De wetenschapsstudie van onze gedachten, gevoelens en gedragingen zoals die worden beïnvloed door werkelijke of ingebeelde anderen
Sociale psychologie Probeert het denken, voelen en gedrag van mensen te verklaren vanuit de interactie tussen mensen, individueel en in groep, de sociale situatie en de historiek die
daaraan voorafgaat of wat erop volgt
SOCIALE COGNITIES
Sociale cognities Processen waarbij we informatie verwerven/opslaan/integreren/organiseren/interpreteren over mensen
Sociaal cognitivisme Men bekijkt de mens als een informatieverwerkend wezen in en vanuit de sociale context die schema’s gebruikt om de werkelijkheid te begrijpen
Sociaal De wereld is op zich al gevormd door manier van sociaal omgaan, wat er speelt er tussen de mensen zich af via de taal en het sociale aspect (i.p.v. het denken in
constructivisme het hoofd)
cognitieve structuur waarin eerder verworden kennis over een stimulus/concept is gerepresenteerd
Schema’s
↘ over personen, opvattingen, fysieke daden, kenmerken, relaties tussen die kenmerken…
Sociale schema’s Wat/hoe we denken over anderen, onszelf en dat anderen over ons denken
Prototype Soort gemiddelde van een specifieke groep mensen met vage grenzen – het meest typische van een groep
Script Het verloop van gebeurtenissen in bepaalde situaties die een opeenvolging van acties voorspelt
Top-down
Het schema bepaalt hoe je met de informatie omgaat
Theory-driven
Prescriptief Bieden een beeld van hoe iets moet/kan zijn en stuurt ons gedrag
Primacy effect (Ash) Informatie die we eerst over iemand krijgen beïnvloedt globale oordeel meer dan later verworven informatie
Configuratiemodel Van een persoon vormt zich een Gestalt, een intern consistent beeld van die persoon als geheel. De betekenis van een element wordt mee bepaald door de
(Ash) betekenis die men aan de andere elementen geeft en omgekeerd
Impliciete
persoonlijkheids- Veronderstelling dat bepaalde persoonstrekken samen voorkomen en andere trekken niet
theorie
Halo-effect Als de eerste bepaling positief is, leidt dat ook tot andere positieve kenmerken
Horn-effect Een negatief kenmerk leiden tot andere negatieve kenmerken
(negativiteitseffect)
Barnum-effect De neiging van mensen om vage en algemeen geldende uitspraken over de eigen persoon te accepteren als rake, typerende omschrijving, zonder zich te
(= forer-effect) realiseren dat diezelfde omschrijving voor bijna iedereen opgaat
Priming Als een schema recent gebruikt is, wordt het gemakkelijker geactiveerd, zeker als de nieuwe situatie onduidelijk is en/of enige gelijkenis vertoont met de vorige
Semantische Recent schema heeft te maken met hetzelfde concept – invloed van conceptuele eigenschappen van een woord (vb. semantische categorie)
Herhaling van het schema: voorafgaande presentatie van een prikkel beïnvloedt de manier waarop een persoon zal reageren als die prikkel opnieuw aangeboden
Repetitie
wordt
Referentie-index Referentie of suggestie is een primingeffect en roept selectief bijpassende gedachtesporen op en bepaalt verdere interpretatie en uitkomst
, Cognitieve Tegengestelde cognities (en attitudes/gedragingen) wekken psychologische spanning op die men wil reduceren. Dit kan door de cognities aan te passen, het gedrag
dissonantie aan te passen of het te accepteren.
Dollarexperiment
Hoe minder het gedrag te rechtvaardigen is door externe factoren, hoe meer men dit zal rechtvaardigen door interne factoren (cognities)
(Festinger)
Endowment effect Voor een eigenaar van een object verhoogt de waarde alleen al omdat hij er bezitter van is
Aversie van verlies We verkiezen het vermijden van verlies boven het verwerven van wins
Het verschijnsel dat we negatieve gebeurtenissen en informatie gemakkelijker opmerken dan positieve, dat we er sterker door beïnvloed worden en dat we ze
Negativiteitseffect
gemakkelijker herinneren
ATTRIBUTIE
Het toeschrijven van de oorzaken van gedrag aan interne of externe factoren, verklaringen zoeken voor gedrag
Attributie
Een specifieke vorm van sociale cognities om de sociale wereld voorspelbaarder/veiliger te maken
Dispositionele attributie Je legt de oorzaak bij het individu (actor) – interne attributie
Situationele attributie Je legt de oorzaak bij de omstandigheden of de omgeving – externe attributie
Zelfwaarnemings-
Als we geen verklaring hebben voor hoe ons lichaam voelt dan zijn we vatbaarder voor beïnvloeding van anderen
theorie (Bem)
Corresponderende
Persoonlijke kenmerken afleiden uit gedrag – anderen begrijpen door observatie en analyse van gedrag, maken van interferenties die al niet corresponderen
inferentietheorie (Jones
met een bepaalde attributie
& Davis)
covariantieprincipe: we laten ons leiden door de mate waarin gebeurtenissen samen voorkomen
Covariatiemodel (Kelley)
→ drie criteria: consensus, distinctiviteit, consistentie
Self-enchancement De neiging om de oorzaken van succes onszelf toe te schrijven
Self-defence De neiging om voor onze mislukkingen te verwijzen naar externe factoren self-serving bias
Cognitieve heuristieken Vuistregels waarmee kans op succes bij oplossen van problemen vergroot
Beschikbaarheids-
Neiging om waarschijnlijkheid van gebeurtenissen af te leiden uit het gemak waarmee men voorbeelden ervan in het geheugen kan oproepen
heuristiek
Valse consensus-effect We zijn geneigd de mate waarin we eigen opvattingen, attitudes , kenmerken en gedragingen met anderen delen te overschatten
Basisfrequentie-valstrik We zijn ongevoeliger voor statistieken dan spectaculaire gebeurtenissen, waardoor we veralgemenen en risico’s verkeerd inschatten
Tegenfeitelijk denken Voorstellen van mogelijke uitkomsten die zicht niet voordeden
Fundamentele Sterke tendens om de persoon zelf (en niet de omstandigheden) als oorzaak te zien van zijn gedrag (interne attributie), een gedragskenmerk wordt tot een
attributiefout persoonskenmerk gemaakt
Self-fulfilling prophecy
De verwachtingen (cognities) die je hebt (of je worden opgedrongen) zorgen ervoor dat die verwachtingen uit komen
The pygmalion effect
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper keylaacke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.