Samenvatting MBRTECH periode
4
Echo, MRI, Nucleair, RD, RT & tech
Echo
Pancreas = voor productie spijsverteringssappen (amylase
en lipase), uitscheiding in duodenum
->> bij oude mensen echorijker en wanden
slechter te zien
Vena lienalis opzoeken, op lijn van Holm (milt
naar rechternier) volledig afgebeeld, kan soms
achter maag of colon transversum liggen
ERCP = endoscopisch onderzoek via maag naar
duodenum om ductus choledochus en pancreas duidelijk
in beeld te brengen
Artefacten:
- Slagschaduw = sterke verzwakking of reflectie houd geluid tegen, door bot/lucht
- Dorsale geluidsversterking = TGC versterkt echo’s doordat geluid te weinig verzwakt
- Reverberatie = schijnreflecties door sterk reflecterend weefsel
->> Komeetstaarteffect = meervoudige reflectie tussen dicht bij elkaar liggende
structuur, echo’s te dicht op elkaar
- Vuurtoren effect = bij abdomen, door gasbelletjes resonantie (trilling)
- Breking = richting van geluidsgolven verandert, horizontale verplaatsing (zelfde als pen in glas
water dat ‘breekt’)
Pathologie:
- Acute pancreatitis = ontsteking, pt misselijk, pijn rond maag/rug/linkerzij/schouder, stijging
van amylase/lipase
->> gezwollen, echoarme pancreas, evt pseudocystevorming (echo arm, toeval, geen
klachten), oorzaken: te veel alcohol, trauma, stenen in d. chol., na ERCP
- Chronische pancreatitis = vage pijn, darmklachten, gewichtsverlies
->> echorijke pancreas, verkalking (witte stipjes), verschrompeld
- Pancreascarcinoom = vermagering, galwegstuwing (ductus >1cm), verwijding d. panc.,
icterus, vette diarree
- Dilatatie d. panc. = door tumor, steen in d. chol., verwijde d. panc. boven vena lienalis
Icterus = geelzucht, bij verwijde galwegen of steen in ductus
Double duct sign = wanneer tumor d. panc en d. chol dicht drukt
, MRI
Contrastmiddel:
Voor onderscheid tussen beeldelementen. Het zorgt voor een hogere CNR wat invloed heeft op het
lokale magneetveld: verkort de T1-relaxatietijd waardoor er een hoger signaal gegeven word.
Toepassingen: tumoren, abces/ontstekingsprocessen, vernauwingen in beeld brengen
Gadolinium = Gd-64, is paramagnetisch, word circulair gebonden aan moleculen = niet giftig
->> intraveneus 0,1-0,3 mmol/kg, kan allergische reactie, anafylactische shock, misselijkheid,
duizeligheid enz oproepen
Bij lever Primovist/MultiHance, darmen/vaginaal water of echogel
FNH = focale nodulaire hyperplasie, goedaardige levertumor (verdicht weefsel)
Turbofactor = verkort de scantijd, hoe hoger de turbofactor, hoe korter de scantijd
Bij RSE beter contrast, doordat er meerdere echo’s kort achter elkaar gegeven worden, die
de signalen meten uit het weefsel
J-Coupling = door de snelle 180 graden pulsen bij een turbo spin echo, gaat vet zich gedragen als
water, er is te weinig tijd om te relaxeren waardoor het vet nog signaal geeft
MIP = Maximum Intensity Projection, voor duidelijkere visualisatie van voxels met hogere intensiteit
MinIP = Minimum Intensity Projection, voor duidelijkere visualisatie van voxels met lagere intensiteit
Contrastmiddel? Witte bloedvaten of witte nieren = contrast gebruikt
Vetsupressie? Vet altijd wit op T1 en T2, als het zwart of donkerder is, is het met supressie
NG
PET-CT met FDG:
Tumoren hebben hoge FDG-uptake, want energie nodig om te groeien
Gebruik:
- 24u niet meer sporten, 6u nuchter, 1L water 2u voor toediening
- Evt midazolam/oxazepam voor rust in spieren, lage glucose vantevoren prikken en 1u rusten
in donkere kamer
- Bij mediastinum FDG juist onderdrukken zodat hart minder opneemt = tumor te zien
Andere tracers: Ga-dotaraat = neuro- endocrien, Ga-PSMA = prostaat specifiek membraan antigeen
Homogeniteit en kwaliteitscontrole:
UFOV = useful field of view, hele gezichtsveld
CFOV = central field of view, 75% van UFOV
4 manieren kwaliteitscontrole:
- Uint = integrale homogeniteit = maat voor maximale verandering telsnelheid in gezichtsveld
->> intrinsiek = meten zonder collimator met puntbron 99mTc-pertechnetaat tot 5mln cnts
extrinsiek = meten zonder collimator met floodsource 57Co tot 5mln cnts
->> bij afwijkende counts correctie berekenen en vermenigvuldigen met gemiddelde
Differentiële homogeniteit = maximale verandering pixelinhoud op korte afstand