Zeer uitgebreide en volledige samenvatting van het vak Huid en Huidderivaten. Deze samenvatting bevat alle informatie uit de hoorcolleges en de E-module. De tekst wordt toegelicht met afbeeldingen en bevat kleuren en markeringen, zodat het leren fijner en makkelijker is.
Met deze samenvatting he...
HC 1: Huid algemeen
Deel 2: Algemene opbouw van de huid
De daadwerkelijke huid, de cutis, bestaat uit twee delen:
1) Epidermis = Opperhuid
2) Dermis = Lederhuid
Onder de cutis bevindt zich de subcutis. Dit is officieel geen onderdeel meer van de
huid, maar wordt hier wel vaak toe gerekend.
De specifieke opbouw van de huid kan verschillen door bijvoorbeeld te variëren in
de hoeveelheid van elk laag. Daarnaast kunnen uit de lagen bepaalde huidderivaten
ontstaan.
Huid-functies
De functie van de huid verschilt per diersoort. In de loop van de jaren heeft de huid zich aangepast aan de omgeving
(vetlaag bij koud, schudkleur, etc).
1. Directe bescherming: barrière tussen extern en intern
• UV straling
• Mechanisch
• Chemisch
• Thermisch
• Vochtbalans
2. Indirecte bescherming:
• Camouflage
3. Interactie met omgeving:
• Tast
• Druk
• Pijn
• Temperatuur
• ‘uiterlijk’ (voortplanting)
4. Thermoregulatie
5. Secretie:
• Talgklier, melkklier, zweetklier
• (bescherming, voortplanting, communicatie/thermoregulatie)
6. Metabole functies:
• Opslag vet: energie, thermoregulatie
• Aanmaak vitamine D
Embryonale ontwikkeling
Oorsprong van de huid
• Ectoderm → epidermis → huidderivaten
Al vroeg in de in de embryonale ontwikkeling is er een soort van epidermis aanwezig. Dit is dan nog het
ectoderm, dat de oppervlakte van het embryo bedekt. Uit de epidermis ontwikkelen zich ook huidderivaten,
zoals haren, klieren en hoeven.
• Mesoderm → dermatomen → dermis
• Cellen van de craniale neurale lijst → dermis van schedel
De dermis ontwikkelt zich uit de dermatomen, een van de drie onderdelen van de somieten van het paraxiale
mesoderm. De dermis van de schedel is een uitzondering
• Mesoderm → subcutis
1
,Ontwikkeling stap-voor-stap
1) De huid begint vanuit het oppervlakte-ectoderm van een enkel laagje
cellen.
2) De ectodermcellen gaan prolifereren. Er ontstaat een extra dun laagje
cellen, genaamd de periderm. Tevens ontstaat er een
basaalmembraan.
3) Die huid gaat zich steeds verder differentiëren tot een meerlagig
plaveiselepitheel. Hierbij heeft alleen de onderste laag contact met
het basaalmembraan.
4) Wanneer dit proces (in samenspel met de onderliggende weefsels)
goed verloopt ontstaat er na verloop van tijd de basis voor de huid,
een meerlagige epidermislaag.
• De proliferatie en differentiatie gebeurt onder invloed van
groeifactoren
- Basale cellen van epitheellaag: TGF α
Autocrien: stimuleren bovengelegen cellen
- Mesenchymale cellen met/ toekomstige fibroblasten: KGF / FGF7
Paracrien
• Tevens integreren melanocyten (pigment) en Mercelcellen (tast) vanuit de neurale lijst naar de basale
epidermislaag.
• Langerhanscellen migreren vanuit het beenmerg naar de
epitheel.
1. Epidermis - opperhuid
De epidermis bestaat uit meerlagig verhoornd plaveiselepitheel. De mate van
verhoorning (=dood) verschilt per diersoort en per locatie op het lichaam. De
verhoorning biedt (mechanische) bescherming.
In de epidermis kunnen verschillende celtypes worden aangetroffen
a) Keratynocyten: dode of levende epidermiscellen
b) Melanocyten Pigment-producerende cellen
c) Cellen van Langerhans: Afweer & ‘sampling’ door onderbreken
TJ
d) Merkcelcellen: tast / gevoel
Histologie epidermis
• De epidermis is in verhouding tot de dermis en de subcutis erg smal. Op de afbeelding
is het het dunne donkere randje.
• In de epidermis bevinden zich meerdere celrijen. De levende cellen bevinden zich aan
de onderzijde richting de basaalmembraan. De dode, verhoornde cellen bevinden zich
aan het oppervlak en hebben geen kern meer.
• De epidermis is geplooid / er zijn uitstulpingen van de dermis in de epidermis.; de
dermale papillen Dit zorgt voor een groter contactoppervlak en dus voor een
stevigere aanhechting.
• Dermis vs epidermis:
Dermis zijn rozige cellen met wat ruimte, terwijl epidermis donkere, opeengepakte cellen zijn met nauwelijks/
geen ECM.
2
, Epidermis laag-voor-laag
De epidermis kan worden verdeeld in 5 lagen. De vorm van de
epidermis is sterk verbonden met de functie.
1. Stratum basale:
• Proliferatie
• Dit zijn de stamcellen van de epidermis: vanuit het
stratum basale vindt er proliferatie plaats. De
cellen worden vervolgens omhoog ‘geduwd’.
