Inhoudsopgave
Hoorcollege 2 Pleegzorg en adoptie............................................................................................................... 4
Hoorcollege 3 Kindermishandeling, huiselijk geweld en conflictscheiding.......................................................8
Polarisatie................................................................................................................................................... 14
Culturele diversiteit..................................................................................................................................... 17
Fenomenen binnen het orthopedagogisch werkveld
Hoorcollege 1 Jeugdcriminaliteit in perspectief.
Jeugdcriminaliteit: verzamelnaam voor minderjarigen die strafbaar gedrag laten zien.
Fenomenen: specifieke groep, die op elkaar lijken, zelfde kenmerken.
Kenmerken kennen zodat je kan ingrijpen.
Rapportage via informanten alleen mensen die relatief dichtbij staan zijn geschikt al informant
voor het delinquente gedrag van die persoon.
*Het OM (openbaar ministerie) besluit of de verdachte wordt vervolgd.
*Verslaving en instabiele huisvesting worden gezien als negatieve omstandigheden die mensen
doen vasthouden aan een antisociale levensstijl.
*De meeste mensen die door het OM worden vervolgd vermogensmisdrijven (36 procent)
*Agressie is een van de meest stabiele persoonlijkheidstrekken.
Jeugdige delinquenten
Verschillende groepen:
- Risicojongeren: nog niet in aanraking gekomen
- First offenders: jongeren die voor het eerst in aanraking komen
- Licht criminele jongeren: winkeldiefstal
- Veel plegers: 5 of meer, minimaal afgelopen jaar, lichtere vergrijpen (winkeldiefstal,
beroven?)
- Harde kernjongeren: veelplegers maar dan zwaardere vergrijpen
Type delicten
Vermogensmisdrijven: stelen, fraude, vals geld
Vernielingsmisdrijven: raampje tikken, computer vredebreuk
Geweldsmisdrijven: mishandeling, bedreiging
Seksuele misdrijven: aanranding, verkrachting
Verkeersmisdrijven: alcohol achter stuur, doorrijden na een ongeluk
Drugsmisdrijven: bezit of verkoop van verboden middelen
(vuur) wapen misdrijven: handel of bezig van wapens zonder vergunning
Daders en slachtoffers hebben veel overlap. Samenhang tussen de kans slachtoffer te worden en
delict te plegen is groot. De reden daarvan: zelfde risicofactoren, bv: drugs/alcohol,
uitgaansgebieden, grote stad, allochtonen, laag inkomen, gescheiden of niet gehuwd.
Algemene risicofactoren
- Individuele factoren
- Factoren op gezinsniveau
- Factoren op vrienden niveau
- Brede maatschappelijke domein
Strafrechtelijke minderjarigen 12 tot 18 jaar
Jongvolwassenen 18 tot 25 jaar
Periode 2000 – 2013 stijging van criminaliteit 12-18 jarige en daling bij jongvolwassenen.
*Piek bij het 18-20e levensjaar
,2 manieren om criminaliteit te meten:
- Zelfrapportage: Krijgen we zicht op het aantal jongeren wat zegt zich in een bepaalde
periode schuldig te hebben gemaakt aan het plegen van een delict. Steekproef
- Politie en justitiestatistieken: Geven het aantal aangehouden verdachten van een misdrijf
en het aantal strafrechtelijke daders van een misdrijf.
*Beide manieren tellen nooit alle criminelen
*Jongens plegen meer delicten dan meisjes.
*Marokkanen, turken, Surinamers en Antillianen zijn in vergelijking met autochtonen in de
politiestatistieken als verdachte oververtegenwoordigd.
*Er is een daling van criminaliteit vanaf 2006/7 daarvoor was een stijging(vanaf de jaren 90 van
de 20e eeuw). (piek was in 2007) we weten niet of mogelijk offline criminaliteit in de loop van de
jaren over is gegaan naar online criminaliteit. Daling is ook te zien in het buitenland.
*Zelfrapportage van daderschap laat een voorzichtige afname zien.
Mogelijke verklaringen van de afname van criminaliteit
- Vollaard het is Nederland overkomen, factoren die effect hebben op de geneigdheid om
delicten te plegen in de loop der tijd zijn veranderd (bv welvaart, sociale controle,
gezinsstructuren, middelengebruik enz)
- Studie van Weijters niet door 1 factor maar meerdere factoren (beleid en bv gerichte
politie-inzet)
*Er is nog weinig hard bewijs voor de daling.
