Middeleeuwen (circa 500-1500)
In 467 viel het Romeinse Rijk, hierna begon een lange/duistere periode van verval, armoede
en oorlog. 1000 jaar later bloeide de klassieke cultuur op onder invloed van de renaissance.
Vanaf het begin van de middeleeuwen ontvolkten steden en stagneerde de handel. Er was
voortdurend oorlog en veel epidemieën. Plaatselijke macht kwam in handen van de adel, die
boeren voor zich lieten werken.
Latijn
Deel van de klassieke beschaving kon dankzij kloosters levend worden gehouden. Paus
bleef in Rome, waardoor Latijn (taal van Romeinen) voertaal binnen de kerk werd. Klassieke
literaire werken bleven bewaard en werden in kloosters overgeschreven om monniken lezen
en schrijven te leren en latijn bij te brengen. Geestelijken werden het belangrijkst.
Mondelinge overlevering
Buiten de geestelijkheid kon vrijwel niemand lezen en schrijven, hierdoor werden veel
verhalen mondeling overgebracht door rondreizende dichters en zangers. Verhalen
veranderde doordat de ene iets toevoegde en de andere juist wegliet. Veel verhalen werden
pas na eeuwen op schrift gesteld door monniken, zij voegde dan weer religieuze elementen
toe.
Riddercultuur
Vanaf 12e eeuw vormden ridders de belangrijkste stand in Duitsland. Ridders stonden voor
moed, daadkracht en trouw en bepaalden het leven aan de hoven. Vanaf 1095 kwamen veel
ridders in aanraking met de oosterse cultuur door kruistochten naar het Heilige Land →
verandering cultuur. Ook in literatuur te zien, rond 1200 werd de genre ridderroman erg
populair. Veel schrijvers en dichters lieten zich inspireren door Franse voorbeelden.
Ridderromans waren voornamelijk bedoeld voor de adel en duurde ongeveer een eeuw,
vanaf 14e eeuw minder ridderstand door opkomst steden. Burgers bestuurde zelf en leefden
van handel en nijverheid. Ook vuurwapens zorgde ervoor dat ridders niet meer nodig waren.
De 1e geschreven Duitse literatuur ontstond rond 750. Voor die tijd waren er al verhalen,
maar die zijn niet op schrift bewaard gebleven. Duitse literatuur in die tijd stond vooral in het
teken van het bekeren van de Germanen tot het christendom.
Het Hildebrandslied
↳Belangrijkste Duitse werken die uit de oertijd bewaard is gebleven. Een monnik schreef in
de eerste helft van 19e eeuw 2 lege bladzijden uit een voor de rest Latijns boek vol met 68
verzen van een heldendicht. Het gaat over Hildebrand die na 30 jaar verbanning naar huis
terugkeert. Aan de grens komt hij tegenover de jonge krijger Hadubrand te staan. Als
Hildebrand ontdekt dat Hadubrand zijn zoon is overlaadt hij hem met geschenken.
Hadubrand vertrouwt het niet en vermoedt dat hij een listige Hun tegenover zich heeft, die
op slinkse wijze het land wil binnendringen. Het komt tot een strijd op leven en dood tussen
vader en zoon. “Een verschrikkelijk noodlot neemt zijn loop’, zegt Hildebrand voor het duel.
Hoe het afloopt blijft onduidelijk, omdat de tekst plotseling ophoudt.
Toverspreuken
Soms gebruikte monniken de lege pagina’s voor bijvoorbeeld praktische tips. In 1841
ontdekte een Duitse historicus in een bibliotheek twee heidense ‘toverspreuken’ in een
theologisch boek uit de 9e/10e eeuw: Merseburger Zaubersprüche.
