Vrijetijdsindustrie = Het is een industrie met aan de vraagzijde de consument die een
relatief grote mate van keuze vrijheid heeft en veel geld te besteden heeft.
Een objectieve benadering van vrije tijd wil zeggen dat vrije tijd zo omschreven wordt
dat er geen interpretatieverschillen mogelijk zijn, het is gebaseerd op feiten. De
objectieve benadering wordt vaak als volgt geformuleerd:
Vrije tijd = alle tijd − arbeid − onderwijs − zorgtaken − persoonlijke tijd
Alle tijd die je overhoudt naast werk, studie, zorgtaken en persoonlijke tijd is vrije tijd.
Het is dus niets anders dan tijd die overblijft
Bij subjectieve benadering gaat het niet zozeer om de ‘gemiddelde Nederlander’, maar
om de individuele consument met zijn eigen behoeften en motieven en om de
wisselwerking tussen vraag (consument) en aanbod (vrijetijdsindustrie).
Volgens de subjectieve benadering kun je alleen van vrije tijd spreken wanneer de
persoon zelf het op dat moment als vrije tijd ervaart.
Bruto vrije tijd = alle (vrije) tijd - tijd die je besteedt aan arbeid
Netto vrije tijd = bruto vrije tijd - externe en noodzakelijke verplichtingen
Definitie vrije tijd = alle tijd die overblijft na aftrek van externe en noodzakelijke
verplichtingen.
De wetenschappers Purrington en Hickerson stellen dat de gedragsbenadering van
leisure de meest relevante is en komen daarom tot de volgende definitie: ‘Leisure is al
het gedrag van mensen dat zich onderscheidt van het gedrag dat in de betreffende
cultuur bedoeld is om te overleven of gericht is op andere praktische noodzakelijkheden
in het leven. Oftewel: al het gedrag dat we vertonen dat niet bedoeld is om te overleven
(denk aan eten, slapen, geld verdienen) of omdat we niet anders kunnen (denk aan het
opvoeden van kinderen of jezelf verplaatsen van A naar B), is leisure.
Spill-over theorie: doen mensen in hun vrije tijd activiteiten met dezelfde karakter als
de activiteiten die ze op het werk doen
De oude Grieken zagen leisure als: educatie en ontwikkeling voor het lichaam en de
geest
Neulinger stelt dat de ervaren keuze vrijheid de belangrijkste voorwaarde is voor het
optreden van de vrijetijdsbeleving; het individu moet het gevoel hebben zelf zijn gedrag
te kunnen bepalen. De persoon doet wat hij zelf en bewust wil. We spreken dan van
‘leisure’. Ervaart het individu daarentegen op de een of andere manier belemmeringen,
dan is er per definitie sprake van ‘nonleisure’. Hij voelt zich min of meer verplicht om een
handeling te verrichten. De gedachte gebonden te zijn door verplichtingen heeft tot
gevolg dat de positieve gemoedstoestand van vrijetijdsbeleving achterwege blijft.
Men maakt daarbij het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Een
activiteit is intrinsiek gemotiveerd indien de voldoening voortkomt uit de handeling zelf
en niet uit de consequenties van deze activiteit. Denk bijvoorbeeld aan iemand die louter
voor zijn plezier een partijtje gaat tennissen, waarbij hij het onbelangrijk vindt om te
winnen. Hij wil gewoon lekker bezig zijn.
Een activiteit is extrinsiek gemotiveerd wanneer het resultaat van de activiteit de
belangrijkste drijfveer tot deelname is. Het gaat dan niet meer om het spel, maar om de
knikkers. Een mooie illustratie van zuiver intrinsiek gemotiveerd gedrag is kinderspel:
jonge kinderen spelen alleen om het spel. Het is voor hen vanzelfsprekend om te
genieten van de activiteit zelf.
De term ‘leisure’ verwijst naar het feit dat de activiteit vrijwillig gekozen is: de term ‘job’
leeft betrekking op het feit dat het gedrag voornamelijk gericht is op een zekere beloning
die voortvloeit uit de handeling, zoals geld, macht, statussen.
,Definitie: Traditionele samenleving
Onder de traditionele samenleving verstaan we in dit verband het agrarische
samenlevingstype zoals dat vóór de industriële revolutie dominant was. Men maakt geen
gebruik van machines maar van lichamelijke kracht van mens of dier. Inheemse volkeren
vallen ook onder deze definitie. Men heeft in deze samenleving maar in beperkte mate de
beschikbaarheid over technische hulpmiddelen.
Definitie: Moderne samenleving
De moderne samenleving is de industriële samenleving, waarin niet langer landbouw,
maar industrie de dominante economische sector is en de productie bedrijfsmatig
plaatsvindt. Deze periode wordt gekenmerkt door razendsnelle veranderingen.
