100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting literatuur en hoorcolleges inleiding sociologie €6,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting literatuur en hoorcolleges inleiding sociologie

 30 keer bekeken  4 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van de literatuur en hoorcolleges van het eerstejaarsvak inleiding sociologie (criminologie).

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • 21 mei 2022
  • 27
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (27)
avatar-seller
xlisanne1
Samenvatting inleiding sociologie

Week 1: inleiding op de sociologie
Veranderingen in de samenleving hebben ervoor gezorgd dat mensen meer
gingen nadenken over de samenleving:
1. Industrialisering: zorgde ervoor dat werk en privé meer gescheiden
raakten, waardoor tradities verloren raakten
2. Groei van de steden: nieuwe sociale problemen ontstonden
3. Manier van denken in de politiek: de nadruk kwam meer te liggen op de
vrijheid en de rechten van het individu

3 ontwikkelingsfasen vooraf aan het ontstaan van sociologie:
1. Theoretische fase: mensen gingen ervan uit dat de samenleving Gods wil
tot uitdrukking bracht
2. Metafysische fase: samenleving werd als een natuurlijk en niet als een
bovennatuurlijk verschijnsel beschouwd
3. Wetenschappelijke fase: hierin was een toepassing van de
wetenschappelijke benadering op het bestuderen van de samenleving (=
positivisme  inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek)

Modernisering: sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de
industrialisering  4 belangrijke kenmerken:
1. Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen
2. De uitbreiding van persoonlijke keuzemogelijkheden: individualisering
3. Grotere sociale diversiteit
4. Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdsbewustzijn: mensen zijn
optimistisch

Tönnies: modernisering is gekenmerkt door een zakelijke benadering die is
gebaseerd op feiten, efficiëntie en geld, waarmee de sociale wereld van familie
en traditie wordt uitgehold. Mensen in de westerse wereld voelen zich
langzamerhand ontheemd omdat sociale betrekkingen die op eigen belang zijn
gebaseerd
 Gemeinschaft: dat mensen, ondanks factoren die hen verdelen, toch een
Minder hechte eenheid vormen
Cohesie  Gesellschaft: in de moderniteit vormen mensen, ondanks factoren die hen
verenigen, geen eenheid meer

Durkheim: modernisering werd gekenmerkt door een toenemende
arbeidsverdeling, oftewel een gespecialiseerde economische activiteit
 Pre-industriële samenlevingen werden bij elkaar gehouden door
mechanische solidariteit (= soort van gemeinschaft)  door modernisering
werd dit vervangen door organische solidariteit (wederzijdse
afhankelijkheid van mensen die gespecialiseerde arbeid verrichten)
 Was bang dat samenlevingen zo divers zouden worden dat zij tot anomie
zouden vervallen, een situatie waarin een samenleving het individu weinig
morele richtlijnen te bieden heeft
 Anomie = (normloosheid) Durkheim: Het feit dat in moderne
maatschappijen de traditionele waarden van normen niet meer gelden,
terwijl er nog geen nieuwe stabiele waarden en normenpatronen zijn
ontwikkeld
de toestand waarin die individuen zich bevinden, die geen duidelijke
standaarden hebben om hun gedrag op af te stemmen

,Weber: zag moderniteit als een verandering naar een rationele denkwijze 
sociale veranderingen door proces van rationalisering (verschuiving in manier
van denken)
 In de pre-industriële samenleving bepalen tradities de waarheid, in de
moderne samenleving bepaalt rationaliteit de waarheid (vaststaande
waarheden worden in twijfel getrokken)
 Invloed van rationalisering (modernisering):
- Individualisering
- Nadruk op kennis en wetenschap i.p.v. religie  onttovering (= het
proces van rationalisering waarbij gepoogd wordt om praktische
problemen niet meer met magie maar met technologie op te lossen)
 Iron cage: samenleving als een ijzeren kooi van efficiëntie, stroomlijning,
regels en bureaucratie  gevaarlijk voor menselijke vrijheid (= nadeel
rationalisering)
 Wetenschap kan technologische en organisatorische wonderen
voortbrengen (voordeel rationalisering)
 Weber vreesde de dehumaniserende effecten van rationele organisaties

