Samenvatting Sociale zekerheid en Sociale bijstand Sociaal werk Hogent
51 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Sociale Zekerheid En Sociale Bijstand
Instelling
Hogeschool Gent (HoGent)
Een samenvatting van de lessen sociale zekerheid en sociale bijstand, niet van de cursus. Ik heb ook de verschillende takken samengevat in een klein schema.
Sociale zekerheid en sociale bijstand – samenvatting
SOCIAAL RECHT
Inleiding + hoofdstuk 1: SZ in het algemeen
1. Historiek
Begin SZ: periode v 1e industriële revolutie en ontstaan v kapitalisme (1764)
Armoede samenlevingsprobleem & oprichting v Burgerlijke Godshuizen en Burelen v
weldadigheid
Industriële revolutie zorgde voor nieuwe risico’s: ziekten, arbeidsongeschiktheid en
werkloosheid
Werknemers namen initiatief om zichzelf te beschermen: oprichting v Maatschappijen v
Onderlinge Bijstand
Vrijwillige onderlinge verzekeringskas beschermde werknemers tegen werkloosheid,
arbeidsongeschiktheid en wanneer die te oud was om te werken mutualiteiten (later)
Werkgevers richten kinderbijslagkassen op
Opkomst v arbeidersbeweging in 1886: stakingen, crisis overheidsinterventie!
1891: overheid subsidieert mutualiteiten (op vrijwillige basis georganiseerd)
1903: eerste verplichte verzekering = verzekering tegen arbeidsongevallen
-- > uitbreiding v verzekering tss de twee WO
Rust- en overlevingspensioenen
Beroepsziekten
Gezinsbijslag
Betaald verlof
Verzekering tegen sociale risico’s: ziekte, invaliditeit, werkloosheid blijven in private
sfeer v mutualiteiten
1
1944 : werknemersorganisaties en werkgeverssyndicaten ondertekenen sociaal pact
‘overeenkomst tot sociale solidariteit’
-- > 2 grote pijlers:
Sociale vrede tss werkn en werkg org
Solidariteitsgedachte
Besluitwet v 28/12/1944: alle sociale verzekeringen w voor arbeiders verplicht
= ziekte- en invaliditeit, werkloosheid, ouderdom & vroegtijdige dood, kinderbijslag, vakantie
Uitkeringen
Oprichten Rijksdienst Maatschappelijke Zekerheid (centraal inningsorgaan)
SZ w paritair beheerd
WERKNEMERS:
In besluitwet: niets vermeld over werkongevallen, beroepsziekten en gehandicapten
ZELFSTANDIGEN:
Kinderbijslagregeling (1937), verplichte pensioensverzekering (1956), sociaal statuut der
zelfstandigen (1967), verzekerd voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid (1971)
Evolutie v SZ systeem v verzekering tegen sociale risico’s waarborg voor
bestaanszekerheid (wet over bestaansmin. (1974))
1975: crisis: werkloosheid meer rechthebbenden financiële problemen door hogere
kosten v SZ
1
1944: SZ globaal uitbouwen
, onderscheid tss arbeider, bediende, ambtenaar (enkel aangesteld door de overheid; SZ
bescherming is voor hen gunstiger – krijgt een wedde), zelfstandige (krijgt een ereloon of factuur) en
werknemer (algemeen regime van loontrekkenden)
SZ goed draaiende economie is nodig!, iedereen moet bijdragen om mechanisme te ondersteunen
-- vb. kinderbijslag, wettelijk pensioen
SB residuair stelsel (eerst al de rechten in de SZ uitputten alvorens je beroep kan doen op SB)
-- vb. leefloon, recht op maatschappelijke integratie
In VS: ieder voor zich; als je wil kan je het (er is geen structureel model) -- > enkel degene die het zich
kunnen permitteren (zie Obama care: wou opleggen ipv facultatief)
Kenmerken van de SZ:
SZ is contributief (je moet bijdragen; verplicht opgelegd model v solidariteit door overheid)
laat toe dat een grote groep v bevolking (die aan vw’en voldoet) een kwalitatief SZ product
krijgt – we zitten in België aan de top van belastingen
Werknemersbijdrage aan SZ is 13.07%
Werkgeversbijdragen aan SZ is 25%
SZ is inkomensgerelateerd (terugkoppelen naar vorig inkomen; 1e maand zonder werk:
gewaarborgd loon)
Wie beheert de SZ? Sociale partners (werknemers en werkgeversorganisaties)
+ middenveldorganisaties (hulpkas, mutualiteiten, werkloosheidskassen,…) delen bijdragen uit
2. Ideologische achtergrond
Twee bel grondleggers v SZ:
Bismarckmodel
o Bismarck: Duitse kanselier
o Werkte eind 19e eeuw SZ systeem uit; gefinancierd door werkn en werkg
met staatsbijdrage (% op loon) voor pensioenen
o Levensstandaard behouden bij bep risico’s
o Uitgaven gekoppeld aan loon
o Onafh v grootte vd bijdragen (niet: jij draagt meer bij, dus je krijgt meer) +
gebaseerd op behoeften (wel: jij hebt een behoefte en krijgt daarvoor geld)
o Gebaseerd op professionele solidariteit
Beveridgemodel
o Lord Beveridge: ‘iedereen recht op bestaanszekerheid’
o Zorgde voor zelfde forfaitaire uitkering voor elke burger via belastingen
