Begrippen
Parafraseren = in eigen woorden uitleggen
Controleerbaarheid van feitelijke uitspraken = feitelijke uitspraken zijn
controleerbaar wanneer het (in principe) mogelijk is ze door empirische waarneming
te toetsen.
De bron van een uitspraak is betrouwbaar als:
- Deze deskundig is op het terrein van de uitspraak.
- Deze geen belang heeft bij de acceptatie ervan.
- Deze zichzelf niet tegenspreekt.
Aanvaardbaarheid van waarderende uitspraken = een waarderende uitspraak is
aanvaardbaar wanneer hij in overeenstemming is met de kennis en opvattingen de
beoordelaar.
Signaalwoorden
Voorwaarde = als, indien, mits, (op voorwaarde dat), tenzij (behalve wanneer),stel
dat.
Samenvatting = kortom, samenvattend, alles bij elkaar genomen, om kort te
gaan.
Toelichting = denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo, dat komt voor bij, ter illustratie, dat is
het geval bij.
Oorzaak-gevolg = daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken aan, te wijten
aan, het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is.
(oorzaak-gevolg)
Doel-middel = door middel van, met de bedoeling om, met behulp van, om te,
daartoe, opdat.
Vergelijking = net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens, eenzelfde,
hetzelfde/dezelfde als, in vergelijking met, vergelijken met, soortgelijke.
Opsomming = ook, bovendien, verder, eveneens, dan, vervolgens, daarnaast, ten
eerste… ten tweede, zowel… als.
Conclusie = dan ook, dus, aldus, hieruit volgt, concluderend.
Reden/verklaring = want, omdat, daarom , waarom, namelijk, immers, aangezien.
, Tegenstelling = maar, echter, toch, daarentegen, in tegenstelling tot, daar staat
tegenover dat, enerzijds … anderzijds.
Tekstsoorten
- Informatieve tekst of uiteenzetting = een tekst of tekstgedeelte waarin de
schrijver of spreker iets uitlegt, beschrijft, verklaart of meedeelt. De
uiteenzetting heeft als doel de lezer te informeren over een stand van zaken of
gang van zaken.
- Betogende tekst of betoog = een tekst of tekstgedeelte waarin de schrijver
of spreker een beargumenteerd standpunt inneemt. Het betoog heeft als doel
de lezer van het standpunt te overtuigen.
- Beschouwende tekst of beschouwing = een tekst of tekstgedeelte waarin
de schrijver of spreker interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging
aanbiedt. De beschouwing heeft als doel de lezer over een kwestie te laten
nadenken. Een beschouwing kan ook de argumenten voor en tegen een of
meer standpunten behandelen, maar is er niet op gericht de lezer voor een
van die standpunten te winnen.
Schrijfdoelen
- Informeren
- Uiteenzetten
- Overtuigen
- Tot actie aanzetten
- Beschouwen
- Vermaken
Functiewoorden
Aanbeveling = schrijver geeft raad of advies.
Aanleiding = omstandigheden die de schrijver ertoe brengt de tekst te schrijven.
Afweging = de schrijver weegt voor- en nadelen of mogelijke oplossingen tegen
elkaar af en maakt zo een keuze.
Anekdote = de schrijver vertelt een kort, kenmerkend of grappig verhaal, vaak als
introductie van een probleem of verschijnsel.
Argument = de schrijver geeft aan waarom hij iets vindt.
Weerlegging = de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is.