SAMENVATTING LF3
Zenuwstelsel, zintuigen, bewegingsapparaat, genetica
7 APRIL 2020
JAAR 1 BLOK 3
Christelijk hogeschool Ede
, Het zenuwstelsel
Inleiding tot het zenuwstelsel
Coördinatie van de activiteit in de organen gebeurt door het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
Zenuwstelsel: reageert snel maar kort, regelt de lichaamshouding en bewegingen van het oog.
Hormoonstelsel: prikkels ontstaan langzamer, regelt de dagelijkse energieverbruik en reguleert
langdurige processen (volwassen worden)
8.1 Het zenuwstelsel kan worden verdeeld aan de hand van anatomische en functionele
eigenschappen
Het zenuwstelsel
1. Meet het interne en externe milieu
2. Integreert informatie van zintuigen
3. Coördineert gewilde en ongewilde reacties van vele andere organen
Het zenuwstelsel is in 2 grote gedeelten verdeeld:
- centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg: verwerking van sensorische info en geeft impulsen
aan spieren
- Perifere zenuwstelsel: alles van het zenuwstelsel buiten het CZS om
Zintuigen
9.1 Sensorische cellen verbinden ons inwendige en uitwendige milieu met het zenuwstelsel
Onze kennis van de wereld om ons heen is beperkt tot de prikkels waardoor onze zintuigen worden
gestimuleerd. Veel dingen die wel te zien zijn door dieren/insecten nemen wij mensen niet waar.
Alle sensorische informatie wordt opgepikt door: zintuigen, gespecialiseerde cellen of uitlopers die
omstandigheden binnen of buiten het lichaam registreren.
Vrije zenuwuiteinden: vertakte uiteinden van dendrieten, gevoelig voor veel typen prikkels.
Zenuwuiteinde in de huid: pijngewaarwording door, kneuzing, warmte of snijwond
Tastzintuig: gevoelig voor druk, ongevoelig voor chemische prikkels
Smaakzintuig: gevoelig voor opgeloste chemische stoffen, ongevoelig voor druk
Lichtgevoelige cellen in het oog: detecteren van licht (worden zelen aan andere prikkels blootgesteld)
Ingewikkelde zintuigcellen worden door accessoire structuren en bindweefsellagen beschermd
Een voldoende sterke prikkel komt aan bij receptor X in het CZS. Hoe groter het receptorveld hoe
slechter we een prikkel kunnen lokaliseren. Sensorische informatie komt als actiepotentialen het CZS
binnen. Hoe sterker de prikkel hoe hoger de frequentie actiepotentialen.
Gewaarwording: aankomende informatie
Waar de sensorische informatie heen wordt geleid hangt af van de aard van de prikkel:
Primaire sensorische schors aanraking, druk, pijn, temperatuur en tastgewaarwording
Respectievelijk het visuele, auditieve en olfactorische gebied van de hersenschors informatie van
de ogen, oren en het reukzintuig
Waarneming: bewustwording van de gewaarwording
Adaptatie: afname van gevoeligheid in aanwezigheid van een constante prikkel.
Slechts de helft van de prikkels dat door onze afferente vezels gaat bereikt de hersenschors
Het reticulaire activerende systeem: beïnvloed de concentratie en verhoogd/verlaagd de
gewaarwording
Algemene zintuigen: temperatuur, pijn, aanraking, druk, trilling, proprioceptie (lichaamshouding)
Somatische zintuigen: liggen door het hele lichaam verspreid
Speciale zintuigen: reuk (olfactie), smaak (gustratie), gezichtsvermogen, evenwicht
Belangrijk: