100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Biomedische kennisbasis 4 (zenuwstelsel) €8,00   In winkelwagen

College aantekeningen

Biomedische kennisbasis 4 (zenuwstelsel)

3 beoordelingen
 69 keer bekeken  5 aankopen

Dit is mijn samenvatting van alle weblectures van periode 4 het zenuwstelsel en de hersenen. Er kunnen spelfouten in staan, doordat ik soms te snel heb getyped.

Voorbeeld 4 van de 53  pagina's

  • 28 mei 2022
  • 53
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Laura beukers
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (170)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: frederiquebroekhof • 3 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: svdbreggen05 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marl.1 • 1 jaar geleden

avatar-seller
kimbaars20
Biomedisch kennisbasis 4
centraal zenuwstelsel (CZS):
het centrale zenuwstelsel ligt in het midden. Dit behelst de
hersenen en het ruggenmerg.

Het perifeer zenuwstelsel (PZS):
Het perifeer zenuwstelsel ligt verder van het lichaam af. Het
PZS vormt een verbinding tussen het CZS en de organen en
spieren waarmee ze verbonden staan. De onderdelen van het
PZS zijn:
➢ Perifere zenuwen dit kun je onderverdelen in 2 type
zenuwen:
➢ Hersenzenuwen: deze ontspringen vanuit de
hersenen. Dit zijn er in totaal 12.
➢ Ruggenmergzenuwen: deze ontspringen vanuit het
ruggenmerg.
➢ Sensorische receptoren (functionele eenheden die
zintuigelijke informatie ontvangen).
De werking van het zenuwstelsel kan je in 3 onderdelen verdelen:
➢ Er is input nodig: sensorische input, dit is vanuit de zintuigen.
Dit kan van buiten af en vanuit ons liggen. Sensorische input
word door perifere zenuwen doorgegeven aan het centrale
zenuwstelsel. Via het ruggenmerg komen de signalen in de
hersenen, waar de input verwerkt word. Vanuit de verwerking
komt er een reactie en dit is een motorische reactie (bijv. de
spieren van de blaas ontspannen om te plassen). De
motorische uitput gaat vanuit de hersenen via het ruggenmerg
door naar de perifere zenuwen die komt uit bij de juiste
spieren of organen en zo krijgen we een motorische reactie op
de sensorische input.
Functionele indeling zenuwstelsel




• Het motorische zenuwstelsel:

, ➢ Willekeurige deel (somatische deel): wij kunnen bewust de skeletspieren gaan
aansturen.
➢ Onwillekeurig deel Autonome zenuwstelsel: dit sturen wij niet bewust aan. Dit is dus
gericht op de organen en de klieren. Het autonome zenuwstelsel kunnen wij splitsen
in sympathisch en parasympatisch.
❖ Sympathisch autonome zenuwstelsel: dit is de motor, die word aangezet bij de
fight ,fright ,flight (bijv. bij zenuwen ,of sporten). Het sympathische zenuwstelsel
zorgt er dan voor dat de hartslag, bloeddruk en ademhaling omhoog gaat. Het
bloed gaan dan waar we het op dat moment het meest nodig hebben.
❖ Parasympatische autonome zenuwstelsel: dit is de rem, dit is het systeem dat er
voor zorgt dat de bloeddruk laag blijft. De bloedverdeling gaat op dit moment
naar de spijsverteringsorganen zodat het voedsel kan worden verteerd, en nieuw
energie word opgeslagen voordat het sympathisch systeem weer aan gaat.
• Het Sensorisch zenuwstelsel:
➢ Somatosensorisch deel: dit deel gaat over het externe milieu (alles buiten ons
lichaam om kunnen wij opvatten als prikkels)
➢ Viscerosensorisch deel: dit deel gaat over het interne milieu (de prikkels die wij
vanuit ons lichaam ontvangen).
Neuronen
De neuronen zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel
zelf. Wij kennen dit ook al als de zenuwcellen. De neuronen hebben
een aantal belangrijke eigenschappen:
• Exciteerbaar: ze kunnen reageren op stimuli middels
veranderingen in de elektrische potentiaal.
• Geleiden: het doorladen van een elektrische lading.
• Afgifte van stoffen: de stoffen die ze afgeven zijn belangrijk
bij de signaal overdracht tussen neuronen in. De stoffen zijn
boodschappenstoffen (neurotransmitters).
Type neuronen:
• Sensorische neuronen: signalen van sensorische receptoren overbrengen aan het
CZS (afferent) dit is aanvoerend.
• Motorische neuronen: brengen impulsen vanuit het CZS over naar doelorganen
(efferent).
• Interneuronen: deze zitten in het CZS zelf. Ze verwerken die sensorische informatie
en sturen die motorische reacties aan.
Neuron anatomie
Een neuron bestaat uit:
• Dendrieten: dit zijn vele kleine vertakkingen vanuit het
cellichaam. Deze ontvangen signalen van naburige
neuronen en geven die door aan het cellichaam.
• Cellichaam: het cellichaam zelf bevat een celkern en het
cytoplasma met de organellen van de cel, die zitten in het
cellichaam. Het cellichaam ontvangt al de signalen van de
dendrieten en geeft die signalen door aan het axon.
• Axon: dit is een lange uitloper, die uiteindelijk allerlei
vertakkingen kan hebben en overgaan in de synapsen.
Sommige axonen hebben een bescherming laag dit is een

