2.3.2
De provincie is een openbaar lichaam. De bestuursorganen hiervan zijn:
- De provinciale staten >> vertegenwoordigen de gehele bevolking van de
provincie. De leden hiervan worden rechtstreeks gekozen door de
Nederlanders die 18 jaar en ouder zijn en in de provincie wonen. De
verkiezingen vinden plaats op basis van het stelsel van evenredige
vertegenwoordiging. Het aantal leden varieert van 39 tot 55 (dit is afhankelijk
van de grootte van de provincie). Ze worden voor 4 jaar gekozen, en zij kiezen
gezamenlijk de leden van de Eerste Kamer.
- De gedeputeerde staten >> deze zijn geen lid van de provinciale staten.
- De commissaris van de Koning >> deze wordt bij koninklijk besluit door de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benoemd voor 6 jaar.
De commissaris van de Koning is gedeputeerde en voorzitter van het college
van gedeputeerde staten en provinciale staten.
De gemeente is ook een openbaar lichaam. Deze kent de volgende
bestuursorganen:
- De gemeenteraad >> is door de bevolking gekozen en staat aan het hoofd
van de gemeente. Deze vertegenwoordigd de hele gemeentelijke bevolking.
De buitenlandse kiezers moeten wel al ten minste vijf jaar aaneengesloten en
legaal in Nederland verblijven. Er zijn minimaal 9 raadsleden en maximaal 45,
dit is afhankelijk van hoe groot de gemeente is. De gemeenteraad benoemd
de wethouders. Raadscommissies bereiden de besluitvorming van de
gemeenteraad voor. De gemeenteraad benoemd de leden van de
raadscommissies.
- Het college van B&W >> wethouders en de burgemeester. De burgemeester
is collegelid en voorzitter van het college en van de gemeenteraad. De
wethouder is geen raadslid en hoeft zelfs geen lid te zijn van een politieke
partij en mag van buiten de gemeente komen. Het college van B&W is er voor
het bestuur van de provincie en de gemeente en voor de uitvoering daarvan.
- De burgemeester >> wordt door de koning benoemd, op voordracht van de
minister van Binnenlandse Zaken en na aanbeveling van de gemeenteraad.
Hij wordt voor 6 jaar benoemd. Daarna kan hij nog meerdere malen voor
eenzelfde periode worden herbenoemd.
Dualistisch bestel = hierin oefent het college van B&W de bestuurlijke bevoegdheden
uit binnen de kaders die het vertegenwoordigd lichaam heeft vastgesteld.
Vertegenwoordigd lichaam = provinciale staten en de raad
de provinciale staten en de gemeenteraadsleden hebben allemaal individueel het
recht van initiatief en amendement. Om de provinciale statenleden en de
gemeenteraadsleden hun nieuwe taak te kunnen laten uitvoeren hebben zij
verschillende rechten gekregen:
, Griffier >> de griffier staat de provinciale staten en de gemeenteraad bij bij de
uitoefening van hun taak.
Recht van onderzoek >> eerst wordt via het mondelinge of schriftelijke
vragenrecht om uitleg gevraagd. Daarna via interpellatie, het college van B&W
of gedeputeerde staten. Als dit niet genoeg is dan kan er overwogen worden
een onderzoek in te stellen.
Recht op ambtelijke bijstand
De rekenkamer >> dit is het sluitstuk van de controlemiddelen. De rekenkamer
kan onderzoek doen naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de
rechtmatigheid van het door gedeputeerde staten en college gevoerde bestuur
en brengt hier verslag van uit. De rekenkamer is altijd onafhankelijk.
2.4
De overheid kan handelen doormiddel van overheidshandelingen. Ze zijn op te
splitsen in rechtshandelingen en feitelijke handelingen.
- Rechtshandelingen >> er is sprake van een rechtshandeling als de handeling
gericht is op het doen intreden van een rechtsgevolg. Met de rechtshandeling
worden bewust bepaalde rechtsgevolgen in het leven geroepen. Het bestaat
uit rechten en/of plichten.
- Feitelijke handelingen >> dit zijn handelingen die wel rechtsgevolgen kunnen
hebben, maar niet met dat doel verricht worden. Bijvoorbeeld het onderhoud
van plantsoenen. Op zichzelf is dit een feitelijke handeling, waar echter
schade uit kan voortkomen.
