nu twee dubbelstrengs DNA-
moleculen die elk uit een oude en nieuwe keten bestaan.

De nieuwe streng wordt gesynthetiseerd in de richting van 5’ – 3’ aangezien je een DNA-streng afleest van 3 naar 5.
Langs beide nucleotide ketens bewegen enzymen in tegengestelde richting om een nieuwe keten te vormen.

Replicatie langs een van de strengen in een replicatiebel vindt in twee richtingen plaats. In de ene richting kan DNA-
polymerase vanaf het replicatiestartpunt het uit elkaar gaan van de ketens volgen om de leidende streng te
synthetiseren. In de andere richting kan DNA-polymerase steeds korte stukjes DNA synthetiseren, doordat dit
achterwaarts gebeurd. De RNA-primers worden vervangen door DNA-nucleotiden en DNA-ligase koppelt de kleine
fragmenten aan elkaar waardoor de volgende streng is gevormd.

Telomeren en veroudering
Na het kopiëren worden primers verwijderd en vervangen door DNA op plaatsen waar een 3’ uiteinde beschikbaar is.
Doordat de RNA-primer, die aan het uiteinde van de DNA-streng bindt, wordt verwijderd, kan DNA-polymerase het
uiteinde van de volgende streng niet repliceren. Er is geen 3’ uiteinde beschikbaar waar het enzym nucleotiden aan
kan binden. Het niet-gekopieerde enkelstrengs DNA wordt door een enzym verwijderd. Een DNA-molecuul wordt
dus bij elke DNA-replicatie korter.

Uiteinden van chromosomen bevatten bij de eukaryoten telomeren: het bestaat uit niet-coderend DNA ingekapseld
in eiwitten. Bij elke celdeling wordt een telomeer korter. Uiteindelijk is er een klein stuk over en kan de cel niet meer
delen, de cel ondergaat dat apoptose: geprogrammeerde celdood.

PCR
Door PCR (polymerase chain reaction) kunnen een of meer specifieke gedeelten uit DNA in een PCR machine worden
gekopieerd totdat er genoeg DNA is om een onderzoek te kunnen doen.

Korte stukjes DNA met 20-30 nucleotiden worden gebruikt als primers, deze zijn complementair aan een deel van
het DNA dat de onderzoeker wil vermenigvuldigen. DNA-polymerase kan vanaf het 3’ uiteinde van de primer nieuwe
nucleotiden vastplakken en zo van enkelstrengs DNA dubbelstrengs DNA maken. Voor elke DNA streng is een primer
nodig ook zijjn er DNA-polymerase en DNA-nucleotiden nodig. Het DNA wordt in de machine verhit en de strengen
gaan uit elkaar, de temperatuur wordt iets verlaagd en de primers hechten zich aan de twee enkelvoudige DNA-
strengen. De primers zitten op het begin van de streng (dus bij de 3’ richting). De temperatuur wordt weer verhoogd
en DNA-polymerase gaat vanaf de primer de keten verlengen waardoor er twee dubbele DNA strengen ontstaan.

Sequensen en gelelektroforese
Sequensen: het bepalen van de nucleotidenvolgorde van het DNA.

, Als je DNA wilt sequensen kopieer je het eerst miljoenen malen door PCR, je scheidt de strengen want je hebt alleen
de leidende streng nodig. Verschillende didesoxynucleotiden (ddA, ddC, ddG, ddT) zijn nodig.
Didesoxynucleotiden: moleculen die geen OH-groep hebben aan het 3’ uiteinde, hierdoor stopt de DNA-replicatie
nadat een didesoxynucleotide is ingebouwd. Aan elk van de vier didesoxynucleotiden is een stof gebonden die een
bepaalde kleur fluoresceert.

Je voegt in een reageerbuis ddA met een fluorescerend label toe aan de leidende strengen, DNA-polymerase,
nucleotiden en primers. Ne plaatst de buis in de PCR machine. Uiteindelijk bevat de reageerbuis een verzameling
DNA-fragmenten van alle mogelijk verschillende lengten met ieder een gelabeld didesoxynucleotide A op het eind.
Dit proces doe je dus ook voor T, G en C.

Door gelelektroforese kunnen deze DNA fragmenten onder invloed van elektrische spanning, in een gel op lengte
worden gescheiden. Zodra er spanning op de gel wordt gezet, bewegen de negatief geladen DNA-fragmenten in de
gel naar de positieve pool (hoe kleiner de DNA fragmenten hoe sneller ze bewegen). Na gelelektroforese zijn de
fragmenten door de fluorescerende labels te zien als bandjes in de gel en kun je de volgorde van de nucleotiden van
beneden naar boven aflezen.

DNA-fingerprinting en restrictie-enzymen
Locus (loci): de vaste positie van een gen op het chromosoom.
Gen: bevat erfelijke eigenschappen.
Allel: deel van een gen wat erfelijke eigenschappen bevat.

In niet-coderend DNA bevinden zich loci die bestaan uit repetitief DNA (bijv.
CACACA). Voor elk persoon zijn ze uniek. Voor een bepaalde locus met repetitief
DNA bestaan verschillende allelen. Chromosomen komen in lichaamscellen in
paren voor en dus heeft elke persoon per locus twee allelen.
DNA-fingerprint: zo wordt ook wel een DNA-profiel genoemd, het is een heel uniek patroon van repetitief DNA. Dit
komt doordat elk mens één chromosoom van zijn moeder en één van zijn vader erft.

Voor het bepalen van een DNA-profiel worden beide allelen van minimaal 10 repeats onafhankelijk overervende loci
met repetitief DNA onderzocht. Men knipt de loci met repeats uit het DNA. Met behulp van restrictie-enzymen.
Restrictie-enzymen herkennen een specifieke nucleotidesequentie van vier tot acht nucleotiden in het NDA en
knippen het DNA op die plaats door. De loci hebben een verschillende lengte en worden gescheiden door
gelelektroforese, dit levert een uniek banden patroon op wat kan worden vergeleken.

3. transcriptie
Bij transcriptie wordt een kopie gemaakt van de nucleotidevolgorde van een gen in het DNA. De nucleotidevolgorde
van de kopie is de informatie waarmee een ribosoom een eiwit kan maken.

De bouw van RNA
Door DNA-replicatie heeft elke cel in een organisme hetzelfde DNA. Met de informatie in de genen van het DNA
kunnen ribosomen in de cel eiwitten synthetiseren. De DNA-sequentie van een gen wordt ‘overgeschreven’ in een
RNA-molecuul.
RNA: een nucleïnezuur, meestal enkelstrengs. RNA bestaat uit nucleotiden en heeft een andere structuur dan DNA.
De nucleotiden bevatten ribose in plaats van dexocyribose en uracil (U) in plaats van thymine.

De functie van RNA
Messenger RNA (mRNA): het RNA dat langs de DNA-sequentie van een gen is gevormd, dat de informatie voor de
synthese van een eiwit brengt naar het ribosoom.
Het ribosoom leest de nucleotide volgorde af en synthetiseert hiermee een eiwit. Andere RNA-moleculen worden
gevormd in de kern, en al deze moleculen spelen een rol bij de productie van eiwitten in een cel.
Ribosomaal RNA (rRNA): een belangrijk bestanddeel van ribosomen.
Transfer-RNA (tRNA): bindt aminozuren uit het cytoplasma en vervoert die naar een ribosoom voor de synthese van
een eiwit.

Van promotor tot eindsignaal

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisettevd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd