Inleiding in het jeugdrecht
Inhoud kennisclip
- Plaats in het juridisch stelsel
o En binnen welke rechtsgebieden het jeugdrecht valt
- Bronnen
o Waar moet je zoeken naar nationale en internationale regels?
- Onderwerpen
- Beginselen en tendensen
o De afgelopen jaren en wat speelt er nu op het gebied van het jeugdrecht?
Jeugdrecht?
Het gaat om alle wettelijke bepalingen die betrekking hebben op jeugdigen (personen van 0-
18 jaar).
Rechtsgebieden
Het jeugdrecht beslaat niet 1 rechtsgebied. Het betreffen meerdere rechtsgebieden. In
hoofdlijnen kun je het jeugdrecht toekennen aan het strafrecht en het civiele recht.
- Privaatrecht, inclusief het jeugdbeschermingsrecht
o Het recht tussen burgers onderling. Denk bijv. aan het gezag recht die ouders
hebben over het kind, maar ook aan de positie van het kind zelf: wat mag een
kind wel en niet doen in de maatschappij? En welke rechten heeft het kind?
En hoe zit het als een kind betrokken raakt in een juridische procedure. Als de
procedure gaat over de rechten van het kind zelf: mag het kind dan zelf
handelen? Wanneer wel of niet? En wordt er geluisterd naar de mening van
het kind?
o Jeugdbeschermingsrecht: behoort ook tot het civiele kader. Dan hebben we
het over de jeugdbeschermingsmaatregelen zoals de OTS. De overheid grijpt
in in het leven van het kind en het gezin waartoe dat kind behoort. OTS kan
leiden tot een UHP: het kind leeft dan gescheiden van zijn of haar ouders. Dit
zijn heftige middelen die een overheid kan inzetten. Wie bepaalt op welke
gronden dat een kind van zijn of haar ouders gescheiden dient te leven? En
welke verplichtingen heeft de overheid op het moment dat zij zodanig in het
kinderleven?
- Strafrecht
o Dat speelt wanneer een minderjarige een strafbaar feit pleegt. Wat zijn de
regels die op een minderjarige van toepassing zijn? Wordt een minderjarige
anders behandeld dat een volwassenen in de zin dat er andere mogelijkheden
zijn om de minderjarige te straffen? Kinderen functioneren immers niet op
hetzelfde niveau een volwassene. En spelen pedagogische aspecten daarbij
ook een belangrijke rol? Moet het kind geholpen worden en op welke manier
dan?
- Jeugdhulprecht
o Dit recht regelt de hulp aan het kind en het gezin in het vrijwillige
civielrechtelijke of stafrechtelijke kader. Deze hulp is georganiseerd vanuit
gemeente. Die bepalen en betalen de hulp aan het kind. Hoe is dat verder
georganiseerd? Welke organisaties zijn er betrokken bij een kind en een
, gezin? Belang is om te kijken naar wanneer hulp vrijwillig is en kan zijn. We
zullen zien dat die vrijwilligheid niet altijd zo wordt ervaren.
o Het jeugdrecht zie je ook op het gebied van onderwijs. Wat gebeurt er als een
minderjarige vaak spijbelt? Maar ook in de gezondheidszorg of op het gebied
van het sociale zekerheidsrecht en jet vreemdelingenrecht. Hoe ga je om met
een minderjarige die van de ene op de andere dag op straat komt te staan
omdat de ouders geen verblijfsstatus krijgen. Dit zijn allerlei zaken die men
kan rekenen tot het jeugdrecht.
- Internationaal recht
o Ook kijken we naar het internationale kader.
Het civiele jeugdrecht is nauw verbonden met het PFR. Onderwerpen als de geboorte,
naam, nationaliteit, afstamming, adoptie en de positie van het kind na een echtscheiding (of
dat na ouders die niet gehuwd zijn of geen GP hebben, uit een gaan) vertonen een overlap
met het jeugdrecht. Deze onderwerpen raken het kind. Ook het onderwerp gezag. Al deze
onderdelen worden niet behandeld gedurende deze cursus, maar met name het onderwerp
gezag is van belang: aan dit recht kan in het jeugdrecht getornd worden als het niet goed
gaat met het kind of het gezin waarbinnen het kind leeft.
Bestraffen / Beschermen
Wanneer moet een kind beschermd of bestraft worden? En op welke manier? In beide
gevallen wordt ook afgewogen of het kind verdere hulp nodig heeft en of het gezin van het
kind hulp nodig heeft. Die hulp moet vervolgens worden uitgevoerd. In het jeugdrecht krijgen
we dan ook te maken met de veelheid aan instanties en personen die om het kind/om het
gezin heen staan.