Overeenkomsten tussen daders en slachtoffers:
- Jongeren zijn relatief vaak als slachtoffer betrokken bij geweldsmisdrijven. Slachtoffers en daders
van geweld zijn dus relatief vaak jong.
- The principle of homogamy: homogene groep die dezelfde risicofactoren hebben.
*Veel daders worden zelf slachtoffer van geweld.
-British crime survey 1982 laat zien dat britten die ten minste 1 geweldsdelict gepleegd
hadden, 42% slachtoffer werd en degene die geen geweldsdelict hadden gepleegd slechts 6%.
-Sampson en lauritsen 1990 niet alleen het plegen van geweldsmisdrijven, maar ook het
vertonen van andere soorten deviant gedrag zoals drugs en alcoholgebruik, diefstal en vandalisme
vergroten de kans om slachtoffer te worden een een geweldsmisdrijf.
De mate waarin mensen in situaties terechtkomen die gelegenheid bieden tot het plaatsvinden van
een misdrijf, wordt bepaald door hun dagelijkse activiteiten.
3 risicofactoren die hierbij centraal staan:
- De mate van blootstelling aan potentiële daders
- De aantrekkelijkheid van het potentiële slachtoffer of diens bezittingen
- De mate van bescherming die het potentiële slachtoffer geniet
Routine-activity theorie 2 verklaringen
1. Het is mogelijk dat daderschap en slachtofferschap dezelfde oorzaak hebben omdat
potentiele daders en potentiele slachtoffers een gemeenschappelijk dagelijks leefpatroon
hebben, neemt de kans op contact tussen beide groepen toe. BV Uitgaan en alcohol
gebruik en drugs de kans op slachtofferschap verhogen maar tevens delinquent gedrag
stimuleren.
2. Het is mogelijk dat daderschap een directe invloed heeft op de kans slachtoffer te worden.
In dat geval hebben specifieke aspecten van delinquent gedrag invloed op de factoren die
de kans op slachtofferschap bepalen: blootstelling, aantrekkelijkheid en bescherming.
Daders van delinquent gedrag gedragen zich op een specifieke manier waardoor zij een
grotere kans hebben slachtoffer te worden.
Routine activity theorie (1986) & Lifestyle exposure model (1978)
Drie factoren centraal
o Blootstelling aan potentiele daders
o Aantrekkelijkheid van slachtoffer of diens bezittingen
o Mate van bescherming (camera’s)
Principle of homogamy (Hindelang, 1978) = slachtoffers en daders van geweldsmisdrijven
zijn vaak: jonge mannen, laag opgeleid.
, Leefpatronen zouden een verklaring kunnen zijn voor de samenhang tussen slachtoffer en daders
op basis van studies zou uitgaan tot een verhoogd risico lijden omdat dit gepaard gaat met een
verhoogde blootstelling aan potentiële daders.
Binding met ouders zorgt ervoor dat de kans op delinquent gedrag vermindert.
*We verwachten dat jongeren die vaker uitgaan, meer alcohol en drugs gebruiken, een wapen
dragen en serieuze problemen met hun ouders hebben, in sterkere mate blootstaan aan potentiële
daders, aantrekkelijkere doelwitten vormen en minder bescherming genieten, en daardoor een
grotere kans hebben slachtoffer te worden van geweld.
*Daders die een geweldsmisdrijf hebben gepleegd hebben gemiddeld een kans van 10.8% om
slachtoffer van geweld te worden, terwijl dat jongeren die geen gewelddadig gedrag hebben
vertoond 2.3% is.
*jongeren die een ernstig geweldsdelict hebben gepleegd hebben een grotere kans om slachtoffer
te worden.
Odds Ratio: de kansverhouding voor een individu met bepaalde kenmerken om al dan niet
slachtoffer of dader te zijn, gedeeld door de corresponderende kansverhouding voor een individu
die deze kenmerken niet heeft. Waarde 1geen samenhang bestaat tussen de kans en het
kenmerk.
Samengevat:
Er blijkt een sterke samenhang tussen het plegen van gewelddadige delicten en de kans slachtoffer
te worden.
- Verklaring door een gemeenschappelijk dagelijks leefpatroon (gebruik drugs, veel
uitgaan enz en mannen, lager opgeleiden en stedelingen hebben een verhoogd risico,
plegen van delict vergroot kans op slachtoffer zijn)