1
Samenvatting stadssociologie: onderwijs en opvoeding
Inhoud
Literatuur per probleem........................................................................................................................2
Probleem 1: De gesegregeerde school..............................................................................................2
Probleem 2. Het 'kapitaal' van kinderen en het 'vermogen' van ouders en scholen.........................2
Probleem 3. De 'exclusieve' stad.......................................................................................................2
Probleem 4. De 'deviante' stad..........................................................................................................2
Probleem 5. De leefwerelden binnen en buiten de school Probleem 5 - Vignet A. Motivatie,
talentontwikkeling en gelijke kansen.................................................................................................3
Probleem 5 - Vignet B. Code-switchen, veerkracht en gelijke kansen...............................................3
Probleem 6. De gezonde school.........................................................................................................3
Probleem 1: de gesegregeerde school...................................................................................................4
Leerdoel 1: wat is schoolsegregatie...................................................................................................4
Probleem 2: het kapitaal van kinderen en het vermogen van ouders en scholen.............................8
Leerdoel 1: hoe heeft kapitaal invloed op het welbevinden en de schoolprestaties van het kind
(mechanisme)....................................................................................................................................8
Leerdoel 2: wat zijn de kapitaal theorieën van Coleman en Bourdieu.............................................10
Leerdoel 3: wat is negatief sociaal kapitaal......................................................................................11
Probleem 3: De exclusieve stad...........................................................................................................14
Leerdoel 1: welke mechanisme liggen ten grondslag aan de sociale uitsluiting van jongeren in de
stad?................................................................................................................................................14
Probleem 4: de deviante stad..............................................................................................................17
Leerdoel 1: welke mechanisme liggen ten grondslag van deviant gedrag?.....................................17
Leerdoel 2: welke condities zorgen ervoor dat buurtbewoners overgaan op corrigeren?..............20
Probleem 5: de leefwerelden binnen en buiten school.......................................................................22
Leerdoel 1: welke mechanisme dragen bij aan vroegtijdig schooluitval en demotivatie.................22
Probleem 5 deel 2: de leefwerelden binnen en buiten school............................................................26
Probleem 6: de gezonde school...........................................................................................................31
Leerdoel 1: wanneer wordt een giftige school wel of niet een gezonde school..............................31
, 2
Literatuur per probleem
Probleem 1: De gesegregeerde school
Peters, D. and Muskens, G. (2011). Ethnic school segregation exists: possibilities for
counteracting measures. The Open Educational Journal, 4, 158–163.
Karsten, S., Roeleveld, J., Ledoux, G., Felix, C. and Elshof, D. (2002). Hoofdstuk 5.
Samenvatting en conclusies. In Schoolkeuze in een multi-etnische samenleving. (pp. 95–110).
Jongejan, D. and Thijs, J. (2010). ‘Prima maar niet voor mijn kind’: opleidingsniveau en
houding ten aanzien van zwarte scholen onder autochtone Nederlandse ouders.
Migrantenstudies, 1, 2– 20. Smit, F., Driessen, G., & Doesborgh, J. (2005). Hoofdstuk 4
Schoolkeuzemotieven van ouders. In Opvattingen van allochtone ouders: tussen wens en
realiteit. (pp. 45–54).
Probleem 2. Het 'kapitaal' van kinderen en het 'vermogen' van ouders en scholen
Bassani, C. (2007). Five Dimensions of Social Capital Theory as they Pertain to Youth Studies.
Journal of Youth Studies, 10(1), 17–34. https://doi.org/10.1080/13676260701196087
Dika, S.L., Singh, K. (2002). Applications of social capital in educational literature: a critical
synthesis. Review of Educational Research, 72(1), 31–60.
Lareau, A., Horvat, E.M. (1999). Moments of social inclusion and exclusion: Race, class, and
cultural capital in family–school relationships. Sociology of Education, 72, 37–53.
Oseguera, L., Conchas, G. Q., & Mosqueda, E. (2010). Beyond family and ethnic culture:
Understanding the preconditions for the potential realization of social capital. Youth &
Society, 43(3), 1136–1166. https://doi.org/10.1177/0044118X10382030
de Haan, Joost, Baay, Pieter, Yerkes, Mara,. (2015). Positief en negatief sociaal kapitaal van
mbo-jongeren: sociale ongelijkheid naar opleidingsniveau? Sociologie, 11(3), 424–448.
https://doi.org/10.5117/Sociologie/157433142015011003006
Probleem 3. De 'exclusieve' stad
El Hadioui, I. (2015). Sociale uitsluiting als economische en culturele ‘boulimia.’ ., 1–33.