In de moderne samenleving werd status bepaald door economisch succes, inkomen en
consumptiepatroon. Dit heet ook wel: Identiteitsverlenende consumptie
Internationalisatie arbeidsethos
In de beginperiode van de industriële samenleving was er nog sprake van een
gedwongen arbeidsethos. Men moest lange dagen maken om het hoofd boven water te
houden. Toen de arbeiders eenmaal hun deel in de welvaart kregen, versterkte hun
,motivatie. Ze gingen harder werken en hadden hun eigen arbeidsethos gemaakt. Het was
niet langer opgelegd, maar men had het geïnternaliseerd. Nu wilde men graag hard
werken, veel verdienen en carrière maken. De vrije tijd werd waardevol als
consumptietijd. Deze vrijetijdsconsumptie was in hoge mate identiteit verlenend. We
kunnen dus concluderen, dat de moderne samenleving een hoog arbeidsethos, een hoog
vrijetijdsethos en een hoog consumptie-ethos heeft
Definitie: Taylorisme
Taylorisme is de wetenschappelijke benadering van het productieproces, waarbij dit
proces in een groot aantal standaard handelingen wordt opgedeeld. Iedere arbeider is
gespecialiseerd in één standaard handeling, die hij binnen de tijd die ervoor staat, moet
verrichten.
Definitie: Post moderne samenleving
De post moderne samenleving is het huidige, post industriële samenlevingstype in de
westerse wereld, waarin de dienstverlenende sector dominant is in de economie. Hier
zien we een vergaande differentiatie van het consumptiepatroon en het productaanbod.
We beginnen met een korte voorgeschiedenis, waarin wede periode van het
handelskapitalisme (circa 1600-1850) bespreken. De periode die de industriële
samenleving bestrijkt (circa 1850-1970) delen we in tweeën: in de eerste periode gaat
het om de beginfase van het industriële kapitalisme, ook wel de industriële revolutie
genoemd (circa 1850-1920), daarna komt de ‘rijpheidsfase’ van de industriële
samenleving aanbod (circa 1920-1970). Het economisch systeem veranderd ingrijpend.
Een aantal belangrijke technische ontwikkelingen staat aan de wieg van deze in-
dustrialisatie. De uitvinding van de stoommachine maakt de productie in een klap
onafhankelijk van de beperkte energie die trekdieren, mensen, wind en water konden
leveren. Doordat kolen, en later olie, in overvloed beschikbaar kwamen, kon men in
principe op iedere plaats gaan produceren. Machines hebben een groter vermogen.
Uitbreiding vervoerssysteem (spoorwegen, scheepvaart), waardoor men grondstoffen en
afvoer gesmeerd konden verlopen. De weg lag open voor fabrieksmatige oftewel
industriële massaproductie. Nog nooit eerder veranderde de samenleving zo snel in een
korte tijd.
Stebbins - Serious Leisure Perspective
, Vervulling en beloningen zijn kenmerken die verbonden zijn aan: Serious leisure
Serious leisure is volgens Stebbins te omschrijven aan de hand van de
zogenaamde zes distinguishing qualities (onderscheidende kwaliteiten). Welke
van de onderstaande antwoordmogelijkheden behoort NIET tot de zogenaamde
zes distinguishing qualities? Het laten zien van opgedane kennis en vaardigheden
Er zijn verschillende belemmeringen om niet te kunnen deelnemen aan leisure
activiteiten. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat iemand te weinig of niet de juiste
informatie heeft om deel te nemen. Dit noemen we een: communicatie constraint
(communicatieve beperking)
Zes Distinguishing qualities zijn:
1. het overwinnen van moeilijke situaties (vasthoudendheid)
2. mogelijkheid tot carrière door eigen prestaties
3. persoonlijke inspanning waarvoor competenties benodigd zijn
4. verkrijgen van voordelen en resultaten
5. er is een uniek ethos aanwezig
6. mensen identificeren zich met de activiteit.
Soorten leisure belemmeringen:
1. Antecedent constraints
Psychologische toestanden van induviduen en kenmerken die stress veroorzaken.
Het komt uit ons zelf, niet genoeg kennis van iets kunnen hebben
2. Intervening constraints
Verschil tussen de voorkeur, je kunt iets willen of het echt gaan doen, verschil
tussen voorkeur en deelname, verwijst naast interactie tussen mensen, iemand die
niet dezelfde interesses heeft.
Volgens Edginton hebben beperkingen invloed op je vrijetijdsgedrag: het zijn factoren die
mensen ervan weerhouden om aan bepaalde activiteiten deel te kunnen en willen
nemen, die vaak door henzelf, cultuur, samenleving of omgeving opgelegd zijn. Ze
beschrijven de volgende beperkingen: