Gedragswetenschappen leerdoelen periode 3 leerjaar 1
Gemaakt door Elise Foks
Verpleegkunde Windesheim
,Inhoudsopgave
Week 1: Inleiding in de sociologie: wat is sociologie en aspecten van interactie...................................3
Week 2: Cultuur, socialisatie, structuur en stratificatie..........................................................................7
Week 3: Maatschappelijke ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving.......................................15
Week 4: De sociale en maatschappelijke factoren die van invloed zijn op zelfmanagement en
mantelzorg...........................................................................................................................................22
Week 5: Professionele zorg in sociologisch perspectief: van verzorgingsstaat naar
participatiemaatschappij......................................................................................................................26
Week 6 en 7: Huiselijk geweld en ouderenmishandeling; oorzaken en gevolgen................................30
,Week 1: Inleiding in de sociologie: wat is sociologie en aspecten van
interactie
1. Verwoorden op welke twee samenhangende vragen de sociologie antwoord probeert te
geven:
Sociologen verklaren gedrag vanuit de samenlevingsverbanden die mensen met elkaar vormen. Bij
allerlei vormen van gedrag kijkt een socioloog naar de groepen waarvan de betrokkene deel
uitmaakt, de structuur van die groepen en hun waarden en normen. Een socioloog houdt zich bezig
met vragen als: Hoe komt het dat de levensverwachting in lagere sociale klassen veel lager is dan in
hogere sociale klassen? Waarom komen stemmingsstoornissen vaker voor bij vrouwen dan bij
mannen? Waarom gaan er veel meer jongeren uit hogere sociale klassen naar de universiteit dan
jongeren uit lagere sociale klassen? Waarom komen er op jonge leeftijd al veel meer jongens dan
meisjes bij de Spoedeisende Hulp terecht? Antwoorden op deze vragen helpen bij de aanpak van
allerlei problemen.
Sociologie wordt wel omschreven als wetenschap van de maatschappij, wetenschap van het
menselijk samenleven of wetenschap van het sociale. Mensen leven met elkaar samen en worden
daardoor beïnvloed.
Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van allerlei
samenlevingsverbanden oftewel groeperingen? Die groeperingen kunnen variëren van het gezin
tot de samenleving als geheel. Een gangbare indeling is de volgende:
- Microniveau: hier gaat het om kleine samenlevingsverbanden waarvan mensen deel uitmaken,
oftewel de directe sociale omgeving van een individu. Te denken valt aan het gezin, een
vriendengroep of een team van collega’s.
- Mesoniveau: hier betreft het grotere organisatorische verbanden waarvan mensen deel
uitmaken, oftewel de wijdere sociale omgeving: een school, kerkgenootschap, wijk.
- Macroniveau: dit heeft betrekking op de maatschappij als geheel.
Hoe zit de samenleving in elkaar? Hoe zitten onderdelen van de maatschappij, zoals de
gezondheidszorg, in elkaar? Bij het beantwoorden van deze vraag komen subvragen aan de orde,
zoals: Hoe zijn de machtsverhoudingen? Welke waarden en normen worden belangrijk
gevonden? Welke problemen vloeien voort uit het samenleven van mensen (zogeheten
maatschappelijke problemen)? Bijvoorbeeld, alcoholverslaving is niet alleen een individueel
probleem maar ook een maatschappelijk probleem. Jongeren gaan vaak alcohol gebruiken om bij
de groep te horen. Alcoholgebruik kan ook een reactie zijn op allerlei problemen. De gevolgen
van alcoholgebruik voor de samenleving zijn groot: verkeersongelukken, gezondheidsproblemen,
overlast etc.
2. De wetenschappelijke benadering van de sociologie beschrijven en benoemen wat de
relevantie van de sociologie is voor verpleegkundigen:
Sociologie is een empirische wetenschap, dat wil zeggen een wetenschap waarbij kennis voortkomt
uit een systematische waarneming van feiten. De sociologie probeert objectief vast te stellen hoe de
maatschappelijke werkelijkheid in elkaar zit. Dat gebeurt door het doen van onderzoek. Op die
manier kunnen allerlei gegevens worden verzameld, zoals:
Welke verkeersdeelnemers veroorzaken de meeste ongelukken? Het antwoord op deze vraag
geeft inzicht in de objectieve werkelijkheid.