Internationale bronnen
NOG INVOEGEN!
Het jeugdrecht in nauw verbonden met het internationale recht. Bij de behandeling
van de jeugdrecht kunnen we niet heen om de internationale kinderrechten. Er is een
aantal internationale verdragen en richtlijnen van belang voor het jeugdrecht. Hierin
(of in jurisprudentie van internationale rechtssprekende instanties) staat het kind
centraal en wordt er vormgegeven aan de rechtspositie van het kind. Deze
internationale bepalingen spelen door in ons nationale recht, en dus in het
jeugdrecht. Soms direct en soms indirect. Het gaat dan om bijvoorbeeld om het IVRK.
Een heel belangrijk verdrag in het jeugdrecht, waarin de rechten van het kind centraal
staan. Dit verdrag speelt dus in ieder geval een rol in zowel het civielrechtelijke als
het strafrechtelijke nationale jeugdrecht. Nederland heeft dit verdrag bekrachtigd in
1995, wel met een aantal voorbehouden. Dan wordt dit verdrag nog aangevuld door 3
protocollen. Nederland is geen lid bij het 3e protocol. Het IVRK is het meest
geratificeerde verdrag van de wereld. Alleen de VS heeft dit verdrag niet geratificeerd
uit angst voor de soevereiniteit en bepaalde dingen op te moeten geven.
De internationale kinderrechten die je ook te plaatsen in het licht van andere
internationale verdragen. Zo mag je niet het EVRM over het hoofd zien: dit verdrag
richt zich niet specifiek op kinderen, echter het EHRM heeft in jurisprudentie vaker
bepalingen uit het verdrag uitgelegd voor kinderen en ook bepalingen toegepast op
de situatie van het kind. Op die manier werkt dit verdrag ook door in de kinderrechten
en de betekenis daarvan voor ons nationale recht.
Ook het IVBPR en het verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten speelt een
rol bij kinderrechten. Dit is de reden dat hiernaar in de preambule van het IVRK wordt
verwezen
• de Beijing Rules
• de Havana Rules
• de Rijadh Guidelines
,• de European Convention on the Exercise of Children’s Rights
• de United Nations Guidelies on Justice in Matters involving Child Victims and
Witnesses
• de European Rules for juvenile offenders subject to sanctions or measures
• de United Nations Guidelines for het Alternative Care of Children
• de Guidelines on child-friendly justice van de Raad van Europa
• de EU-richtlijn 2016/800.
Dit zijn allemaal internationale richtlijnen die terugkomen in het strafrecht.
Als je bezig bent met het jeugdrecht dien je zeker NIET de internationale verdragen
over te slaan! Maar welke internationale bronnen dienen daarnaast nog te worden
raad gepleegd? Zie hieronder:
Nationale bronnen (voor het civiele recht)
Omdat het jeugdrecht raakvlakken heeft met zoveel rechtsgebieden, zijn er ook heel veel
bronnen te onderscheiden. Het idee hierachter is dat de zorg en regelgeving geïntegreerd
dient te zijn in de bestaande verbanden en structuren van de maatschappij en de daarop
ziende regelgeving. Het nadeel hiervan is dat het niet uitblinkt in overzichtelijkheid.
• Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
- Hierin vind je het civiele jeugdrecht en jeugdbeschermingsrecht
• Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- Hierin staat het procesrecht. Je dient dan vooral te kijken naar de bepalingen over de
rechtspleging inzake van personen en familierecht in titel 6, waarin een onderscheid
wordt gemaakt in de rechtspleging in scheidingszaken en rechtspleging in andere
zaken dan scheidingszaken. Daarnaast dien je voor de rechtspleging ook de
algemene bepalingen over de verzoekschriftprocedure te bekijken.
• Jeugdwet en het Besluit Jeugdwet
• Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015
Deze laatste 2 bronnen zijn ook van belang voor het jeugdhulprecht.
Nationale bronnen (voor het strafrecht)
• Wetboek van Strafrecht
- Hierin staan bijzondere bepalingen ten aanzien van jeugdigen in titel 8a van boek 1.
• Wetboek van Strafvordering: hierin staan bijzondere bepalingen betreffende
jeugdige personen.
• diverse besluiten behorend bij voornoemde wetboeken zoals het Besluit
Halt-feiten, het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en de
Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten
• Jeugdwet en het Besluit Jeugdwet
• Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen en daarbij behorende besluiten
Beginselen
• het belang van het kind (artikel 3 IVRK)
- Het basisbeginsel waar alle rechten van het kind op terug te voeren zijn. Dit beginsel
is niet alleen neergelegd in het internationale recht, maar ook de Nederlandse wet.