, Parzifal
Ook Parzifal (een van bekendste ridderromans) van Wolfram von Eschenbach was rond
1200 uit Frankrijk overgewaaid, was een Arthurroman over de mythische Keltische koning
Arthur en zijn ridders van de ronde tafel. De hoofdpersoon Parsifal wordt door zijn moeder in
een eenzaam woud opgevoed. Ze wil niet dat hij ridder wordt om net als zijn vader op een
kruistocht te sneuvelen. Op een goede dag besluit de jongen toch de wijde wereld in te
trekken. Aan het hof van koning Arthur en de ridders van de ronde tafel valt hij op door zijn
dapperheid. Hij beleeft ridderlijke avonturen, maar krijgt van ervaren ridders het advies nooit
veel te vragen. Dat breekt hem op als hij de doodzieke koning Amfortas niet vraagt wat hem
mankeert. Juist met medeleven had Parsifal hem kunnen genezen, na jaren van rusteloze
omzwervingen verzoent hij zich met God.
Minnezang
Ook veel gedichten rond 1200, populaire genre was minnedicht en liefdesgedicht, waarin
liefde voor een onbereikbare, meestal getrouwde, adellijke dame werd bezongen. Walther
von der Vogelweide (1170-1230) was in Duitse taalgebied bekendste dichter van minnezang.
Beroepsdichter, reise van hof naar hof, raakte mensen, schreef politieke spreuken.
Burgerlijke literatuur
In steden ontstond na 1350 burgerlijke literatuur, waarin hoofdpersonen als nar Till
Eulenspiegel en de magiër Doktor Faustus zich voor het eerst aandienden. Zij zouden later
nog regelmatig opduiken in Duitse literatuurgeschiedenis.
Het Nibelungenlied is het belangrijkste middeleeuwse heldenepos uit het Duitse taalgebied.
Kort na 1200 op schrift gesteld. De onbekende schrijver liet zich niet door Franse
voorbeelden inspireren, greep terug op heldenverhalen uit de tijd van Germanen etc.
Kriemhilde
Nibelungenlied beschrijft ondergang van het Bourgondische hof in de Duitse stad Worms in
436. Aan dat hof woont koningsdochter Kriemhilde. Ze droomt dat haar valk door twee
adelaars wordt verscheurd, haar moeder zegt dat ze gevaar loopt haar man te verliezen als
God hem niet beschermt. Ze besluit daarom niet verliefd te worden. Maar als ridder Siegfried
in Worms verschijnt, is ze toch verkocht. Hij is sterk, moedig, wijs, eigenaar van de
legendarische Nibelungenschat en bovendien door een bad in drakenbloed bijna
onverslaanbaar. Alleen 1 plekje op zijn rug waar tijdens het bad een lindenblad bleef kleven
niet. Hij maakt een grote indruk aan het hof, maar voor hij met Kriemhilde mag trouwen moet
hij haar broer Gunther helpen om de IJslandse koningin Brunhilde te veroveren. Zij wil alleen
trouwen met een man die haar met rotswerpen, verspringen en speerwerpen kan verslaan.
Vermomd wint Siegfried Brunhilde als bruid voor Gunther, maar wanneer zij het bedrog
ontdekt laat ze Siegfried vermoorden door Hagen (vazal van Gunther).
Bloedbad
Kriemhilde zweert wraak te nemen op de moordenaars van haar man. 13 jaar na Siegfried’s
dood trouwt ze met de Hunnenkoning Etzel. Ze haalt hem over om haar broers en Hagen
voor een feest aan het hof uit te nodigen. De genodigden vermoeden een hinderlaag, maar
komen toch, met 9000 knechten en 1000 ridders. Als Bourgondiërs aan het hof van de
Hunnenkoning zijn aangekomen, loopt het feest uit op een bloedbad waarin bijna iedereen
dood gaat. Kriemhilde vermoord Hagen zelf, maar overleeft de slachtpartij zelf ook niet.
Nationaal epos
Na de middeleeuwen raakte het Nibelungenlied een tijd in vergetelheid. In 1755 originele
manuscripten weer ontdekt dus weer belangstelling. Richard Wagner schreef eind 19e eeuw
door dit lied geïnspireerde opera Der Ring des Nibelungen.