Klinisch redeneren LW4WG8
Kennisclip syndroom
- Syndroom -> samenhangende set van symptomen. Aantal klachten die vaak tezamen
voorkomen. Bij een ziekte is dat ook zo, maar dan is de oorzaak bekend. Bij een
syndroom is de oorzaak niet bekend. Ook zijn er meerdere oorzaken mogelijk.
- Soms wordt iets een syndroom genoemd, maar is de oorzaak ondertussen wel
bekend. Of heeft een syndroom heel veel verschillende oorzaken.
- Diagnostiek van een syndroom is vaak lastiger dan ziekte, er is namelijk niet 1 test
mogelijk. Je krijgt eigenlijk diagnostiek per symptoom en maar minimale symptomen
om aan het syndroom te ‘voldoen’ -> wat is de grens.
Kennisclip dementie en milde cognitieve impairments
- Dementie herken je door cognitieve functies die veranderen.
- Dementie is een proces waarin de persoonlijke ontwikkeling ongedaan wordt
gemaakt.
- Biologisch proces: niet omkeerbaar verval van grijze stof. Dementie is een syndroom
-> groep van symptomen of klachten die gecombineerd voorkomen en waaraan
verschillende ziekten of aandoeningen ten grondslag kunnen liggen.
- MCI -> problemen met geheugen of met een andere hersenfunctie, maar kan nog
vaak zo goed als normaal functioneren in het dagelijks leven. Kan een voorstadium
zijn van dementie, maar hoeft niet. Bij MCI blijft de zelfredzaamheid op redelijk
zelfde niveau.
- MCI symptomen -> geheugenproblemen, moeite met overzicht houden, moeite met
uitvoeren handelingen, vergeten details van gebeurtenis/handeling. Mensen met
dementie zouden hele handeling vergeten.
- Bij dementie vaak neuro psychiatrische symptomen: depressief, angstig,
achterdochtig, geagiteerd, wanen en hallucinaties. Is een reactie op: Mensen met
dementie leiden veel verlies: van biologische factoren, sociale factoren en
psychologische factoren.
- Vormen van dementie: Ziekte van Alzheimer, Fronto-temporale dementie, vasculair
(overlap met Alzheimer), lewy body. Snap deze dia niet echt, zoek zelf evt. nog
informatie op over verschillende vormen. Zie stukje film ook nog even.
- Wat zijn factoren die de kans op dementie vergroten -> metabool syndroom;
overgewicht, hoge bloeddruk, slechte cholesterolwaarden, verstoorde
bloedsuikerspiegel en ‘multi-morbiditeit’
- Assessment en diagnostiek => klinische diagnostiek: heteroanamnese, beoordeling
van cognitief functioneren, beoordeling mentale status en beoordeling dagelijks
functioneren. Zijn allerlei tools voor.
- Begeleidingsadviezen: kalme en positieve lichaamstaal, benadruk wat goed gaat, ben
vriendelijk, vermijd falen, gebruik korte zinnen, sluit aan bij levensloop en interesses,
vraag pas iets wanneer het aan de orde is, betrek mensen bij wat je doet, vermijd
veranderingen in regelmaat, houd pauzes aan, begeleid zijdelings en terloops, maar
verbinding, voeg in en sluit aan.
Erik Scherder
- Hippocampus vaak aangedaan en heel kwetsbaar bij de ziekte van Alzheimer.
- Veel atrofie -> een neuron -> zenuwcel -> wel kleiner geworden, maar nog wel
stofwisseling.
, Hoofdstuk 17 Dementie
- Dementie is een hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg. Hierbij is
sprake van een complex van symptomen waaraan verschillende oorzaken ten
grondslag kunnen liggen. Dementie is een syndroom en geen ziekte.
- Vaak niet meer spreken van dementie maar neurocognitieve stoornis => als gevolg
van hersenaandoening kunnen verschillende cognitieve stoornissen optreden:
• Geheugenstoornis: een verminderd vermogen om nieuwe informatie aan te leren
of zich eerder geleerde informatie te herinneren;
• Afasie: zich niet goed kunnen uitdrukken in woord of schrift en/of gesproken of
geschreven taal niet goed begrijpen;
• Apraxie: geen doelbewuste handelingen kunnen uitvoeren;
• Agnosie: geen objecten kunnen herkennen;
• Stoornis in uitvoerende functies: niet in staat tot abstraheren, logische
gevolgtrekkingen maken, organiseren, plannen maken, doelgericht handelen;
• Stoornissen in aandacht/concentratie en/of mentale verwerkingssnelheid;
• Stoornissen in visueel-ruimtelijke of -constructieve vaardigheden.
- Afhankelijk van het type dementie en de plaats waar schade ontstaat in de hersenen
treden bij aanvang andere cognitieve functiestoornissen op de voorgrond en is het
verloop anders. Verder is kenmerkend voor een dementiesyndroom dat het
bewustzijn helder is en dat de stoornissen progressief zijn met de tijd. Deze
stoornissen zijn te duiden als het gevolg van een progressief breinfalen -> niet 1
oorzaak.
- Ziekte van Alzheimer:
o Afsterven van hersencellen, een proces dat vooraf wordt gegaan door
ophopingen van eiwitten (beta-amyloïde -> plaques). Hierdoor kunnen de
hersencellen niet meer goed functioneren. Het proces begint in de
hippocampus, het hersengebied dat belangrijk is voor het geheugen.
o Kenmerkend: geleidelijke toename van functiestoornissen. Meestal eerst een
vermindering van het kortetermijngeheugen en de oriëntatie. Vervolgens
wordt ook het langetermijngeheugen aangetast en ontstaan stoornissen in
het abstract denken, oordeelsvermogen, problemen met de taal en met het
handelen en/of het herkennen van de betekenis van voorwerpen.
o Diagnostiek: MRI -> atrofie (=afbraak) hippocampus gebied & hersenschors.
- Vasculaire dementie:
o Doorbloeding in de hersenen slecht, waardoor hersencellen beschadigd raken
en kunnen afsterven => stapsgewijs problemen in het cognitief functioneren.
De klachten zijn afhankelijk van de plaats en de uitgebreidheid van de
doorbloedingsproblemen.
o Diagnostiek: MRI -> lokale infarctgebieden en/of aantasting van de witte stof,
vooral rond de grote hersenventrikels, al dan niet gecombineerd met globale
corticale atrofie.
- Fronto-temporale dementie:
o Vooral op jongere leeftijd (tussen 40 en 65 jaar). Begint met geleidelijke
gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen, zoals apathie, ontremd gedrag of
dwangmatig gedrag en gebrek aan empathie.
o Opvallende atrofie van de fronto-temporale hersenschors.