, wit- kleurige eiwit tot vet achtige stof (myeline schede). De myeline vormt een
isolatie laag, dit beschermt het elektrische signaal. Het zorgt ervoor dat de signaal
overdracht sneller kan verlopen. Myeline zijn een soort kralen met insnoeringen,
daartussen is ruimte waar het axon vrij open ligt met de omgeving de insnoeringen
noemen we de insluitingen van ranviee.
• Synapsen: deze bevatten blaasjes met de neurotransmitters, die worden afgegeven
aan de omgeving en weer opgevangen bij de naburige cellen, waar een volgend
signaal kan starten.
Signaaloverdracht- actiepotentiaal
Het actiepotentiaal vind met name plaats in het axon
waar ook de myeline zit.
• Het elektrische signaaloverdracht vind plaats
op basis van verplaatsing van geladen
deeltjes. De geladen deeltjes verplaatsen zich
over het celmembraan heen. Er is dus
verschil in elektrische lading buiten de cel, en
binnen de cel. Daar tussenin ligt het
celmembraan en daar zitten ion kanalen in
(kanalen die ionen, geladen deeltjes kunnen
laten verplaatsen van de een naar de andere
kant) deze bepalen de elektrische signaal
overdracht. De belangrijkste geladen deeltjes
bij het actiepotentiaal zijn: natrium, kalium
en calcium. Het is een alles of niet fenomeen (of een actiepotentiaal vind volledig
plaats of hij vind helemaal niet plaats. De elektrische impuls vind plaats in bepaalde
stappen:
➢ Rusttoestand neuron: in de rust toestand is er sprake van een rust potentiaal dit is
een bepaalde lading die op dat moment aanwezig is. Er vind hier geen duidelijke
verplaatsing van geladen deeltjes plaats. Een rust membraan potentiaal ligt op -70
minivolt. Dat betekent dat in rust de binnenkant van de cel negatiever geladen is dan
de buitenkant van de cel. Oftewel binnen zijn er minder positief geladen ionen dan
aan de buitenzijde van de cel, er is dus een concentratie verschil van geladen
deeltjes. In rust toestand zien we met name meer kalium ionen in de cel zitten. Er
zitten meer natrium ionen buiten de cel. Van de rusttoestand gaan we naar een
depolarisatie,
➢ Depolarisatie: op dat moment gaan er voltagestuurde natriumkanalen open die in
het celmembraan aanwezig zijn. De voltagestuurde natriumkanalen gaan open als de
rust membraan potentiaal van -70 naar -55 minivolt stijgt. Dit komt omdat er
daarvoor al een signaal gegeven is en daardoor is er al iets hogere potentiaal en als
reactie daar op gaan de natrium kanalen dan open. Als die open gaan wilt natrium
juist naar de plek toe waar juist weinig natrium is. Hij gaan ban buiten naar binnen de
cel. Dit zorgt er voor dat de membraanpotentiaal nog positiever word, want natrium
is positief geladen. In plaats van -70 stijgen we wan -50 naar +30/50 minivolt. Op een
gegeven moment sluiten de natrium kanalen weer en worden juist een tijdje
gedeactiveerd. Natrium kan dan niet meer langs die kanalen, dit word expres gedaan
om te voorkomen dat een signaal ook weer een andere kant op kan gaan terwijl die

