Argumentatie | Logisch & kritisch denken
H1 Kritisch denken, een eerste verkenning
§1.1 Wat is kritisch denken?
Informatie niet zomaar accepteren
- Grondig nagaan of redeneringen/ conclusies goed zijn
- Alle factoren betrekken die invloed hebben
§1.3 Waar is kritisch denken goed voor?
- Goed analyseren van problemen
- Helder formuleren van complexe zaken
- Tijdens ingewikkelde discussies
H2 Argument & Conclusie
§2.1 Wat is een redenering?
Redenering bestaat altijd minimaal uit 2 onderdelen
- Als een uitspraak uit meerdere onderdelen bestaat, is het niet altijd een
redenering!
§2.2 Signaalwoorden
= Woorden die helpen duidelijk te maken dat er sprake is van een
redenering
- Bepalen wat het standpunt is en wat het argument
- Na: dus, derhalve, daarom, daaruit volgt Standpunt
- Na: want, omdat, immers, aangezien Argument
§2.3 Enkele veelgebruikte termen
- Premisse= argument
- Stelling= standpunt
- Gevolgtrekking= conclusie
- Redenering= argumentatie
,College 2 – 22 sept. 2022
Typen argumentatie
1. Enkelvoudig
- Redenering die uit 1 standpunt en 1 argument bestaat
- Pas op met verzwegen argumenten!
Arg niet voldoende om het standpunt te onderbouwen, het
verzwegen arg moet expliciet vermeld worden
2. Meervoudig
- 1 standpunt
- Meerdere argumenten
- Alle arg zijn op zichzelf staand voldoende zijn om het St te
verdedigen
- Indicatoren zoals, ten eerste, nog afgezien van, verder, overigens,
trouwens, ten overvloede, niet te vergeten
3. Nevenschikkend
- 1 standpunt
- Meerdere afhankelijke/ samenhangende argumenten
- 1 argument te zwak OF anticiperen op tegenwerping
= Indicatoren zoals: daarnaast, zelfs, daarbij komt, vooral ook,
omdat een reden temeer, sterker nog, etc.
Indicatoren niet altijd gebruikt, soms zelfs inzien!
4. Onderschikkend
- Meerdere van elkaar afhankelijke, trapsgewijs-geordende
argumenten
- Argumenten worden op hun beurt onderbouwd door een volgend
arg
- Indicatoren: immers, omdat, want, vandaar, daarom, aangezien,
etc.
- Het hoofdargument altijd achteraan
5. Complex
- Een combi van meervoudige, nevenschikkende en/of
onderschikkende arg
Thema 2 deel 2: meningsverschillen
Argumentatie= een verbale (met woorden), sociale (op anderen
gericht) en rationele (d.m.v. redeneren, niet instinct, emoties)
activiteit die erop gericht is een redelijke beoordelaar te overtuigen
vd aanvaardbaarheid van een standpunt door 1/meer proposities
naar voren te brengen die ter rechtvaardiging dienen van dat
standpunt
Basisbegrippen
1. Propositie= een stelling/ uitspraak
- Je kunt er een positie over innemen
2. Standpunt= pos. Of neg/ positie t.o.v. een propositie
3. Neutrale positie
- Niet mee eens en ook niet mee oneens
4. Meningsverschil= standpunten komen niet overeen
- Ten minste 1 st + 1 twijfel
, Verdediging
1. Verdedigingsplicht
- Onderbouwen waarom
- Met een redenering waarbij de ingenomen positie het standpunt is
2. Negatieve positie
- Ontkrachtingsplicht
- Met een redenering waarbij de ingenomen positie het standpunt is
3. Twijfel/ geen standpunt
- Geen plicht
- Je weet niet op basis waarvan je je argumentatie moet
onderbouwen
Type meningsverschillen
- Aantal proposities
1. 1 propositie: enkelvoudig
2. Meerdere proposities: meervoudig
- Aantal posities dat is ingenomen (= partijen met
verdedigingsplicht)
1. 1 positie (dus twijfel bij de andere partij): niet gemengd
2. Meerdere posities: gemengd
1 propositie > 1 propositie
1 positie (=plicht) Enkelvoudig, Meervoudige,
niet gemengd niet gemengd
> 1 positie (=plicht) Enkelvoudig, Meervoudig,
gemengd gemengd