Annotatie met betrekking tot de uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. ' Voorlopige hechtenis verenigbaar met het recht om berechting in vrijheid af te wachten?;
Voorlopige hechtenis verenigbaar met het recht om berechting
in vrijheid af te wachten?
Naam student: Catlin Edelenbos
Studentnummer: 852116158
Cursusnaam: Strafrecht en mensenrechten
Cursuscode: RM0003202133M
Naam begeleider: prof. mr. Wilma Dreissen
Aantal woorden: 2441 (maximaal 2500 woorden exclusief titelblad en voetnoten)
E-mailadres: catlinedelenbos@outlook.com
Adres: Jan Tooropstraat 889, 1061 AE Amsterdam
Telefoonnummer: 0653197640
Datum van inleveren: 11 juli 2021
, §1 Inleiding
Op 18 maart 2021 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een hoger beroep procedure
behandeld. 1 Het hoger beroep is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank, bij
welke beschikking de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen en waarbij in de
raadkamer bij de rechtbank namens de verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis op
te heffen subsidiair te schorsen. Beide verzoeken zijn door de rechtbank afgewezen en de
vordering gevangenhouding is toegewezen. 2
Artikel 5 EVRM waarborgt het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid en omvat daarmee
een van de belangrijkste grondrechten. Het EHRM bepaalde dat dit recht van hoogste belang
is in een democratische samenleving zoals bedoeld in het EVRM. 3 Het uitgangspunt van het
EHRM is dat een verdachte, die nog niet door een daartoe bevoegde rechter is veroordeeld,
het recht heeft om zijn berechting in vrijheid af te wachten. 4 Van dit principe kan worden
afgeweken als er sprake is van dringende redenen. Artikel 5 lid 1 EVRM somt op in welke
gevallen en onder welke voorwaarden een uitzondering op dit recht mag worden gemaakt. In
samenhang met de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 maart 2021, zal ik
mij richten op de detentiegrond zoals benoemd onder artikel 5 lid 1 onder c EVRM, de
voorlopige hechtenis en staat de volgende probleemstelling centraal: ‘Ligt het arrest van 18
maart 2021 gewezen door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in lijn met de jurisprudentie van
het EHRM, om te kunnen spreken van een geoorloofde beperking op het recht om berechting
in vrijheid af te wachten zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder c EVRM?’.
De volgende paragraaf bevat een uitwerking van het recht op vrijheid zoals bedoeld in artikel
5 EVRM alsmede de daarbij behorende algemene beginselen en waarborgen die het EHRM
heeft ontwikkeld. In paragraaf 3 zijn de belangrijkste feiten en overwegingen uit het arrest van
het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 maart 2021 besproken. Vervolgens zal ik in
paragraaf 4 deze overwegingen toetsen aan het door het EHRM ontwikkelde juridisch kader
inzake artikel 5 EVRM en is ten slotte in de conclusie antwoord gegeven op de
probleemstelling.
§2 Het recht op vrijheid
Artikel 5 EVRM omvat het recht op vrijheid en vereist dat elke beperking op dit recht in het
kader van vrijheidsbeneming in overeenstemming moet zijn met haar doel, namelijk de
bescherming van het individu tegen willekeur.5 Om het recht op vrijheid, zoals gewaarborgd
in artikel 5 EVRM, gerechtvaardigd te beperken moet er worden voldaan aan de gronden en
waarborgen benoemd in het artikel. Het EHRM heeft daarbij algemene beginselen en normen
ontwikkeld die de besluitvorming in afwachting van het proces moeten beheersen en de
rechten van de verdediging moeten versterken indien zij juist worden toegepast.6
Artikel 5 lid 1 EVRM bevat een limitatieve lijst van geoorloofde gronden voor
vrijheidsbeneming.7 Artikel 5 lid 1 onder c EVRM bevat de meest voorkomende
detentiegrond, namelijk vrijheidsbeneming voorafgaand aan de veroordeling: de voorlopige
1
Hof ’s-Hertogenbosch 18 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:910.
2
Hof ’s-Hertogenbosch 18 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:910.
3
EHRM 29 maart 2010, ECLI:CE:ECHR:2010:0329JUD000339403 (Medcedyev e.a. t. Frankrijk), par. 76.
4
College voor de Rechten van de Mens Tekst en uitleg. Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis, Den Haag:
Ontwerpwerk 2017, p. 19.
5
EHRM 24 november 1994, ECLI:CE:ECHR:1994:1124JUD001762191 (Kemmache t. Frankrijk), par. 42; EHRM 13 september
2002, ECLI:CE:ECHR:2002:0613JUD003836197 (Anguelova t. Bulgarije), par. 54.
6
J. Crijns, B.L.G. Leeuw & H.T. Wermink, Pre-trial detention in the Netherlands: legal principles versus practical reality, Den
Haag: Eleven Internation Publishing 2016, p. 7.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Catlin. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.