, juist van de ene zijde naar de andere zijde moet stromen. Dan bereiken we het punt
dat het membraan potentiaal weer gaat zakken dit heet repolarisatie fasen.
➢ Repolarisatiefase: in dit geval gaan er voltagestuurde kalium kanalen open, die gaan
eigenlijk open als reactie op het hoge positieve membraan potentiaal dat zorgt er
voor dat kalium meer naar buiten wil bewegen, want we hebben meer kalium in de
cel dan buiten de cel. Als kalium de cel uit stroomt dan zien we omdat het positief
geladen is dat het membraan potentiaal weer wat gaat dalen. Omdat kalium kanalen
vrij langzaam reageren sluiten ze ook vrij langzaam weer. Dat zorgt er voor dat er
zoveel kalium uitstroomt dat het rustmembraan potentiaal niet bij -70 blijft maar
verder zakt naar -90 minivolt. Deze fasen noemen we de hyperpolarisatie het
membraan potentiaal komt dan onder ze rust potentiaal van -70 minivolt naar -90
minivolt. Uiteindelijk herstelt dat rust membraan potentiaal weer tot -70 minivolt en
dat komt omdat er passieve ion kanalen aanwezig zijn die een beetje open staan. Dat
betekent dat we weer terug zijn bij een rust membraan potentiaal -70 minivolt er is
een passief kanaal wat natrium en kalium weer op de juiste plekken zet zoals de
begin situatie is. Dan is dat deel van de axon weer klaar voor een nieuwe impuls.
Na zo actie potentiaal (depolarisatie en repolarisatie) plaats vind. Zorgt het axon er voor dat
die tijdelijk geen actiepotentiaal kan ontvangen en doorsturen. Die fasen noemen we ook
wel de refractaire periode. Die periode kent 2 onderdelen: een absolute en een relatieve
periode
➢ Absolute refractaire periode: volgt dat de natrium kanalen gedeactiveerd worden. In
deze fasen kan er absoluut geen nieuw actiepotentiaal ontstaan in dat segment van
het axon, omdat die natrium kanalen gedeactiveerd zijn. Dat zorgt er vooral voor
dat een actiepotentiaal maar 1 kant op kan blijven gaan en niet terug kan gaan.
➢ Relatieve refractaire periode: die volgt bij het stukje hyperpolaristatie omdat die
kalium kanalen iets te lang open blijven en pas langzaam sluiten, waardoor het
membraan potentiaal naar de min zakt. Alleen een hele sterke stimulus kan er voor
zorgen dat de potentiaal van -90 naar de -55 minivolt gaat. Waardoor de natrium
kanalen weer open gaan staan en er depolarisatie kan plaatsvinden.


Myeline en het actiepotentiaal
Axonen bestaan uit samengesmolten segmenten, als 1
segment aan de ene kant positief geladen word
(depolariseert) vanwege de natrium instroom heeft de
positieve lading effect op de volgende schakel die dan ook
positief geladen word, waardoor de drempel waarden
van die - 55 minivolt word bereikt en de natrium kanalen
open gaan en er depolarisatie plaatsvind. Die stroom kan
in een axon op 2 manieren plaats vinden. We hebben een
normale continue geleiding waarbij positieve binnenkant
door natrium instroom steeds verder doorgegeven word
in het axon totdat het uitkomt bij de synapsen. En we
hebben een saltatoire geleiding (sprongsgewijze
geleiding): dit vind plaats in gemyeliniseerde axonen. Dus we hebben axonen die geen
myeline bevatten (niet gemyeliniseerde axonen) en axonen die wel myeline bevatten
(gemyeliniseerd axon):

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimbaars20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,00. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72964 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,00  5x  verkocht
  • (3)
  Kopen