Maliepaard, M., Gijsberts, M.I.L., de Koning, M., & de Hart, J.J.M. (2012). Hoofdstuk 8
Ervaren discriminatie en religie. In Moslim in Nederland (pp. 150–159).
Andriessen, I. (2010). Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen in kansenongelijkheid: meritocratisering,
conjunctuur of sociale acceptatie? In Discriminatiemonitor niet-westerse migranten op de
arbeidsmarkt (pp. 18–37).
Probleem 4. De 'deviante' stad
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. (2008). Hoofdstuk 2 Jongeren, hangjongeren,
criminelen en omwonenden. In Tussen flaneren en schofferen: Een constructieve aanpak van
het fenomeen hangjongeren. (pp. 15–26).
Sampson, R.J., & Wilson, W.J. (2005). Toward a Theory of Race, Crime, and Urban Inequality.
In Race, crime, and justice : a reader (pp. 37–54).
, 3
Iliass El Hadioui. (2015). De straatsocialisatie als een ‘masculiene’ pedagogiek. In Hoe de
straat de school binnendringt. (pp. 1–19).
Blokland, T. (2009). Het belang van publieke familiariteit in de openbare ruimte. Beleid En
Maatschappij, 36(3), 183–191.
Sampson, R. J. & Raudenbush, S. W. (1999). Systematic Social Observation of Public Spaces:
A New Look at Disorder in Urban Neighborhoods. American Journal of Sociology, 105(3),
603–613. https://doi.org/10.1086/210356
Probleem 5. De leefwerelden binnen en buiten de school Probleem 5 - Vignet A. Motivatie,
talentontwikkeling en gelijke kansen
Pels, T., Jonkman, H., & Drost, L. (2011). Socialiseren, Leren, Presteren. Over motivatie van
leerlingen in het voortgezet onderwijs. In Socialiseren, Leren, Presteren. Over motivatie van
leerlingen in het voortgezet onderwijs (pp. 1–63).
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. (2009). Hoofdstuk Toetsing en
Verdieping. In Vertrouwen in de school (pp. 145–154).
Probleem 5 - Vignet B. Code-switchen, veerkracht en gelijke kansen
El Hadioui, I. . (2022). Hoofdstuk 1-2. In Grip op de mini-samenleving. Over de zoektocht van
leerlingen en professionals naar gelijke kansen binnen een stedelijke schoolcultuur (pp. 23–
94). Buy this e-book via the link
Van Hoorik, I. (2011). Kansen talentontwikkeling voor “risicojongeren”. (Hoe) werkt
talentontwikkeling bij “risicojongeren”? (pp. 63–81).
Probleem 6. De gezonde school
El Hadioui, I. . (2022). Hoofdstuk 3-4. In Grip op de mini-samenleving. Over de zoektocht van
leerlingen en professionals naar gelijke kansen binnen een stedelijke schoolcultuur (pp. 95–
156).
Muhammed, A. & Hollie, S. (2011). Conflicting Wills & Frustration in a Toxic Culture. In The
Will to Lead, the Skill to teach: Transforming Schools at Every Level. (pp. 19–41).
, 4
Probleem 1: de gesegregeerde school
Leerdoel 1: wat is schoolsegregatie
Etnische schoolsegregatie: onderscheidt tussen zwarte en witte scholen
Zwarte scholen: scholen waarvan 70% of meer van de leerling bevolking allochtoon is.
Witte scholen: school waar de meerderheid van de leerlingen autochtoon is.
Segregatiegraad: criteria wanneer er sprake is van schoolsegregatie. Leerling populatie van een
school moet representatief zijn voor de wijkbevolking.
Argumenten tegen etnische schoolsegregatie:
- Zwarte scholen tasten leerprestaties aan, vanwege een tekort aan taalvaardigheden en het
gebrek aan inheemse leerlingen om van te leren.
- Gebrek aan interetnisch contact contacthypothese van Allport: meer contact zou leiden
tot een afname in etnische vooroordelen en wederzijdse etnische waardering stimuleren.
