Blok I
HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286, NJ 1999/145 (Wrongful birth)
Een dokter vergeet na een operatie een spiraaltje terug te plaatsen bij een vrouw. Na enige
tijd wordt zij zwanger. Zij vordert een schadevergoeding voor de opvoedkosten van het kind
en smartengeld (voor wat het met haar lichaam doet). HR oordeelde dat de vrouw recht had
op schadevergoeding van de opvoedkosten, maar niet op smartengeld. compensatie
HR 9 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2735, NJ 1998/853 (Jeffrey)
Kleuter Jeffrey heeft zwemtherapie waarbij een therapeute en de moeder van Jeffrey
aanwezig zijn. Na het zwemmen gaan zij afzonderlijk douchen en gaat Jeffrey terug naar het
zwembad en verdrinkt hier. De ouders van Jeffrey eisen aansprakelijkheid van het
ziekenhuis waar de therapeute werkte, omdat zij pas kunnen rouwen wanneer dit vaststaat.
De HR oordeelde dat een zuiver emotioneel belang geen groot genoeg belang is om
aansprakelijkheid vast te stellen en wijst de vordering dus af. (waarschijnlijk ook voor
bescherming van de moeder, aangezien zij Jeffrey ook niet in de gaten hield).
genoegdoening.
HR 18 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5213, NJ 2006/606 (Baby Kelly)
In de familie van de man kwamen vaak chromosale afwijkingen voor en de vrouw had al
meerdere miskramen gehad en wilde om die redenen een vruchtwaterpunctie laten
uitvoeren. De verloskundige zei echter dat dit nergens voor nodig was. Toen Kelly werd
geboren bleek dat zij ernstig gehandicapt was en veel zorg nodig had. De ouders stelde de
verloskundige en het ziekenhuis waar zij werkte aansprakelijk. De HR oordeelde dat hier
sprake was van een beroepsfout en schadevergoeding geëist werd. Schadevergoeding voor
alle kosten van de opvoeding en verzorging van Kelly. Volgens de HR moet je bij het
vaststellen van de schade het leven van Kelly vergelijken met een gezond leven.
HR 6 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9228, NJ 2015/376 (Srebrenica)
VN is onschendbaar en kan dus geen OD worden toegerekend, echter kan het de partijen
die handelen in naam van de VN, in deze casus de Nederlandse Staat, wel toegerekend
worden indien zij effective control hebben
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41 (Urgenda)
Een voorbeeld van verdelende rechtvaardigheid (compensatie) de Nederlandse Staat
moest zich aan de klimaatdoelen houden en hier actief naar handelen. Omdat NL een klein
land is, zou je kunnen stellen dat het minder aan de doelen hoeft te houden, wij leveren
echter een klein deel van de uitstoot. Maar NL is welvarend.
HR 9 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706, NJ 1994/535 (DES/Dochters)
Alternatieve causaliteit DES produceerde pillen die uiteindelijk schade bleken voor de
ongeboren kinderen van zwangere vrouwen. 6 vrouwen wilden DES aanspreken, maar
konden niet achterhalen welke fabriek de pillen had gefabriceerd. Zij mogen alle fabrieken
aansprakelijk stellen en zijn dan aansprakelijk, tenzij zijzelf kunnen aantonen niet
aansprakelijk te zijn.
HR 24 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:AM1905, NJ 1998/257 (Baijings/H)
Verlies van kans Er moet een csqn-verband zijn tussen de aansprakelijkheid scheppende
gebeurtenis en het verlies van de kans op succes.
HR 24 december 1999, ECLI:NLHR:1999:AA4004, NJ 2000, 351
(Nugteren/Meskens)
Samenwerkende oorzaak – verzakken van de woning door zijn buurmannen.
, HR 11 november 1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4688, NJ 1984, 331 (Meppelse ree)
Toerekening: verwijtbaarheid – de bestuurder deed iets menselijks, maar was niet rechtens
rechtvaardig waardoor hij aansprakelijk was.
HR 7 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2795, NJ 2002/576 (Leeuwarden/Los)
Hypothetische causaliteit – indien schade is veroorzaakt en iemand daarvoor aansprakelijk
is, het feit dat dezelfde schade ook door een latere gebeurtenis zou zijn veroorzaakt, degene
die aansprakelijk is voor de eerste gebeurtenis niet van zijn aansprakelijkheid ontheft.
HR 31 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6092, NJ 2011/250 (Nefalit/Karamus)
Proportionele aansprakelijkheid asbest en roken
HR 21 december 2012, ECLI:HR:2012:BX7491, NJ 2013/237 (Deloitte/Hassink)
Kansschade kan een oplossing bieden voor sommige situaties waarin onzekerheid bestaat
over de vraag of een op zichzelf vaststaande tekortkoming of OD schade heeft veroorzaakt
en waarin die onzekerheid haar grond vindt in de omstandigheid dat niet kan worden
vastgesteld kans op succes in de werkelijkheid zou hebben gerealiseerd. Er moet wel een
csqn-verband zijn tussen de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis en het verlies van de
kans op succes.
HR 2 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:2914, NJ 2016/194
(Groepsaansprakelijkheid)
Groepsaansprakelijkheid – enkel onderdeel zijn van een criminele bende is onvoldoende
voor aansprakelijkheid ervan
HR 26 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:461, NJ 2021/127 (Kansschade)
Verlies van kans – schadevergoeding naar het % waarnaar de kans bestond op voordeel.
Geen hele vergoeding omdat er ook een kans bestond dat er geen voordeel behaald werd.
In casu was er sprake van Fraude door COB waar de bank achter kwam, dit hebben zij niet
aan de contractspartij van COB, ISG, meegedeeld. Waardoor de bank aansprakelijk is voor
de schade die ISG heeft geleden niet zeker of ISG anders gehandeld had 25% moet
worden vergoed.
HR 10 juni 1910 W. 9038 (Zutphense juffrouw)
Onwetmatigheid een daad was onrechtmatig wanneer deze daad in strijd was met een
wettelijke plicht en dus niet met een zorgvuldigheidsnorm.
HR 31 januari 1919, NJ 1919, 161 (Lindenbaum/Cohen)
Van onwetmatigheid naar onrechtmatigheid de HR sloeg om: nu was een daad ook
onrechtmatig wanneer deze in strijd was met een in het verkeer geldende
zorgvuldigheidsnorm.
HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079, NJ 1966/136 (Kelderluik)
0. Kenbaarheidsvereiste van HR Taxusstruik
1. Hoe groot is de kans van onoplettendheid van het potentiële slachtoffer
2. Hoe groot is de kans dat door de onoplettendheid ongevallen ontstaan
3. Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn
4. Hoe bezwaarlijk is het om voorzorgsmaatregelen te nemen in geld, tijd en moeite
HR 19 oktober 1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1456, NJ 1992/621 (Tennisspel)
Gevaarzetting: sport en spel – alleen onrechtmatig bij het overtreden van de spelregels.
Onrechtmatigheid is moeilijker te verkrijgen in een situatie van sport en spel. Een teckel bij
voetbal (op de bal) zal rechtvaardig zijn, maar op straat zou dit als onrechtmatig gezien
kunnen worden.