Welke opvattingen hebben mensen hierover, met andere woorden: welke verkeersdeelnemers,
denken de ondervraagden, veroorzaken de meeste verkeersongelukken? Het antwoord op deze
vraag geeft inzicht in hoe mensen de werkelijkheid beleven.
Sociologen zijn dus zowel geïnteresseerd in de objectieve werkelijkheid als in de vraag hoe mensen
de werkelijkheid subjectief beleven. Het antwoord op voorgaande vragen kan heel verschillend zijn.
, Als veel mensen denken dat vrouwen slechtere chauffeurs zijn dan mannen, is het interessant om na
te gaan hoe dat te verklaren is.
Onderzoek doen is heel belangrijk, omdat het uiteindelijk om feiten gaat. Beleidsmakers op allerlei
terreinen hebben die feiten nodig om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen. Dat geldt ook
voor de gezondheidszorg. Ook daar worden jaarlijks allerlei gegevens verzameld. Vanuit deze
gegevens gaan sociologen zoeken naar verklaringen. Dat zal niet leiden tot de formulering van
wetmatigheden met betrekking tot menselijk gedrag. Wel kunnen regelmatigheden,
waarschijnlijkheden en patronen in kaart worden gebracht: als a gebeurt, is de kans zo en zo groot
dat b gebeurt.
In deze zin zijn gedrags- en maatschappijwetenschappen van een andere aard dan
natuurwetenschappen. Daar kunnen wel wetten worden geformuleerd, zoals de wet van de
zwaartekracht: als een bal de lucht in wordt gegooid, valt die altijd naar beneden. Oftewel: a leidt
altijd tot b. Binnen de sociologie bestaan verschillende stromingen.
Relevantie verpleegkundige:
Verpleegkundigen hebben doorlopend met andere mensen te maken, niet alleen met patiënten,
maar ook met collega’s. Goede zorg begint bij kennis van menselijk gedrag en alle factoren die
gedrag beïnvloeden. Verpleegkundigen krijgen te maken met mensen die vreemd of ongezond
gedrag vertonen. Het is belangrijk dat gedrag niet bij voorbaat te veroordelen.
Ook goede samenwerking vereist kennis van menselijk gedrag. Sociologie kan verpleegkundigen
helpen meer zicht te krijgen op:
Het eigen gedrag en dat van anderen (patiënten, collega’s en vertegenwoordigers van andere
disciplines)
Maatschappelijke factoren met betrekking tot zorg, ziekte en gezondheid, bijvoorbeeld factoren
die van invloed zijn op het functioneren van mantelzorg of het verband tussen gezondheid en
sociale klasse
De inrichting en ontwikkeling van de gezondheidszorg en de rol en positie van verpleegkundigen
daarin
De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen op micro-, meso- en macroniveau
3. De volgende begrippen sociologisch duiden: interactie, identiteit, collectieve definitie van de
situatie, en referentiekader:
Interactie: het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in onderlinge wisselwerking. Het
gedrag van de een leidt tot een reactie van de ander. Die reactie is gebaseerd op een
interpretatie oftewel een subjectieve definitie van de situatie. Die definitie bepaalt het gedrag, of
die definitie nu objectief waar is of niet. Mensen reageren niet zozeer op elkaars gedragingen, als
wel op de betekenissen en bedoelingen die daaraan worden toegekend. Zowel taal (het verbale
aspect) als lichaamshouding (het non-verbale aspect) speelt daarbij een belangrijke rol. Via tal
van interactieprocessen creëren mensen samen hun eigen werkelijkheid. Verschillende mensen
zullen eenzelfde situatie vaak verschillend definiëren.
Identiteit: wijze waarop iemand zichzelf ziet (zelfbeeld), komt tot stand via allerlei
interactieprocessen. Onze zelfwaardering en identiteit worden voor een flink stuk bepaald door
onze sociaal-culturele omgeving. We zijn wie we zijn, omdat we samenvallen met een aantal
ideeën, verwachtingen, normen en waarden die van buitenaf worden aangereikt en omdat we
afstand hebben genomen van een aantal andere. Het ‘ik’ ontwikkelt zich via interactie met de
sociale omgeving. In eerste instantie is dat de directe sociale omgeving (gezin, buurt, vriendjes).
Later breidt dat zich uit en wordt de mens ook gevoelig voor opvattingen die via de media
worden aangereikt. Het effect daarvan kan weer zijn dat het zelfvertrouwen wordt aangetast.