Het belang van het kind dient altijd een eerste overweging te zijn. Dit hoeft overigens
niet te betekenen dat andere belangen niet meewegen.
• het non-discriminatiebeginsel (artikel 2 IVRK)
- Iedere staat moet de rechten die in het IVRK zijn neergelegd eerbiedigen en
waarborgen, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, afkomst van het
kind, kortom: er mag geen discriminatie van welke aard ook plaatsvinden.
• het recht op leven en ontwikkeling (artikel 6 IVRK)
• het recht op participatie (artikel 12 IVRK)
, - Dit betreft niet alleen het recht van het kind om een mening te vormen, maar ook het
recht om de mening te kunnen uiten zonder dat daar beperkingen aan zitten. Er dient
belang te worden gehecht aan de mening van het kind.
Tendens
Het jeugdrecht is altijd in ontwikkeling. Een van die redenen daarvan is dat de maatschappij
veranderen. Een andere reden is dat het ontwikkelen en uitvoeren van een werkend systeem
betreffende het jeugdrecht een omvangrijke en zeer lastige uitdaging is. We zien dan ook dat
over de jaren heen gezocht wordt naar mogelijkheden om een goede organisatie van het
wettelijke en het uitvoerende kader neer te zetten. De wettelijke basis van het jeugdrecht is
gelegd in het begin van de 20e eeuw. Er traden toen 3 kinderwetten in werking: deze wetten
worden gezien als de basis van het jeugdrecht, jeugdbeschermingsrecht en jeugdstrafrecht.
Sindsdien kent het jeugdrecht golven van kritiek, acties, onderzoeken en rapporten om te
trachten het jeugdrecht en de jeugdhulp te verbeteren.
• onrust
• zoekend naar een systeem dat effect heeft
• constante ontwikkeling
Enkele voorbeelden:
• decentralisatie met invoering Jeugdwet (2015)
- In 1989 werd de wet op de jeugdhulpverlening ingevoerd. Daarmee werd de hulp
gedecentraliseerd van het rijk naar de provincies en de grote stedelijke regio’s. De
regionale samenwerkingsverband en Jeugdhulp-adviesteams worden in de wet
opgenomen, maar komen nooit van de grond.
- In de jaren daarna wordt toegewerkt naar de wet op de Jeugdzorg, die in 2005 in
werking treed.
- Kort daarna treedt de wet maatschappelijke ondersteuning in werking. Nog is er
onrust.
- Vanaf 2011 wordt toegewerkt naar een transitie van de jeugdzorg. Hierbij wordt de
jeugdzorg voortaan bij de gemeente gelegd. Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe
jeugdwet van kracht. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de jeugdzorg.
Daarmee is er echter geen einde gekomen aan de onrust. Er is sprake van financiële
tekorten bij de gemeenten, er is een te kort aan jeugdhulpverleners. Kortom: de
stabiliteit en zekerheid voor minderjarigen, gezinnen en daarmee voor het stelsel is
allerminst verzekerd. Ook daarom wordt nu weer gewerkt aan verbetering van het
stelsel, al dan niet met behulp van wetswijzigingen. Hiervoor zijn projecten opgezet.
Daarop uitsluitend werd in maart 2021 gepresenteerd:
• Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming
- Hierin wordt ingezet op harmonisatie en vereenvoudiging van wetgeving. Dit
toekomstscenario is gemaakt in opdracht van de Nederlandse gemeenten en de
Ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De
aanleiding hiervoor is de complexiteit van de organisatie van de jeugdbescherming,
het feit dat kinderen en gezinnen vaak geen tijdige en passende hulp krijgen en het
feit dat achterliggende problematiek binnen een gezin te weinig aandacht krijgt. Het
toekomstscenario geeft op hoofdlijnen aan hoe de gezins- en kinderbescherming er
in 5-10 jaar uit moet zien. Dit scenario is inmiddels ter consulatie voorgelegd aan
onder meer de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming en andere
spelers in het jeugdrecht. 1 van de aanbevelingen die gedaan wordt, is om kinder- en
mensenrechten centraal te stellen. Hiervoor wordt verwezen naar het internationale
kader. Ook is het bieden van perspectief een belangrijk punt.
• Wet herziening Tenuitvoerlegging Strafrechtelijke beslissingen
Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irisjorna1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €18,48. Je zit daarna nergens aan vast.