Les 1 Les 2
(hoofdstuk 1)
Immuunsysteem, beschermt het lichaam tegen schadelijke elementen, zoals bacteriën, virussen,
parasieten, moleculen of lichaamsvreemde cellen.
2 regels die het immuunsysteem hanteert:
- Herken en vernietigt lichaamsvreemde elementen (non-self)
- Herkent en beschermt lichaamseigen cellen (self)
MHC = major Histocompatibility complex
Komt in 2 soorten:
- MHC class I, presenteerd intracellular antigenen aan cytotoxic T-
cells. Alle cellen met een kern hebben MHC class I en kunnen
hun ‘’binnenkant’’ aan de cytotoxische T-cellen laten zien
- MHC class II, presenteert antigenen die gefagocyteerd zijn aan de
toxische T-cellen, alleen APC’s hebben MHC class II, vindt plaats
in de secundaire lymf organen.
Cytokines
IL-4 en IL-5 veroorzaken ontstekingsreacties.
Lichaamseigen stoffen zorgen dat IL-10 verhoogd raakt en IL-10 remt de
werking van IL-4 en IL-5
Primaire vs secundaire immuunrespons
Secundaire respons:
Sneller dan de primaire respons
Effectiever: IgG i.p.v. IgM (klasse-switch)
Hogere affiniteit voor het antigeen
Actieve immunisatie
Toediening van antigenen van ziekteverwekkers. De immuunrespons die ontstaat biedt lange
tijd bescherming tegen deze ziekteverwekkers (micro-organisme of toxine)
Passieve immunisatie
Toediening van specifieke antilichamen tegen een specifieke ziekteverwekker (micro-
organisme of toxine)
Soorten (actieve) vaccins
Verzwakte vaccins:
Voordelen: zeer effectief omdat de immuun respons wort gestimuleerd door een groot
aantal antigenen. Daarnaast contact immuniteit
Nadeel: geven een milde infectie die in zwangere en mensen met een verzwakt
immuunsysteem gevaarlijk kan zijn. Daarnaast kan het micro-organisme muteren tot een
virulente vorm
,Geïnactiveerde vaccins/toxoid vaccins
Voordeel
Vaccins tegen SARS-CoV2
Vector vaccin (jansen & jansen, AstraZeneca)
mRNA vaccin (Pfizer/bioNtech, Moderna)
subunitvaccin (Novavax)
Tuberculose
Infectieziekte met mycobacterium tuberculose , vaak in de longen. Jaarlijks ca 800-900 besmettingen
in NL, wereldwijd groot probleem: 9 miljoen besmettingen, 1 miljoen overlijden hieraan. Moeilijk
onder controle te krijgen door co-besmettingen met HIV en multiresistente. Behandeling met
antibiotica > 6 mnd. Wanneer bacterie resistent is behandeling met antibiotica > 20 mnd.
Ziekteverschijnselen: lang zonder klachten, veel hoesten en bloed ophoesten, koorts, vermoeidheid,
vermagering.
Besmetting via de lucht (open TB). In NL actieve bestrijding door screening en bron-
contactonderzoek.
Diagnostiek: mantouxtest, evt. thoraxfoto, isoleren M.tubercolosis en resistentiepatroon bepalen.
Reizen naar landen waar TB voorkomt wordt vaccinatie geadviseerd.
Les 3
3 lijnen van verdediging
2e Lijn:
Macrofagen: fagocyten en zijn APC’s
NK: cel lyses
Granulocyten: algemeen fagocytose,
Neutrofielen: tegen schimmels en bacteriën
Dendritische cellen: APC’s)
Basofielen: geven histamine af
Eosinofielen: tegen parasieten
3e Lijn:
T-cellen: tegen virussen
B-cellen: tegen bacteriën
Huid: bezit over tight juntions; komen voor in de huid maar ook in veel andere organen.
, Bescherming van ciliën (trilharen).
Antimicrobiële eiwitten (2e linie)
Eiwit Bron Belangrijke effecten
Lysozym Neutrofiele granulocyten, Afbraak celwand
macrofagen proteoglycanen van gram+
bacteriën
Lactoferrine Neutrofiele granulocyten Remming van bacteriegroei
(ijzerbindend eiwit)
Defensinen Neutrofiele granulocyten,
macrofagen, epitheelcellen,
Paneth cellen
Cathlicidinen Epitheelcellen, neutrofielen
granulocyten, mestcellen
Collectinen Surfactant; aleveolaire
epitheelcellen; MBL: levercellen
Interferon -alpa en -beta Macrofagen, fibroblasten, Antiviraal effect
endotheelcellen, epitheelcellen
Complement Levercellen, monocyten (C1q) Opsonisatie, chemotaxie, lysis
C-reactief proteine (CRP) levercellen Acuut fase eiwit, bindt
fosforylcholine, complement
activatie
APC = antigeen presenterende cellen
Lysozym
Interferonen (IFN)
Interferonnen remmen de virusreplicatie. Ze zijn autocrien (cel produceert stoffen, waarvoor hijzelf
receptoren heeft) en paracrien (cel produceert stoffen, waar naburige cellen receptoren voor
hebben). Er zijn 3 verschillende soorten: IFN-alfa, IFN-beta en IFN-gamma.
Dubbelstrengs RNA (alleen virussen maken dit, menselijke cellen niet) stimuleert de productie van
interferonen. Interferonenn stimuleren enzymen die de virusreplicatie remmen
Indien de fysische barrière faalt, door Infectie/invasie van het weefsel door een micro-organisme
(bacterie, virus, parasiet).
Het aangeboren immuunsysteem komt direct
in actie (ontstekingsreactie)
Voordeel: zeer snelle respons
Nadeel: niet zo specifiek, dus soms niet
voldoende effectief
Het verworven immuunsysteem wordt
geactiveerd en helpt
Voordeel: zeer specifiek, dus zeer
effectief
Nadeel: duurt 5 – 7 dagen voordat de
respons op gang is