Samengevat het boekje Goede tijden en slechte tijden van economie pincode, ALLE BEGRIPPEN, UITLEG en FORMULES die je nodig hebt voor een goed cijfer voor economie! Ik heb zelf met deze samenvattingen altijd ruime voldoendes gehaald omdat ze ook zijn gecontroleerd door mijn docenten. De samenvatting...
Economie
Goede tijden, slechte tijden
1.1
trend = verwachte gemiddelde economische groei, op basis van
historische trends en economische vooruitzichten
produc ecapaciteit = maximaal mogelijke produc e omvang
conjunctuurbeweging (conjunctuurgolf) = de veranderingen in de produc egroei van een economie
conjuncturele werkeloosheid = werkloosheid die ontstaat door terugvallende bestedingen
onderbesteding = de bestedingen zijn te laag om alle produc emiddelen volledig te benu en
beze ngsgraad = de mate waarin de produc ecapaciteit bezet wordt
overbesteding = de (voorgenomen) bestedingen zijn hoger dan de produc ecapaciteit
knappe arbeidsmarkt = de vraag naar arbeidskrachten is groot.
bedrijven kunnen moeilijk aan arbeidskrachten komen
bestedingsin a e =. s jging van het prijspeil veroorzaakt door
overbesteding
overheidstekort = de inkomsten van de overheid zijn kleiner
dan de uitgaven van de overheid
voor de conjunctuurgolf wordt het reeële bbp berekend. Het
bruto binnenlands product is de totale geldwaarde van alle in
een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een
bepaalde periode (meestal een jaar)
De conjunctuur is de verandering van het groeipercentage van
de economie of de produc e op de korte termijn. De gemiddelde groei over de lange
termijn noemen we de trendma ge groei
Recessie = als 2 kwartalen (half jaar dus) de produc e krimpt (bbp= hoeveel er word
geproduceerd)
Laagconjunctuur = als de produc elijn onder de trend komt te liggen (is er minder
werkgelegenheid en minder uitgaven door consumenten)
Hoogconjunctuur = als de produc elijn boven de trend komt te liggen (de
bestedingen lopen op, prijzen gaan s jgen, vraag naar werk zal s jgen, vraag naar
grondsto en gaat s jgen)
Geaggregeerde vraag: dit is de totale vraag naar alle goederen en diensten. Niet
alleen van ons als consumenten, maar van iedereen. Namelijk: consumenten(C),
bedrijven en investeren(I), overheid(O),export(E= vraag van het buitenland naar onze
producten), import(-M = dat halen we uit het buitenland dus gastvan de vraag in NL eraf)
Geaggregeerd aanbodlijn: deze lijn laat zien hoeveel producenten en diensten van
alle aanbieders wordt aangeboden bij een bepaalde prijspeil.
1
tti ti ff fl ti ti ti ti tititi ti ti ti ti ti ti titi tt
, 1.2
Geaggregeerde vraag = de macro-economische vraag van alle sectoren bij elkaar opgeteld
Reëel bbp = het bbp dat voor de in a e is gecorrigeerd
Geaggregeerde aanbod = het aanbod van alle producten en diensten bij elkaar opgeteld
Prijsrigiditeit = het verschijnsel dat prijzen zich op korte termijn niet aanpassen aan veranderingen in de
vraag
Loonstarheid = veranderingen in de vraag naar arbeid hebben geen aanpassingen van de lonen tot gevolg
1.3
In a e = de gemiddelde s jging van prijzen,
Geld word minder waard > geldontwaarding
De a e = een daling van het prijspeil
Gevolgen van in a e en de a e kunnen zijn: koopkracht, schulden, spaargeld, bbp, concurren eposi e
Koopkracht = bij in a e kan je minder kopen met hetzelfde geld en zal de dus dalen. Bij de a e kan je van
hetzelfde geld meer kopen en zal de koopkracht dus s jgen
Schulden = bij in a e worden schulden minder waard. Je moet in euro’s nog hetzelfde terugbetalen, maar
het is minder waard. Bij de a e is het andersom
Spaargeld = bij in a e wordt het spaargeld minder waard
Bbp (bruto binnenlands product) = de totale geldwaarde van alle in een
land geproduceerde goederen en diensten.
Geldontwaarding = daling van de koopkracht van geld
Verkeersvergelijking = hierin word het verband gelegd tussen de
geldstroom en de waarde van de goederenstroom: M x V = P x T
Omloopsnelheid van geld = hoe vaak geld van hand naar hand gaat in een
bepaalde periode
In a ecorrec e = de aanpassing van de belas ngtarieven aan de in a e
Er zijn twee soorten in a e
1. Bestedingsin a e: consumenten vragen meer producten dan dat het
aanbod is. Dit ontstaat dus aan de vraagkant van de economie. Denk aan de
mondkapjes in de corona jd. De vraag nam enorm toe, prijzen
stegen (bestedingsin a e) Inverdiene ect bij overheidsbestedingen.
2. Kostenin a e: De prijzen voor grondsto en of personeel kunnen
s jgen. Bedrijven zullen deze kosten doorberekenen in de prijs. Dit
ontstaat dus aan de aanbodkant van de economie.
Bij sprake van in a e..
Lonen: door in a e, daalt de koopkracht. Personeel eist vaak meer loon bij onderhandelingen.
Uitkeringen: ook die zullen moeten s jgen bij in a e. Zo niet, zal de koopkracht dalen waardoor het bedrag
te weinig zal worden.
- vaste uitkering: uitkering die nominaal, in hoeveelheid geld, gelijk blij
2
tiflfl titi fl tifffltifltiflfltifltifltitifltiflti titiflfl titi
fl titi ff ti fl ti ti fl tift fl titi ti
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lotjevb. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,48. Je zit daarna nergens aan vast.