o Ongeacht type tewerkstelling
o Uitkering bij werkloosheid, ziekte en pensionering
o Gebaseerd op solidariteit
o Onder rechtstreeks beheer v overheid
Belgische situatie
= compromis tss de twee modellen
, -- buurlanden: terug te brengen tot één vd twee (vb. Duitsland = 1 e, VK = 2e)
België als verzorgingsstaat
Functies v SZ:
1) Vervangingsinkomen bij werkloosheid, pensionering / arbeidsongeschiktheid
2) Aanvulling op inkomen bij opvoeding v kinderen / ziektekosten
3) Bijstandsuitkering indien onvrijwillig geen arbeidsinkomen
V nachtwakersstaat verzorgingsstaat (orde handhaven, eco vrijheid waarborgen,
werken aan armoede door systeem v SZ)
! 1993: bepaling v SZ opgenomen in grondwet (zie art. 23)
O.b.v. dit artikel actieve welvaartsstaat: ook sociale investeringen
(opleiding, werkgelegenheid,… creëren); overheid m mensen de kans geven
om zich te ontplooien en sociale bescherming geven als dit niet lukt
3. Centraal begrip
= solidariteit: tss werkenden en werklozen, jongeren en ouderen, gezonden en zieken,…
Hoe? Werkenden betalen bijdrage ivt loon + vakbonden, mutualiteiten en werg org beslissen
over systeem
4. Inhoud SZ
Dekt 2 soorten risico’s:
Loonverlies (door ziekte, ouderdom, invaliditeit, vroegtijdige dood)
vervangingsinkomen
Ontoereikend loon (door ziektekosten, gezinslast)
aanvullend inkomen
Onvrijwillig niet beschikken over beroepsinkomen bijstandsuitkering
4.1. Klassieke sectoren
Rust- en overlevingspensioenen
Werkloosheid
Arbeidsongevallenverzekering
Beroepsziekteverzekering
Gezinsbijslag
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Jaarlijkse vakantie
Zelfstandigen: sociale verzekering bij faillissement & uitkeringsstelsel bij
geboorte en adoptie
4.2. Sociale bijstand
Leefloon
Inkomensgarantie voor ouderen
Gewaarborgde gezinsbijslag
Tegemoetkoming aan gehandicapten
5. Grondwettelijke verdeling v bevoegdheden
, Federaal Gemeenschappen/gewesten
= algemeen = persoonsgebonden
Werkloosheidsverzekering + financiële Arbeidsbemiddeling en programma voor
tegemoetkoming bij wedertewerkstelling wedertewerkstelling (VDAB)
Gezinsbijslagregeling Gezinsbeleid (vb. Kind en Gezin)
Arbeidsrecht en SZ Gezondheidsbeleid
Vaststellen v min bedrag, bestaansmin., Sociaal beleid
recht op dienstverlening en recht op hulp v
OCMW
Sociale reclassering en integratie Beleid maats welzijn (OCMW)
Pensioenstelsel Gehandicaptenbeleid
Ziekteverzekering Bejaardenbeleid
Sinds 6e staatshervorming z er bel bewegingen: bep sectoren v SZ bewegen in richting van
gemeenschap (sinds 2019: één sector w niet meer op federale niveau beheert; versch
kinderbijslagsystemen naast elkaar)
Vb’en hiervan:
Gezinsbijslag maakt niet langer deel uit v SZ die door federale instanties w aangestuurd
Arbeidsactivering (werkloosheid): niet spreken over werkloze, maar over actief op zoek gaan
naar arbeid (feitelijk georganiseerd door instellingen op niveau v gewesten, maar finale
beslissingen w gesuperviseerd door Rijksdienst voor arbeidsvoorzieningen (federaal) nu
gebeurd dit op gewestelijk niveau, niet meer beslissingen v RVA respecteren
DUS: SZ is niet meer bevoegdheid v federale staat, maar deel ervan doorgeschoven naar
gemeenschappen en gewesten
Overzicht: versch politici uit versch partijen zijn verantwoordelijk (Federaal niveau en Vlaams niveau):
houden elkaar in het oog, maar k soms niet goed overeenkomen waardoor minder kwalitatieve
regelgeving tot stand komt: kruiscontrole tss partijpolitieke formaties mbt zelfde domein (! Vaak geen
homogene bevoegdheidspakketten: vb. ziekteverzekering; 1 e lijn gezondheidszorg:
verantwoordelijkheid v Vlaamse niveau, maar alles wat te maken h met financiering v zorg blijft
Federaal)
meer aan het evolueren van federale (= federale entiteit schuift bevoegdheden door naar
deelstaten) naar confederale staat (= bestaat uit verschillende deelstaten; onafhankelijke
staten met elk een eigen grondwet, samen maken ze een verdrag op om enkele
bevoegdheden over te dragen naar een centrale overheid – vb. Zwitserland)
6. Organisatie
Als SW’er: hoe zit het met sociale zekerheidssituatie van betrokkene? wie ben je?
Drie klassieke stelsels:
6.1. Werknemersstelsel
Algemeen regime (numeriek best vertegenwoordigd)
meest aantal deelnemers uit privé en overheidssector (= contractuele
medewerkers vallen onder dit regime zolang ze niet vast benoemd z in dienst
vd overheid! (ambtenaren))
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmawr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.