Essentie: De Europese Economische Gemeenschap (nu: Europese Unie) vormt een nieuwe
rechtsorde binnen het internationale recht, ten behoeve waarvan de staten, zij het op een beperkt
terrein, hun soevereiniteit beperkt hebben. Hierbinnen zijn niet slechts de lidstaten zelf, maar ook
hun onderdanen gerechtigd.
Rechtsregel: Rechtstreekse werking. Europees recht kan rechten scheppen die individuen
onafhankelijk van hun nationale recht kunnen inroepen voor de nationale rechter. Om deze directe
werking te hebben moeten bepalingen aan een aantal voorwaarden voldoen:
1) de bepaling is duidelijk en onvoorwaardelijk
2) de bepaling schept een negatieve verplichting voor de lidstaat
3) de bepaling bevat geen voorbehouden
4) de aard van de bepaling leent zich voor directe werking
Het moet dus voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk zijn en geen aanvullende maatregelen
vereisen, zij moet dus direct toepasbaar zijn door de nationale rechter.
Costa/ENEL
Essentie: Het EEG-verdrag heeft in tegenstelling tot andere internationale verdragen een eigen,
autonome rechtsorde gecreëerd. Bij inwerkingtreding van het verdrag is deze rechtsorde in de
rechtsorde van de lidstaten opgenomen, de nationale rechters moeten hier rekening mee houden.
Rechtsregel: Voorrang. Het Europees recht vloeit voort uit autonome bron en kan op grond van
zijn bijzondere karakter niet door enige voorschrift van nationaal recht opzij worden gezet. Het
Europees recht heeft dus, onafhankelijk van de nationale rechtsorde, voorrang op strijdige
nationale bepalingen.
Fratelli Costanzo
Rechtsregel: Bestuurlijke autoriteiten (gemeentelijke instanties inbegrepen) zijn verplicht rekening
te houden met het Europese Recht, zelfs als de nationale wetgeving daarmee strijdig is.
Foster
Rechtsregel: In het Foster arrest had het Hof drie kenmerken genoemd die meebrengen dat een
entiteit wordt geacht deel uit te maken van de staat.
1. De lidstaat
2. Overheidsinstanties, zoals gedecentraliseerde instanties; en
3. Lichamen en entiteiten die met de staat gelijk moeten worden gesteld
- hetzij omdat zij publiekrechtelijke rechtspersonen zijn die deel uitmaken van de staat in
ruime zin.
- Hetzij omdat zij onder gezag of toezicht staat van een overheidsinstantie
- Hetzij omdat een dergelijke instantie hun een taak van algemeen belang heeft
toevertrouwd en hun daartoe die bijzondere bevoegdheden heeft verleend.
Faccini Dori
Een Italiaanse mevrouw Faccini Dori had op het treinstation van Milaan
een talencursus aangesmeerd gekregen van iemand op het station. Onder druk had ze
een overeenkomst gesloten, maar wilde er eigenlijk meteen weer vanaf toen ze inzag dat
het een talencursus van niks was. Volgens het bedirjf van de cursus kon ze echter niet
ontbinden. Faccini beroept zich daarna direct op een Europese richtlijn, waarin haar het
recht tot ontbinding wordt gegeven (de colportage richtlijn). De vraag is echter of
horizontale rechtstreekse werking (zoals in casu) wel mogelijk is als het gaat om
richtlijnen. De richtlijn was bovendien nog niet door Italië geïmplementeerd, wat al wel
had gemoeten.
, Het Hof overweegt als volgt:
- Het is vaste rechtspraak dat richtlijn geen verplichtingen aan particulieren opleggen en
als zodanig niet kunnen worden ingeroepen tussen particulieren onderling.
- Lidstaten zijn gehouden om eventuele schade te vergoeding, die veroorzaakt is door het
niet tijdig implementeren van richtlijnen als: (1) de richtlijn ertoe strekt om aan
particulieren rechten toe te kennen, (2) die rechten worden vastgesteld o.b.v. die richtlijn
en (3) dat er een causaal verband aanwezig is tussen schade en niet omzetten van
richtlijn.
- de nationale rechter moet nationaal recht zoveel mogelijk uitleggen in het licht van EU-
recht (conforme interpretatie).
- zolang de richtlijn niet tijdig in nationaal recht is omgezet, kunnen particulieren hier
geen beroep op doen.
Essentie: Wanneer maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht niet tijdig zijn
vastgesteld, kunnen de consumenten niet voor de nationale rechter met een beroep ip de richtlijn
een recht van afstand geldend maken tegenover handelaren met wie zij een overeenkomst
hebben gesloten.
Wanneer het door de richtlijn voorgeschreven resultaat niet via uitlegging van nationaal recht kan
worden bereikt, zijn de lidstaten krachtens het EU-recht gehouden tot vergoeding van de schade
die aan particulieren is veroorzaakt doordat een richtlijn niet in nationaal recht is omgezet, mits
aan drie voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats moet de richtlijn ertoe strekken aan
particulieren rechten toe te kennen. In de tweede plaats moet de inhoud van die rechte kunnen
worden vastgesteld op basis van bepalingen van die richtlijn. En ten slotte moet er een causaal
verband bestaan tussen de schending van de op de staat rustende verplichting en de geleden
schade.
Rechtsregel: Richtlijnen hebben geen horizontale werking, wanneer individuen schade lijden door
niet-implementeren van richtlijnen binnen de daarvoor gesteld termijn kunnen zij schade vorderen
van de staat wanneer aan de drie voorwaarden voldaan is. /Bepalingen uit een niet omgezette
richtlijn kunnen geen verplichtingen opleggen aan particulieren onderling. Niet omgezette
richtlijnen hebben geen horizontale directe werking.
CILFIT
Essentie: Prejudiciële vraag van de Italiaanse rechter, over de verplichting tot het stellen van
prejudiciële vragen aan het HvJ, door een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen
niet vatbaar zijn voor hoger beroep, art. 267, derde alinea VWEU (oud: art. 177 EEG-verdrag).
Rechtsregel:Er zijn drie uitzonderingen op de verplichting van art. 267, derde alinea VWEU:
1) de opgeworpen vraag is niet relevant voor de oplossing van het geschil;
2) er is sprake van een acte éclairé, d.w.z. het HvJ heeft over de vraag reeds beslist;
3) er is sprake van een acte clair, d.w.z. er kan redelijkerwijze geen twijfel bestaan over de vraag.
Op de verplichting die is neergelegd in artikel 267 (prejudiciële procedure) om te verwijzen naar
het Hof van Justitie in een prejudiciële procedure bestaan uitzonderingen:
1. Acte éclairé: Als de regeling al eens duidelijk is gemaakt aan de hand van een prejudiciële
vraag.
2. Acte Clair: Als de regeling niet anders kan worden geïnterpreteerd en dus al duidelijk genoeg
is.
3. Als de vraag niet relevant is voor de zaak
Francovich en Bonifaci/Italië
Essentie: De vraag of een lidstaat aansprakelijk kan zijn voor schending van het
Gemeenschapsrecht, komt in 1991 pas voor het eerst aan de orde in deze belangrijke uitspraak.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bij deze uitspraak bepaald dat particulieren, die
schade lijden door een schending van het Gemeenschapsrecht, dat kan worden toegerekend aan
een lidstaat, een vordering kunnen instellen op grond van het Gemeenschapsrecht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper adanique. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.