Marx: sociale veranderingen door economische conflicten die ongelijkheden
produceren
 Invloed van industrialisering op klasse-conflict: kapitalistische samenleving
als klassenmaatschappij
 Rationaliteit komt tot uiting in het continue winststreven van kapitalisten
 Sociale conflicten in kapitalistische samenlevingen leiden uiteindelijk tot
revolutionaire veranderingen en maatschappelijke gelijkheid

3 hoofdvragen binnen de sociologie:
1. Hoe is sociale (on)gelijkheid mogelijk?
 Ongelijkheid = Marx  industrialisering, kapitalisering
2. Hoe is sociale (wan)orde mogelijk?
 Cohesie = Durkheim
3. Hoe werkt het proces van rationalisering (modernisering) van de wereld?
 Rationalisering = Weber  rationalisering is het ordenen en
systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar
en beheersbaar te maken (= rationaliseringsprocessen (modernisering) die
zich voordoen op allerlei terreinen van het maatschappelijk leven)




Theoretische sociologische benaderingen:
 Structureel functionalisme (=macroniveau): samenleving is een complex
systeem, een systeem waarin sprake is van onderlinge samenwerkingen
tussen de verschillende delen en dat solidariteit en stabiliteit beoogt 
richt zich op sociale structuur (= relatief stabiel  evenwicht)
 Merton:
Manifeste sociale functies: de onderkende en beoogde gevolgen van
een sociaal patroon
Latente functies: niet-onderkende en niet-bedoelde gevolgen van
een sociaal patroon
 Sociale disfunctie: een sociaal patroon dat het functioneren van de
samenleving kan verstoren

,  Kritiek: Conservatief: aandacht voor waarom samenleving ‘werkt’,
weinig oog voor ongelijkheid
 Conflictsociologie (=macroniveau): samenleving wordt opgevat als een
arena van ongelijkheid, die conflicten en verandering veroorzaakt
 Sekseconflictbenadering: richt zich op de ongelijkheid tussen
mannen en vrouwen
 Rassenconflictbenadering: ongelijkheid en conflicten tussen mensen
met een verschillende raciale en etnische achtergrond
 Kritiek: weinig aandacht voor zaken die eenheid creëren, harmonie
en diversiteit
 Symbolisch interactionisme (=microniveau): samenleving wordt opgevat
als het resultaat van de interacties tussen individuen  werkelijkheid
bestaat uit de wijze waarop we onze omgeving, onze verplichtingen
tegenover anderen en onze eigen identiteit identificeren
 Kritiek: minder aandacht voor invloed grotere structuren
 Rationele keuze benadering (micro- en macroniveau): samenleving is het
resultaat van (individuele) kosten-baten afweging
 o.a. beperkte rationaliteit, altruisme, prisoners’ dilemma

Structureel functionalisme Durkheim
Conflictsociologie Marx: hij richtte zich vooral op de
ongelijkheid tussen de
fabrieksarbeiders en de eigenaren van
de fabrieken
Symbolisch interactionisme Weber: hij wilde inzicht krijgen in
situaties door deze te bekijken vanuit
het standpunt van de mensen die zich
in die situatie bevinden

Sociologische onderzoeksbenaderingen:
 Positivistische sociologie: het op systematische observaties van het sociale
gedrag gebaseerde onderzoek van de samenleving (= empirische
sociologie)
 Basiselementen: begrippen/constructen
 Interpretatieve sociologie: richt zich in haar onderzoek van de samenleving
op de betekenissen die mensen aan hun sociale werkelijkheid toekennen
(= interpreteren)
 Basiselementen: verstehen/begrijpen
 Kritische sociologie: laat zich in haar onderzoek van de samenleving leiden
door de noodzaak tot sociale verandering (stelt naast wetenschappelijke
ook politieke vragen)

Interpretatieve sociologie verschilt in 3 opzichten van de positivistische
sociologie:
1. Positivistische sociologie richt op wat mensen doen, interpretatieve
sociologie zich meer op de betekenissen die mensen aan hun handelingen
toeschrijven
2. Positivistische sociologie gaat ervan uit dat er een objectieve werkelijkheid
bestaat, terwijl de interpretatieve sociologie ervan uitgaat dat de
werkelijkheid door mensen zelf geconstrueerd wordt
3. Positivistische sociologie geeft de voorkeur aan kwantitatieve data en
waarnemersperspectief (= afstand bewaren en nauwkeurige metingen
verrichten), interpretatieve sociologie aan kwalitatieve data en

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xlisanne1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,48  4x  verkocht
  • (0)
  Kopen