Samenvatting Kindergeneeskunde:
Les 1:
Lesstof:
Mul: 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 6.1, 6.2, 6.11, 10.1.1, 12.8, 13.7, 14.1
Dudink: 9.5.2, 20.4.1
1. Kunnen uitleggen hoe de opvang van de pasgeborene wordt gedaan en de APGAR score
kunnen toepassen.
Tijdens een normale bevalling, is de kinderarts niet aanwezig. Het protocol verschilt per ziekenhuis
wanneer de kinderarts wel aanwezig moet zijn. Als er complicaties optreden tijdens de bevalling
zowel bij de moeder als baby, kan de kinderarts ingeschakeld worden.
Voorbeeld moeder: kunstverlossing met vacuümpomp of tang als de baring niet vordert.
Voorbeeld baby: foetale nood, slecht of verslechterend CTG waarbij spoedkeizersnede nodig is,
meconiumhoudend vruchtwater en eventueel ook bij verdenking op maternale infectie. Ook is er
extra veel aandacht nodig als er bij de geboorte afwijkingen zijn, zoals slokdarmatresie of een
hartafwijking.
De opvang verloopt volgens de ABC met een belangrijk aandachtspuntje de warmtehuishouding van
het kind:
APGAR-score:
Teken 0 punten 1 punt 2 punten
Hartfrequentie (HF) Afwezig <100/min >100/min
Ademhaling (AF) Afwezig Enkele zwakke Goed door huilen
adembewegingen
Spiertonus Slap Enige flexie Goede tonus
Prikkelbaarheid Geen reactie Zwakke Goede reactie
reactie/grimassen
kleur Blauw, bleek Blauwe acra Geheel roze
Deze score wordt op 1, 5 en 10 min na geboorte gebruikt. Als de score in de eerste 10 min niet
verbetert, is er een mogelijke perinatale asfyxie(=zuurstoftekort met verzuring en hoge CO2-
waarden). Samen met de pH-waarde van de navelstreng en de APGAR, is er een indicatie van de
ernst.
2. Basisbegrippen uitleggen met betrekking tot geboortetermijn en gewicht: prematuriteit,
SGA/dysmaturiteit, LGA/macrosomie, serotiniteit.
Prematuriteit: Wanneer een kind geboren wordt voor de zwangerschapsduur van 37 weken.
SGA/dysmaturiteit: Small for gestational age. Het kind is slecht in de baarmoeder gegroeid,
waardoor het kind te licht is voor de leeftijd.
, LGA/macrosomie: Large for gestational age. Te dikke baby’s. Kan voorkomen bij moeders
met diabetes mellitus of zwangerschapsdiabetes. Oorzaak: relatief hoge bloedsuikers van de
moeder waardoor de insulineproductie van de baby hoger is.
Serotiniteit: Als de bevalling 2 weken na de uitgerekende datum niet in gang is gekomen.
Kind is over tijd.
3. Problemen in de neonatale periode begrijpen en kunnen verklaren: hypoglycemie,
hyperbilirubinemie.
Hyperbilirubinemie:
Een veelvoorkomend verschijnsel in de eerste levensweek, is gele verkleuring van de huis van de
baby. Er zijn twee soorten: fysiologische icterus en niet-fysiologische icterus.
Fysiologische icterus:
Ophoping van bilirubine in het bloed, doordat neonaat nog onvoldoende in staat is de bilirubine in de
lever te conjugeren en af te voeren, zal de concentratie ongeconjugeerd bilirubine in het bloed
toenemen en boven een bepaalde waarde zichtbaar worden in de huid en aan het oogwit. Meestal
zijn het kinderen die borstvoeding krijgen en de verkleuring wordt rond de derde dag zichtbaar en
kan een aantal dagen aanhouden.
Hoge waarde geeft een hogere kans op kernicterus (=neurologische aandoening waarbij er schade
optreedt aan hersenkernen die de motoriek coördineren.) ontwikkelingsachterstand, afwijkend
bewegingspatroon en evt doofheid.
Wat te doen: voldoende vochtintake en zonlicht.
Symptomen:
- Hogere waarde sufheid
- Minder drinken
Niet-fysiologische icterus (pathologisch):
Ongeconjugeerd:
Dit ontstaat in de eerste 24 uur van het leven en is pathologisch. De bloedgroepantagonisme tussen
moeder en kind ligt ten grondslag. Dit leidt tot afbraak van erytrocyten bij het kind, waarbij er een
toegenomen productie van bilirubine is. Het kan ook door een defect in de celwand van het kind
komen.
Ook zijn er stofwisselingsziekten en hormonale afwijkingen waarbij een kind hyperbilirubine kan
ontwikkelen, zoals congenitale hypothyreoïdie en galactosemie. Bij galactosemie kunnen kinderen
geen galactose verwerken en worden de kinderen bij de voeding ziek en geel met een vergrote lever.
De onverwerkte stoffen kunnen in de urine teruggevonden worden waardoor het goed op te sporen
is.
Geconjugeerd:
, Geconjugeerde bilirubine wijst op een stoornis in de afvloed van gal vanuit de lever.
Galgangatresie= niet of te klein aangelegd zijn van galgangen in de lever. De verwerkte bilirubine kan
niet worden afgevoerd via galblaas naar darmen. Dit zorgt ervoor dat er een hoge concentratie
geconjugeerde bilirubine in het bloed terecht komt. Hierdoor is er een gestoorde opname van
vitamine K en andere vet oplosbare vitamine. Gal zorgt er namelijk voor dat de vetten worden
geëmulgeerd en worden geabsorbeerd.
Behandeling:
Bij een stijgende (ongeconjugeerd) bilirubine waarde wordt fototherapie aangewezen. Het bestaat
uit UV -licht, dit zorgt ervoor dat de bilirubine wordt omgezet in producten die de lever niet hoeft om
te zetten zodat ze worden uitgescheiden. Aandachtspunten zijn: temperatuurcontrole en voldoende
vochtintake.
Neonatale hypoglykemie:
Als een jong kind te lang een lage glucosewaarde heeft, zijn er aanwijzingen dat dit neurologische
schade kan geven. Aangezien glucose de belangrijkste energiebron is voor organen en voornamelijk
de hersenen.
Er moet gehandeld worden als de glucosewaarde onder de 2,6 mmol/L zit.
Oorzaken:
- Onvoldoende aanbod of aanmaak glucose
- Relatief hoge insulinewaarde bij kinderen van een moeder met diabetes mellitus.
- Bij een hoge hemoglobinegehalte wordt de darmdoorbloeding verminderd,
waardoor er minder glucose wordt opgenomen.
Symptomen:
- Apneus
- Trillerigheid
- Sloomheid
- Ondertemperatuur
- Hypotonie
- Convulsies vertonen
Preventie:
- Identificeren risicokinderen
- Geven van voldoende voeding
- Voldoende glucose via infuus