Mechanisme die schoolsegregatie versterken
- Ruimtelijke segregatie: centratie van bevolkingsgroepen in bepaalde wijken (bv. Mensen bij
elkaar met een lage sociaaleconomische status).
- Onderwijswetten en regelingen dragen bij aan segregatie (bv. Jim Crow wetten:
stratificatiemodel: overheid zorgt voor scheiding van rassen)
- Manier waarop school zichzelf promoot
- Keuzevrijheid van ouders art. 23 onderwijsvrijheid stelt keuzevrijheid van ouders vast en
financiering van scholen vanuit de overheid ingeroepen in 1917.
- Verzuiling keuze voor een school ligt niet meer voor de hand op basis van religie, door
het minder religieus worden van mensen.
- Witte/zwarte vlucht verlaten van scholen met teveel allochtone leerlingen of deze
scholen vermijden hierdoor ontstaat geleidelijke toename van zwarte scholen.
-
Drie factoren van witte vlucht
- Keuzevrijheid van ouders
- Schooldistricten (school op basis van postcodegebied)
- Privéscholen (op basis van SES wel of niet de mogelijkheid hebben hiervoor )
Maatregelen tegen segregatie
- Door de overheid: contracten opstellen met scholen en gemeenten om segregatie tegen te
gaan keuzevrijheid van ouders reguleren (dit kan niet afgedwongen worden door art. 23
onderwijsvrijheid)
- Maatschappelijk niveau: nieuwe vorm van segregatie accepteren, op basis van achtergrond
in plaats van etniciteit.
- Voorbeelden van maatregelen tegen segregatie
o Tiel: wervingszone: in elke zone zijn er openbare en religie specifieke scholen
, 5
o Nijmegen: gokmachine: onderscheid tussen rijke en arme scholen verminderen door
kansarme kinderen onder te verdelen regulatie van keuzevrijheid.
o Amsterdam: ouder initiatieven bewust maken van de segregatie en risico’s
hiervan
o Basisschool Mozaïek: school richt zich op prestaties van de kinderen en niet op
etniciteit.
Voorwaarden om maatregelen succesvol te laten zijn
- Onderlinge overeenstemming tussen ouders en scholen;
- Geen angst voor discriminatie;
- Ouders moeten zoveel mogelijk meedoen;
- Keuzevrijheid van de ouders moet gerespecteerd worden.
Instandhouding en ontstaan van schoolsegregatie
1. Demografische patronen
- Verhuisbeweging: vooral autochtonen trekken weg uit de wijken waar veel allochtonen
wonen.
- Dubbelpatroon: groei van allochtonen leerlingen en afname van autochtonen leerlingen
zorgt voor zwarte scholen.
- De allochtone leerling populatie stijgt door:
o Groei van allochtone gezinnen in de wijk
o Aantrekkelijkheid van de school voor de allochtone gezinnen in die wijk
o Door de hogere concentratie allochtonen kiezen autochtonen die school niet meer
Gaat om een combinatie van bevolkingskenmerken van de buurt en
schoolkeuzegedrag van de ouders
- Push en pull factoren: school met veel allochtone studenten trekt meer allochtone
leerlingen/ouders aan en schrikt hier autochtone leerlingen/ouders mee af vicieuze
cirkel.
2. Schoolkeuze motieven van ouders
- Bij de schoolkeuze motieven volgens schoolleiders van zwarte scholen spelen afstand,
vrienden en aandacht voor differentiatie (leerachterstanden) een belangrijke rol.
- Volgens schoolleiders van zwarte scholen zijn positieve keuzemotieven:
o Afstand dit was ook belangrijk voor allochtone ouders
o Vrienden op de school dit was ook belangrijk voor allochtone ouders
o Aandacht voor differentiatie dit was ook belangrijk voor allochtone ouders
o Leerlingenbevolking speelde ook een redelijke rol
o Minder belangrijk waren de kwaliteit, geloofsovertuiging van de school, specifieke
voorziening en curriculum dit vonden allochtone ouders ook minder belangrijk.
- Allochtone ouders vonden de kwaliteit van de school ook belangrijk.
o Allochtone ouders vonden negatieve motieven: laag niveau, slechte voorzieningen
en ontbreken van differentiatie.