Bij een privaatrechtelijke rechtshandeling treedt het bestuursorgaan op namens de
publiekrechtelijke rechtspersoon (de gemeente). Privaatrechtelijke rechtshandelingen
kunnen zowel door een burger als door de overheid verricht worden. In tegenstelling
tot de burger moet de overheid zich bij het verrichten van privaatrechtelijke
rechtshandelingen niet alleen aan privaatrechtelijke rechtsregels houden, maar ook
aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hierin wordt bepaald dat de
overheid zich ook moet laten leiden door zorgvuldigheid en een goede
belangenafweging.
Als de overheid als bestuurder rechtshandelingen verricht, gaat dit om
publiekrechtelijke rechtshandelingen. Doormiddel van rechtshandelingen wil de
overheid bewust rechtsgevolgen in het leven roepen. Een voorbeeld van een
publiekrechtelijke overeenkomst is een gemeenschappelijke regeling tussen
bestuursorganen.
Een besluit is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling. Dit besluit kan een besluit zijn van algemene
strekking of van niet algemene strekking.
2.5.1 t/m 2.5.4
Het bestuur kan besluiten maken. Een gedeelte van deze besluiten wordt gevormd
door de avv’s, oftewel wetgeving in materiële zin. Hieronder verstaan we:
- Een schriftelijk besluit
- Van een overheidsorgaan dat tot regelgeving bevoegd is
- Dat algemene, de burgers bindende regels bevat
- Dat in een onbepaald aantal gevallen van toepassing is.
, Om algemeen verbindend ten zijn is het van belang dat de regeling voor herhaalde
toepassing vatbaar is, dus onpersoonlijk is.
Wet in formele zin = als de regering en de Staten-Generaal de wetgever zijn.
Algemene maatregel van bestuur = als de regering de wetgever is.
Ministeriële regeling = als de minister of staatssecretaris de wetgever is.
Attributie = als een formele wetgever (dus de regering en de Staten-Generaal) een
bevoegdheid tot het maken van wetgeving in materiële zin rechtstreeks toekent aan
een bestuursorgaan, dan is er sprake van attributie. Het is dus een manier van
bevoegdheidsverkrijging die rechtstreeks plaatsvindt. Er kan worden aangegeven dat
de bevoegdheid niet gedelegeerd mag worden. Dat betekent dat de wetgever die de
bevoegdheid tot wetgeving heeft gekregen, de wetgeving ook zelf moet maken.
Voorstellen voor wetten kunnen worden ingediend door de Koning en door de
Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Als de Tweede Kamer het wetsvoorstel
heeft aangenomen, wordt het aan de Eerste Kamer toegezonden. Een wetsvoorstel
wordt een wet zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning
is bekrachtigd. De wet treed niet in werking voordat zij bekend is gemaakt.
Als de regering wetgeving in materiële zin maakt, wordt het product een algemene
maatregel van bestuur (AMvB) genoemd.
Delegatie = een manier van indirecte bevoegdheidsverklaring. Aangezien de formele
wetgever altijd zelf strafbepalingen mag maken, is er in het geval dat hij deze
bevoegdheid doorgeeft aan de regering sprake van delegatie.
Bij de totstandkoming van een AMvB is medewerking van de Staten-Generaal niet
nodig.
- Het besluit moet door de ministerraad besproken en besloten worden.
- De Raad van State moet advies geven.
- Er moet publicatie in het Staatsblad plaatsvinden.
In de wet kan een regel zijn opgenomen dat aan de totstandkoming van een AMvB
een voorhangprocedure vooraf moet gaan. De Eerste en/of Tweede Kamerleden
kunnen dan gedurende 30 dagen ragen om de AMvB alsnog in de vorm van een
wetsvoorstel aan het parlement voor te leggen.
Ministeriële verordening = als de minister of staatssecretaris wetgeving in materiële
zin maakt, wordt het product een ministeriële verordening of regeling genoemd. Als
de minister de aan hem verleende opdracht uitvoert, draagt de ontstane regeling de
naam ministeriële verordening. De enige verplichting voor totstandkoming is dat de
regeling in de Staatscourant gepubliceerd moet worden.
Provinciale Staten en de gemeenteraad stellen de provinciale onderscheidenlijk de
gemeenteverordening vast. Als de provincie en gemeente tot regelgeving overgaan,
worden de producten van deze wetgeving in materiële zin verordeningen genoemd.
Er zijn twee soorten verordeningen:
- Medebewind >> als de centrale overheid de opdracht geeft om medewerking
aan bepaalde regelgeving te verlenen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Socialwork2022. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.