Trainingsleer - Samenvatting
Trainingsleer ‘introductie psychologie, effecten van en op inspanning’
DOEL
Met gebruik van inspanningsfyiologische- en trainingsleer-principes een beweegprogramma te analyseren en
samen te stellen. Een voedingsanalyse te maken en op basis hiervan eenvoudige voedingsadviezen te geven.
Een krachttrainingsprogramma uit te voeren, te analyseren en te vergelijken met een eigen referentiegroep.
Stress reductie (minder stress)
Anxiety (spanning)
state anxiety (korte termijn)
trait anxiety (lange termijn) = blijvende angst
1. Twee grote componenten van het stresssysteem
Sympatisch systeem: zorgt voor onmiddellijk reactie op gevaar bedreiging door shot adrenaline
Hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as): zorgt voor ‘brandstof’ om op langere termijn ‘vol te
houden’, via productie van hormoon cortisol (vergelijkbaar met adrenaline). Het kan je ook blokkeren dat
je niks meer kan, langdurige cortisol levels zijn niet goed, dan blijf je onder spanning zitten.
Ons brein bestuurt ons stresssysteem: via een onderlinge interactie van stresshormonen,
neurotransmitters, neuropeptiden, immuun cellen, cytokines.
2. Antidepressieve werking door inspanning
Lichaamsbeweging stimuleert aanmaak belangrijke neurotransmitters (serotonine en noradrenaline)
beweging werkt goed bij mensen die depressief zijn
3. Invloed (beweeg)gedrag op cognitie
Geheugen, analytisch denken, plannen, focus, concentratie, beslissen bewegen heeft hier een
positieve invloed op!
4. Motivatie
Zelf-determinatie theorie* (ZDT/1) algemene motivatie theorie die ervan uitgaat dat elke mens over
innerlijke drijfveren beschikt om zijn eigen interesses en uitdagingen na te streven.
Uitgangspunt, elk mens heeft 3 basisbehoeften:
- behoefte aan autonomie zelf keuzes kunnen maken
- behoefte om zich competent te voelen
- behoefte aan verbondenheid met een groep/individu
Verschillende motivaties
- gecontroleerde motivatie extrinsiek
- autonome motivatie intrinsiek
, - amotivatie = niet gemotiveerd
Kwaliteit van de motivatie
Amotivatie: geen enkele motivatie aanwezig om doelgedrag te laten zien
Externe regulatie: doelgedrag wordt getoond door een externe stimulus ( vrienden, familie, personal
trainer)
Introjected regulatie: doelgedrag wordt getoond om bijv. schuldgevoelens te vermijden
Identificatie regulatie: doelgedrag wordt getoond omdat er voordelen voor het individu zelf aan vast
zitten (ik voel me beter, ik val af… enz)
Intrinsieke regulatie: doelgedrag wordt getoond vanwege de inherente waarde die eraan wordt
gehecht (je doet het omdat het in je genen zit, automatisch).
Doelen stellen - Goal setting
- short-therm goals increase probabillity of reinforcement
- intermediate goals
- long-term goal (meaning)
Effectieve doelen stellen SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden)
Trainingsleer ‘Intake en Fitness assessment’
Intake = gesprek
Fitness assessment = metingen
Waarom intake met een cliënt?
Beeld schetsen van een persoon, lengte, gewicht, leeftijd, eetgewoonte, motivatie, ziekte patroon, medicatie,
blessures…Je wilt weten wat je als personal trainer aan risico’s hebt van de cliënt.
Taken en verantwoordelijkheden van de leefstijlprofessional
1. Motiveren van de deelnemers bij voortgang van het programma
2. inventariseren gezondheidstoestand/fitheid
3. trainen van de deelnemers richting de individueel gestelde doelen
4. informeren/voorzien van kennis aan deelnemers
5. doorverwijzen naar andere gezondheidsprofessionals indien nodig
MATER als je het zou vertalen in het Engels bovenstaande 5 verantwoordelijkheden.