TILBURG UNIVERSITY
Rechtsfilosofie
2021-2022
Studievragen
, Module 1 – De aard van het recht
Studievragen week 1 - Natuurrecht
1. Kun je, volgens Thomas van Aquino, een onrechtvaardige wet nog wel een wet noemen?
A. Ja, natuurlijk. Zolang de wet is uitgevaardigd door het legitieme gezag is sprake van een wet, of
deze nu rechtvaardig is of niet.
B. Nee, natuurlijk niet. Een wet is per definitie gericht op het gemeenschappelijk goede en een
onrechtvaardige wet doet daar juist afbreuk aan. Een onrechtvaardige wet is dus eigenlijk niet
echt een wet, want het schaadt het gemeenschappelijk goede.
C. Jazeker. De wetten worden immers opgesteld door het legitieme gezag dat regeert bij de gratie
Gods. Die wetten ongehoorzaam zijn komt neer op het in twijfel trekken van Gods plan.
Uitleg: Thomas is een natuurrechtdenker omdat hij duidelijk een hoger systeem van recht hanteert,
namelijk de goddelijke en de eeuwige wet. Een wet moet gericht zijn op het goede voor de
gemeenschap, wil die wet goed zijn. Hij moet dus gericht zijn op iedereen. Op het moment dat een wet
onrechtvaardig is, komt de gemeenschap onder druk te staan en daarom is het slecht voor de
gemeenschap. Dit is in strijd met de goddelijke en eeuwige wet, waardoor het ons niet bindt.
Machthebbers maken soms wetten die tegen het de goddelijke wet ingaan.
Conceptuele analyse → Thomas vraagt zich af wat recht is: afgekondigde, ordening van de rede (een
bepaalde regel die mensen tot bepaald handelen moet zetten, ordening van verleden handelingen en
leidraad voor toekomstige handelingen), met betrekking tot het gemeenschappelijke goede (niet gericht
op het belang van de heerser maar op de gemeenschap als geheel, afkomstig van hem die zorg voor de
gemeenschap heeft (juiste autoriteit)) en dwingende kracht dus desnoods met geweld worden
afgedwongen.
Normatieve analyse → Onrechtvaardige wetten ongehoorzaam zijn. Dit zegt ook iets over hoe je moet
handelen. Uiteindelijk moet je God meer gehoorzaam zijn dan de mens. Thomas maakt hiermee een
normatieve claim. Op basis van de conceptuele analyse van de wet, een wet die afbreuk doet aan het
natuurrecht, is eigenlijk geen wet en daar hoeven we ons niet aan te houden. Dit is de normatieve claim.
2. Mag je, volgens Thomas van Aquino, soms in strijd met de letter van de wet handelen?
A. Nee, het is helemaal niet jouw plaats om de wet te interpreteren en te oordelen of de wet in een
specifiek geval rechtvaardig is of niet. Dat recht is voorbehouden aan de elite.
B. Nee, als iedereen constant naar eigen inzicht de wet zou gaan interpreteren en voor zichzelf gaan
bepalen of de wet in een specifiek geval tot onrecht leidt en dus overtreden mag worden, dan
krijg je algemene wetteloosheid.
C. Ja. De wetgever schrijft algemene wetten voor en kan nooit alle gevallen voorzien waarop de
wet van toepassing zal zijn. Het kan dus voorkomen dat een wet die in het algemeen het
gemeenschappelijk goede dient, in een specifiek geval hier juist afbreuk aan doet. In dat geval
mag je in strijd met de letter van de wet handelen.
Uitleg: Echte wetten zijn volgens Thomas gericht op het gemeenschappelijke goede, en dus hebben we
een algemene plicht om de wet te gehoorzamen. Maar, zelfs wetten die in zijn algemeenheid het
algemeen belang kunnen bevorderen kunnen in specifieke gevallen toch het algemeen belang schaden.
Dan is ongehoorzaamheid toch geoorloofd omdat de wetgever dat per definitie niet beoogd kan hebben.
Ter illustratie: Stel je voor dat er een wet is die de stadspoorten gesloten houdt. In het algemeen belang
bevordert het de veiligheid van de stad. Maar in een specifiek geval, bijvoorbeeld in burgeroorlogen,
wanneer men zich achter de stadspoorten in veiligheid willen brengen, dan moeten de poorten wel
2
©2022 L.D. de Graaf
, geopend zijn, in strijd met de letter van de wet. De wetgever kan dan per definitie niet beoogd hebben
dat de poorten in dat geval dicht moeten blijven. In een dergelijk geval is het dus gerechtvaardigd om
de wet niet te gehoorzamen volgens Thomas.
Hoe zou Thomas van Aquino het handelen van Antigone beoordelen?
Volgens Thomas van Aquino is een onrechtvaardige wet geen wet.1 Wetten zijn bindende voorschriften;
ze leggen ons bepaalde plichten op. Wanneer een voorschrift eigenlijk niet eens een wet genoemd kan
worden – omdat het voorschrift onrechtvaardig is – dan ontbeert het dus ook de bindende kracht die
typisch is voor wetten. Hieruit concludeert Thomas van Aquino dat wij niet verplicht zijn om
onrechtvaardige wetten (die dus niet echt wetten zijn) te gehoorzamen.
Thomas geeft verder aan dat wetten op verschillende wijzen onrechtvaardig kunnen zijn. Een van de
wijzen waarop een wet onrechtvaardig kan zijn is in het bijzonder relevant voor de casus van Antigone:
een wet kan onrechtvaardig zijn doordat het strijdig is met het goddelijke goede.2 Dit is het geval
wanneer wetten gedrag voorschrijven dat direct ingaat tegen de voorschriften van de goddelijke wetten
(zoals we die, in het geval van Thomas, uit de Bijbel kennen).
Eén interpretatie van Antigone is dat koning Creon een wet uitvaardigt die onrechtvaardig is, omdat
deze iets verbiedt wat de goden juist gebieden: koning Creon verbiedt het begraven van Polyneices.
Deze wet van koning Creon is dus strijdig met het goddelijke goede en derhalve onrechtvaardig, zouden
we met Thomas kunnen stellen. Onrechtvaardige wetten zijn niet echt wetten en dus hoeven wij ze ook
niet te gehoorzamen. Antigones handelen (het begraven van haar broer tegen het decreet van Creon in)
kan dan ook gerechtvaardigd worden met een beroep op het werk van Thomas van Aquino.
1 Samenvatting, p. 8-9.
2 Samenvatting, p. 7.
3
©2022 L.D. de Graaf