Dieren op spreekuur
Eerstelijns?
De normale, dagelijkse diergeneeskunde.
Onder welke wet val je als je je diploma gehaald hebt?
Wet Dieren.
Waar moet je je registeren als je je diploma gehaald hebt?
Bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG).
Wat staat er in de diergeneesmiddelenwet?
De registratie en kanalisatie van diergeneesmiddelen.
Vrije middelen?
Diergeneesmiddelen die vrij verhandeld mogen worden.
UDA-middelen?
Mogen door jou of door de eigenaar worden toegediend, nadat de dierenarts ze heeft
afgegeven.
URA-middelen?
De dierenarts moet deze diergeneesmiddelen voorschrijven, maar de eigenaar mag
ze wel elders kopen.
UDD-middelen?
Mag alleen door de dierenarts toegediend worden.
Arbeidstijdenwet (ATW)?
Een complex geheel van regels die de maximale werktijden en minimale rusttijden
van de werknemers bepalen.
Arbeidstijdenbesluit (ATB)?
In het ATB zijn algemene bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om op een
aantal normen voor arbeids- en rusttijden, voor werknemers van 18 jaar en ouder, af
te wijken van de ATW.
Wat staat er op een veiligheidsinformatieblad?
Hierop staat de informatie over de risico’s van de chemische stof voor werknemers
en milieu en maatregelen voor bescherming van gezondheid, veiligheid en milieu.
Symbolen blz 18!
Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E)?
,Elke dierenartsenpraktijk hoort dit te maken. Hierin worden de risico’s beschreven die
zich kunnen voordoen bij of door de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook moet worden
aangegeven welke beheersmaatregelen zijn getroffen.
Besluit diergeneeskundigen?
Deze wet regelt wat je als paraveterinair wel en niet mag doen.
Wat je precies mag doen, is onderverdeeld in een aantal categorieën:
1. onder leiding van een dierenarts en in diens directe aanwezigheid
2. op aanwijzing en onder controle van een dierenarts
De handelingen zijn:
a. het uitvoeren van een behandeling of het onderzoeken van een dier met het oog
op het voorkomen, genezen, verzachten, onderkennen of opheffen van een
aandoening, dierziekte, zoönose, ziekteverschijnsel, gebrek, of van in- of uitwendig
letsel of pijn.
(2)
b. het toepassen van een diergeneesmiddel waarvan toepassing krachtens een
voorschrift als bedoeling artikel 2.19, derde lid, onderdeel a, van de wet is
toegestaan, waaronder begrepen het verrichten van een lichamelijke ingreep, indien
die ingreep onderdeel uitmaakt van de voor dat diergeneesmiddel voorgeschreven
toedieningswijze, voor zover deze handeling niet krachtens een ander wettelijk
voorschrift aan anderen is voorbehouden.
(1, als het gaat om anesthesie, 2)
c. het verlenen van hulp met betrekking tot de geboorte van een vrucht van een dier,
daaronder niet begrepen een operatie.
(1)
d. het verrichten van handelingen ter ondersteuning van een dierenarts tijdens door
de dierenarts uit te voeren handelingen met betrekking tot het verwijderen van een
vrucht van een dier, respectievelijk onvruchtbaar maken van ene dier
(1)
e. inbrengen van een injectienaald ten behoeve van het afnemen van bloed.
(2)
Onder leiding van een dierenarts mag je de volgende handelingen verrichten:
- Het toepassen bij een dier van een algemene of plaatselijke verdoving.
- Het verlenen van hulp met betrekking tot de geboorte van een dier, waaronder
niet begrepen een operatie
- Handelingen ten behoeve van een door de dierenarts uit te voeren
verwijdering van een vrucht van een dier, alsmede het onvruchtbaar maken
van een dier.
Op aanwijzing en onder controle van een dierenarts mag je de volgende handelingen
verrichten:
- Het onderzoeken van een dier en het toepassen van een behandeling, een
operatie daaronder niet begrepen, bij een dier, één en ander vor zover zulks
strekt ter voorkoming of genezing van een infectieziekte of een parasitaire
, ziekte bij een dier dan wel ter genezing, leniging, ziekteverschijnsel, in- of
uitwendig letsel, pijn of gebrek bij dat dier.
- Het afnemen van bloed en het geven van injecties, andere dan met
diergeneesmiddelen als bedoel in artikel 30 van de Diergeneesmiddelenwet
(UDD-middelen).
Welke handelingen mogen niet uitgevoerd worden, terwijl ze wel vaak door
assistenten worden gedaan in de praktijk?
- Het castreren van katers
- Hechten
- Het toedienen van een infuus: je mag het infuussysteem wel klaarmaken en
de braunule aanbrengen, maar de infuusvloeistof is UDD, je mag het daarom
niet zelf aankoppelen
- Vaccins toedienen (deze zijn bijna allemaal UDD)
Blz 22!
Welke maatregelen kan het Veterinaire Tuchtcollege opleggen?
- Een waarschuwing
- Een berisping
- Een geldboete
- Ee gehele of gedeeltelijke schorsing van de bevoegdheid om het beroep uit te
mogen oefenen van maximaal een jaar
- Een gehele of gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om het beroep uit
te mogen oefenen.
De meeste klachten die worden ingediend over paraveterinairen gaan over:
- Bereikbaarheid
- Bereidheid om hulp te verlenen
- Het geven van slechte of verkeerde informatie
Wat moet je doen als je een hond een snuitbandje om moet maar deze niet past?
Door ze aan weerszijden van de nek stevig vast te pakken.
Om een (grote) hond in zijligging op tafel te krijgen zijn een aantal methodes
mogelijk:
- De hond eerst laten zitten, dan met één hand de kop naar je toe houden, en
met de andere hand de meest nabije achterpoot onder de hond vandaan
trekken.
- Aan de ene kant trekt iemand de poten onder de hond vandaan, aan de
andere kant vangt iemand de hond op, zowel het lijf als de kop komen dan
zachtjes op de tafel neer.
Hoe moet de hond dan gefixeerd laten liggen?
Met de handen worden de onderliggende poten vastgehouden, met de onderarmen
en eventueel de rest van het lichaam wordt voor- en achterkant van de hond op de
tafel gedrukt.
