Geschiedenis
Het Britse Rijk- Amerikaanse koloniën
1. Het begin van de Europese overzeese expansie
2. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-
Europa tot gevolg had
3. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
4. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen
van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
5. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel,
en de opkomst van het abolitionisme
6. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies
over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Pelgrim fathers: Radicale Protestanten uit Engeland die in 1620 in Noord-Amerika een
kolonie stichtten. In Engeland werden zij vanwege hun geloof tegengewerkt en soms
vervolgd.
Vestigingskoloniën: Gebied overzee waar Europeanen naartoe trokken met als hoofddoel
om er een nieuw leven op te bouwen en waar de economie dus een gevarieerd karakter had.
Plantage-economieën: Economie die is gericht op het verdienen van zoveel mogelijk geld
door op grote landbouwbedrijven slaven exportgewassen te laten verbouwen.
Driehoeks handel: Een door Europeanen opgezette handelsroute tussen drie continenten:
vanuit Europa vervoerden zij textiel, wapens en kostvaarheden naar Afrika; vanuit Afrika
slaven naar Amerika; en vanuit Amerika voedings- en genotmiddelen naar Europa.
Royal African Company: Engelse handelscompagnie die bestond van 1660 tot 1752 en die
specifiek was gericht op de handel met de westkust van Afrika.
Trias politica: Politieke theorie van scheiding der machten, uitvoerende, rechtsprekende en
wetgevende macht en geen macht mag in de handen liggen van dezelfde personen.
Volkssoevereiniteit: het idee dat de hoogste macht in de staat bij het volk ligt
Natuurlijke rechten: de rechten die ieder mens van nature heeft zoals het recht op leven,
bezit en vrijheid.
Federale staat: staat die wordt gevormd door verschillende deelstaten met een eigen
bestuur, maar die samen zijn verbonden onder nationale overheid.
Abolitionisme: beweging die streeft naar de afschaffing van de slavenhandel en slavernij
Aan het einde van de 16e eeuw verkenden de Engelsen Noord-Amerika als mogelijke
locatie om zich te vestigen. Ze wilden een goede uitvalsbasis voor hun strijd tegen
het katholieke Spanje. Ook hadden ze economische motieven, ze hoopte goud en
zilver aan te trekken (KA1). De eerste Engelse nederzettingen waren geen succes in
Noord-Amerika. Pas in de 17e eeuw kwam er een permanente nederzetting aan de
oostkust (KA3). De Engelse handelscompagnieën probeerden mensen naar de
koloniën te lokken om zo hun eigen stuk landbouwgrond veilig te stellen. Er waren
ook religieuze redenen waarom kolonisten naar Noord-Amerika kwamen. Er was
namelijk een groep protestanten die in 1620 een nederzetting hadden geplaatst
omdat ze 10 jaar eerder Engeland waren ontvlucht omdat ze daar voor hun geloof
vervolgd werden. Ze hadden kritiek op de anglicaanse kerk dit was de Engelse
staatskerk die ondanks de reformatie nog te katholiek was (KA2). Deze groep
protestanten wilde in Amerika een nieuwe samenleving worden. Vanwege deze
religieuze redenen worden deze stichters de Pelgrim fathers genoemd. Een
, pelgrimage is een bedevaart naar een heilige plaats. In de 17 e eeuw trokken steeds
meer Engelse naar Noord-Amerika. Ze hielden handelscontacten met oorspronkelijke
bevolking. Maar het leed ook tot grote sterfte van de oorspronkelijke bevolking dat
deze kolonisten kwamen. Dit kwam doordat de Engelse ziektes meenamen waar de
bevolking geen weerstand voor had en er ontstonden conflicten van welk gebied van
wie was. Dit leidde tot oorlogen die de kolonisten meestal wonnen doordat ze
wapens enz. hadden.
Uiteindelijk hadden de Engelse 13 koloniën gesticht in Noord-Amerika. De meest
Noordelijke waren vestigingskoloniën die hadden een economie en waren gericht
op landbouw, handel en nijverheid. Mensen gingen hierheen om een nieuw leven op
te bouwen. De koloniën in het zuiden waren Plantage-economieën (KA5). Hier
werd vooral op grote schaal gewassen verbouwd zoals tabak en katoen voor export.
Ook ten zuiden van Noord-Amerika lagen plantagekoloniën, deze Caraïbische
plantagekoloniën waren winstgevender. Voor dit werk waren veel mensen nodig,
deze slaven werden uit Afrika naar Amerika gebracht. Alle koloniën maakte hier
gebruik van maar vooral de zuidelijke koloniën. De handel in deze slaven vormde de
Driehoeks handel (KA5). De Engelse verdiende hier veel aan. De Royal African
Company die zich richtte op handel met West-Afrika deed dit dan ook al snel.
De Britse koloniën in Noord-Amerika vielen onder het bestuur van de Britse overheid,
hier kwam in de loop van de 18e eeuw meer verzet tegen. Dit kwam doordat veel
kolonisten geen band meer hadden met het moederland, maar ze moesten wel
belasting betalen. Ze werden ook niet verantwoordigd in het Britse parlement. De
Europese kolonisten kwamen in aanraking met de verlichte ideeën (KA4). Drie
hiervan hadden grote invloed zoals de Trias Politica, de volkssoevereiniteit en de
natuurlijke rechten van de mens. Door deze verlichte ideeën kwamen de kolonisten
vanaf 1776 in opstand. Ze werden onafhankelijk van Groot-Brittannië en werden een
federale staat (nu de V.S). Dit werd pas ver na de oorlog door GB erkend (KA6).
In de grondwet van de VS was gelijkheid erg belangrijk. Maar dit was voor een lange
tijd maar voor een kleine groep. Vrouwen en mensen met weinig geld hadden geen
politieke invloed de afro-Amerikanen (meeste als slaaf) daarnaast ook niet. Zowel
verlichte als religieuze denkers uitte vanaf het einde van de 18 e eeuw hun kritiek op
de slavernij. Verlichte denkers vonden slavernij in strijd gaan met de fundamentele
gelijkheid van mensen en christenen vonden dat slavernij strijdig was met de
naastenliefde die christus had gepredikt. Er kwamen abolitionisten (KA5). In 1807
werd de slavernij in het Britse Rijk verboden dit was een enorme economische
neergang voor de Caraïbische plantage eilanden. In 1833 verbood Groot-Brittannië
in grote delen ook de slavernij. In de VS was er ook kritiek maar hier werd het pas 30
jaar later verboden.
India en het Britse Rijk
1. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
2. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel,
en de opkomst van het abolitionisme
3. De industriële wereld die in de westerse wereld de basis legde voor een
industriële samenleving
4. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mirtheteeuwen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.