• In het stratum basale bevindt zich het
basaalmembraan. Dit vormt de scheiding tussen
dermis en epidermis. De cellen van het stratum
basale zijn aan het basaalmembraan aangehecht
middels hemidesmosomen. In de cel zelf zijn de
hemidesmosomen verbonden aan
keratinefilamenten van het cytoskelet → stevigheid
- Wanneer de verbinding met de basaalmembraan wordt verbroken, kan dit leiden tot grote
problemen. Bij de (humane) auto-immuunziekte bulleus pemfigoïd worden de hemisdesmosomen
aangetast en laten de cellen van de stratum basale los van de basaalmembraan. Er ontstaat loze
ruimte tussen de dermis en de epidermis die wordt gevuld met vocht.
❖ In het stratum basale bevinden zich melanocyten. Melanocyten geven hun pigmenten, melanine (in
melanozomen), af aan de keratinocyten. Dit pigment beschermd de huid tegen Uv-straling.
Naarmate de uv-straling toeneemt, neemt ook de melanine-productie toe.
- Melanocyten migreren zelf niet; ze blijven altijd achter in de stratum basale. De
gepigmenteerde keratinocyten migreren vervolgens wel naar boven.
2. Stratum spinosum:
• Differentiatie van de cellen
• Danken hun naam aan hun ‘spines’; de cellen zijn puntvormig. Door krimp
zijn deze ontstaan
• Stevigheid door onderlinge aanhechting via desmosomen. De desmosomen
zijn intracellulair verbonden aan het keratine-cytoskelet (net zoals
hemidesmosomen bij stratum basale) → stevigheid tegen trekkrachten in
epidermis
- Aantasting van de desmosomen door (bv auto-antilichamen (pemfigus), genetisch defect of
beschadiging (te kleine schoenen) : blaren, huidlaesies
• Voedingsstoffen verspreiden zich vanuit dermis door epidermis, via intercellulair.
3. Stratum granulosum:
• Verdere differentiatie
• Cellen produceren keratohyaliene granules en lamellaire granules (lipiden); hierdoor een korrelig uiterlijk
• Platten steeds verder af, raken steeds verder gevuld met keratine
• Lipiden worden buiten de cel gebracht, wat zorgt voor een heel stevige, waterdichte structuur.
• Bovenste lagen: tight junctions tussen de cellen
a) Extra barrière voor stoffen van buitenaf
3
, b) Beperken van vochtverlies uit de huid
o De thight junctions verhinderen ook transport van voedingsstoffen naar bovengelegen cellen.
Dit is nu echter niet erg, omdat het stratum corneum toch al uit dode cellen bestaat. Dt
verklaart wel waarom de thight-junctions zich bovenin bevinden.
❖ Langerhanscellen kunnen wel de thight-junctions doorbreken. Ze kunnen met lange uitlopers tussen
de keratinocyten bewegen en zo het oppervlak bereiken. Aan het oppervlak nemen ze ‘proefmonsters’
van de omgevin. De antigenen presenteren ze aan de rest van het immuunsysteem.
- Langerhanscellen heten daarom ook wel dendritische cellen
4. Stratum lucidum:
• Niet standaard aanwezig, vooral bij zeer dikke huid
• Doorzichtig uiterlijk door tussenstap van de keratineproductie die hier plaatsvindt: aanwezigheid van
eleidine (= transformatieproduct van keratohyaline)
5. Stratum corneum:
• Cellen dood en geheel gevuld met keratine.
• Worden bij elkaar gehouden middels lipiden (cement-baksteen model)
• Schilfert geleidelijk af.
• Duidelijk verband tussen vorm-functie
A. Locatie in lichaam
De locatie van het stratum corneum bepaalt oa. de vorm / dikte
van het corneum.
- In het planum nasale van een koe zul je een dikke
epidermis met een dik stratum corneum tegenkomen. Dit
maakt de epidermis beter bestand tegen mechanische
druk; de neus van de koe zit immers continu aan de grond
en moet tegen een stootje kunnen. De grote dermale
pappileren zorgen voor meer stevigheid.
B. Belasting
De vorm / dikte is adaptief naar gelang de belasting.
- Bij grote mechanische belasting zal de verhoorning/ keratinisatie toenemen. Bv eelt op de
voeten
C. Diersoort-afhankelijk
› Vogels & reptielen: Hoge mate keratinisatie
› Amfibiën: beperkte keratinisatie
› Vissen: geen keratinisatie, wel meerlagig plaveiselepitheel maar onverhoorn
Regulatie epidermis
Omdat de huid zo adaptief is en zijn structuur continue aan het vernieuwen is, moet er een goede regulatie
aanwezig zijn. Hierbij spelen zowel de epidermis als de dermis een rol.
o Regulatie van proliferatie & differentiatie van keratinocyten
o Regulatie-systeem heet: ‘paracriene cross-talk’ = communicatie zowel epidermis als dermis
~ We hoeven de factoren en het hele proces niet te kennen
▪ Voorbeeld van goed functioneren:
- Toegenomen melanineproductie bij UV-straling
▪ Voorbeeld van slecht functioneren → dysregulatie
Door het pappilomavirus ontstaat er toegenomen huidproliferatie
- Paard: equine sarcoïd
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MvdM1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.