Samenvatting en werkcolleges HBS
2022
Werkcollege 2
Casus 1
Leverenzymen (ASAT, GT en AF) en bilirubine is verhoogd. AF en gamma-GT zitten normaal in gal, niet in bloed. Dus er is
wss wat mis met afvoer van gal. Verhoogde leverenzymen bij leverschade!
1. Ja. Gele sclera en verhoogde bilirubine.
Icterus:
- Prehepatisch
o Hemolyse.
- Intrahepatisch
o Hepatitis, neoplasie, leververvetting (kat), galstenen (paard), intoxicatie hepatitis (hond).
- Post hepatisch
o Obstructie galgang. Galstenen, tumor, pancreatitis.
Paarden kunnen ook van vasten icterisch worden, verminderde stimulatie van conjugerende enzymen.
2. Zie hierboven
3. Prehepatisch, hematocriet is juist verhoogd.
Bloedcel wordt afgebroken: hemoglobine macrofaag zet om in biliverdine bilirubine lever zet het om in
geconjugeerd bilirubine uitscheiding naar darmen via gal via feces na omzetting in darm naar stercobiline. Deel
wordt weer opgenomen en via urobiline via nieren uitgescheiden.
Conjugeren = gebonden aan glucuronzuur/glucose zodat het opgelost kan worden in water
4. Posthepatisch: meer dan 30% geconjugeerd deel
Intrahepatisch: tot 25% geconjugeerd deel
Dus is het posthepatisch.
5. Extrahepatisch
6. DDx Intrahepatisch: Hepatitis, neoplasie, stapelingsziekte, leververvetting. DDx Posthepatisch: galstenen,
pancreatitis, neoplasie, liggingsverandering colon.
7. Galstenen komt vaak voor bij paard. Dit doet veel pijn. Hierdoor kan het paard ziek zijn.
Bij galstenen schade aan lever door druk van gal dat geen kant op kan. Gal is erg toxisch dus slecht voor cellen.
Casus 2
8. Ja, want geen grote kans op hemolyse door licht roze slijmvliezen (niet wit). Dus is of intra of post, dus hond
moet wel cholestase hebben.
9. Nee, je kan ook icterus krijgen door hemolyse. Icterus is een symptoom van cholestase.
10. Verhoogde bilirubine productie is alleen bij hemolyse, dit was niet het geval bij deze hond dus nee.
11. Bij echo geen afwijkingen dus het is intrahepatisch. DDx: (Intoxicatie) hepatitis, neoplasie, leververvetting,
stapelingsziekte (bv. amyloid bij ontsteking), chronische hepatitis door koperstapeling (labradors, dalmatiërs,
terriërs), reactieve hepatitis (lever reageert op ontsteking elders in lichaam).
Bij volledige afsluiting galgang Grijze ontlasting door geen bilirubine erin, dit kleurt het bruin. Vet wordt niet meer
verteerd, dus het wordt grijzig en vettig.
Bij amyloid stapeling kan lever opzwellen en lever ruptureren.
12. Histologisch biopt nemen van lever om koperstapeling uit te sluiten. Voor biopt nemen eerst stollingswaarden
meten zodat het beest niet dood bloed. Vitamine K moet gekoppeld worden aan gal om opgenomen te worden.
dit kan dus nu niet. Vitamine K is nodig voor stolling. Leververvetting en lymfomen kan je heel goed zien met
een DNAB.
, 13. Verminderde stollingsfactoren door slecht werkende lever, verminderde opname Vitamine K, DIS door zeer ziek
zijn (APTT en PT meten, die zijn verlengt. Fibrinogeen meten, verlaagd. Trombocyten, verlaagd (niet afwijkend
bij de eerste twee opties). Dedimeren (afbraakproduct fibrinogeen) meten, verhoogd.
14. De rest van de lever werkt nog, dus weinig verschijnselen. Palpatie van tumor is mogelijk. leverenzymen
verhoogd door schade.
15. Nee, het is niet zo zwart wit. Er is altijd reserve in galblaas.
16. Skip
17. Hemoglobine – cholesterol
Nee, bilirubine wordt grotendeels uitgescheiden via feces en urine – Ja, galzuren worden voor 90%
geresorbeerd.
Geen verschil bij bilirubine, want geen effectieve opname. – hoog in portale circulatie, laag in systemische
circulatie.
Slecht – goed.
Werkcollege 3
1. Door pathologisch hoge concentratie ammoniak in hersenen kan glutaminase niet glutamine omzetten in
glutamaat en NH3, waardoor een tekort aan glutamaat ontstaat. Aromatische aminozuren bezetten de plaats
van dopamine receptor.
2.
Intrahepatisch: sinusoïden worden geskipt. Vooral bij grote honden.
Extrahepatisch: gaat helemaal langs de lever. Vooral bij katten en kleine honden.
Casus 1
Opdracht 3
a. Ja, kan traag zijn door minder excitatoire neurotransmitter glutamaat.
b. Portale hypertensie. Portale bloed gaat dan uitweg zoeken via kleine vaatjes in omentum en mesenterium die
normaal niet functioneel zijn, naar de v. porta en v. azygos. Door de shunt wordt ammoniak niet meer omgezet
in de lever en stijgt de concentratie in de hersenen. Dit leidt tot afwijkende functies van neurotransmitters in de
hersenen.
c. Ammoniak in plasma. Hoge galzuren door niet functionerende lever en door de shunt dus als je dat meet zegt
het niks. Bij aangeboren shunt kan het wel want de lever levert nog prima.
d. Ammoniak kan verhoogd zijn terwijl er geen HE is wanneer het dier net gegeten heeft, of bij een bloeding in het
maagdarmkanaal door bloed vertering. Zweet, dropjes en rokende mensen kunnen de ammoniak test negatief
beïnvloeden. Ook dieren die heel lang hebben gevast hebben weinig ammoniak in het bloed. Ook hypokaliëmie
en alkalose zorgen voor hoog ammoniak.
e. Ammoniak tolerantietest. Ammoniumchloride oplossing rectaal inspuiten in de dikke darm. Bij afwijkingen die
kan leiden tot HE wordt het ammoniak niet goed geklaard en treedt er een kleine verhoging op in het bloed.
Geen icterus bij aangeboren shunt! Alleen bij verkregen shunts.