HC 1Prenatale ontwikkeling en de geboorte
Ontwikkelingspsychologie in 3 delen:
Groei, Verandering, Stabiliteit
Deelgebieden
Fysiek/motorisch Invloed op lichaam en gedrag
Cognitief Piaget, intellectuele vermogens op gedrag
Sociaal (Vygotsky, onderzoeker) en persoonlijkheid Interactie met anderen op gedrag en karakter op
(Erikson onderzoeker) gedrag
Normatieve gebeurtenissen Wat een heel cohort aan mensen tegelijk meemaakt (oorlog)
Niet normatief Wat alleen jij meemaakt
Nature-nurture debat Wat komt uit de genen en wat komt uit de omgeving
Plasticiteit We zijn flexibeler dan we denken, inhalen achterstand
Ontwikkelingspsychologie Kijkt naar continue/discontinue veranderingen, nurture/nature, normatieve
ontwikkelingsstappen, gevoelige/kritieke periode, plasticiteit
De prenatale periode
Wat heeft invloed op de ontwikkeling van een foetus?
Stres, Drugs, alcohol, roken (begin zwangerschap), Voeding
Teratogene effect =Heel slecht voor de baby vanuit de omgeving (voeding, drugs,
alcohol, cafeïne, ziekte bij moeder)
Psychiatrische problematiek =Medicatie stoppen of niet?
tijdens zwangerschap
Hoofdstuk 1
ontwikkelingspsychologie is de wetenschap naar patronen van groei, verandering ect. Bij kinderen tot senioren
In 4 gebieden
Fysieke ontwikkeling Sociaal emotionele ontwikkeling
- Invloed van hersenen en spieren op het - Interacties met anderen en omgaan met
gedrag emoties
Cognitieve ontwikkeling Persoonlijkheidsontwikkeling
- Kijkt naar het leervermogen en andere - Kijkt naar het karakter en eigenschappen
intellectuele vermogens van iemand
Cohort =Groep mensen dat rond dezelfde tijd is geboren in een bepaald
gebied
Verandering in 2 soorten
- Continue verandering =Bijvoorbeeld lengte of cognitie
- Discontinue verandering =In meerdere stappen, in meerdere stadia
Kritieke periode =Specifieke tijd waarin onomkeerbare gevolgen voortkomen door
bepaalde stimuli (veranderingen van prikkels)
Gevoelige periode =Wanneer je makkelijker te beïnvloeden bent
Plasticiteit =Hoe erg een ontwikkeld patroon kan veranderen
Maturatie =Door nature (genen)
Nurture =Omgevingsfactoren
, Ontwikkelingspsychologie MK 2.3 jaar 2
Hoofdstuk 4
Geboorte
Neonaten =Pasgeboren baby´s
3 fasen van de bevalling
- Ontsluitingsfase, weeën beginnen
- De baarmoedermond opent zien volledig en de uitdrijvingsfase begint tot de baby eruit is
- De navelstreng komt eruit (nageboorte)
Hoofdstuk 5
De motorische ontwikkeling
Reflexen =Niet aangeleerde respons op bepaalde stimuli
Sensatie =Er wordt opgevangen door stimulus
Perceptie =Wat maak je van de perceptie
Hoofdstuk 6
Cognitieve ontwikkeling
Adaptie =Neiging om je aan te passen om erbij te passen
Assimilatie =Begrijppen van iets nieuws
Accommodatie =Hoe iemand reageert op nieuwe dingen door manier van denken
Taal
Fonologie =Basisklanken van de taal
Morfenen =Kleine betekenisheden in taal
Semantiele =Zinnen ect.
Prelingulistische communicatie =Communicatie door geluiden, gezichtsuitdrukkingen of gebaren
Hoofdstuk 7
Sociaal gedrag in de babytijd
Differentiële emotietheorie =Theorie waarbij de emotie die je uit hetzelfde zijn als de emotie
die je voelt + het reguleren hiervan
Vreemden angst =Vanaf 6 maanden ontwikkelen baby’s dit, heel bang voor
onbekenden
Scheidingsangst =Angst die optreed wanneer een ouder hem/haar alleen laat
Sociale glimlach =Reactie op het zien van een ander
Non-verbale decodering =Zien of iemand blij of verdrietig is door gezichtsuitdrukking
Zelfbesef =Het besef dat je bestaat, 18-24 maanden
Sociale referencing =Het zoeken nar informatie over andermans gevoelens
Empathie =Een corresponderende reactie op andermans emotie
Relaties aangaan
Hechting =De relatie tussen kind en verzorgen waarbij het kind zich prettig
voelt (7-8 maanden)
Vreemde situatie procedure =Test om de hechting tussen moeder en kind te meten
van Ainsworth
Veilig hechtingspatroon =Blij als moeder er is en van slag als ze de kamer verlaat en blij als
ze terug komt
Angstig-vermijdend hechtingspatroon =Onverschillig naar het verlaten van de moeder
Angstig-ambivalent =Verdrietig als moeder weg gaat en boos/blij als ze terug komt
Gedesorganiseerd-gedesoriënteerd =Stress bij kind wanneer de moeder terug komt
hechtingspatroon
Zelfdeterminatie theorie (ZDT) =Motivatie bestaat door 3 factoren: autonomie, verbondenheid en
competent om hechting aan te geven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ambervrolijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.