OM2
Hoorcollege 1 week 1
Verschillende soorten onderzoek:
Wetenschappelijk, onderzoeksjournalistiek, onderzoek naar maatschappelijke trends,
beleidsonderzoek & marktonderzoek.
Interviewen in de sociale wetenschappen
Belangrijkste vorm van dataverzameling. Kan zowel kwalitatief (interviews) als kwantitatief
(enquêtes). Kwalitatief onderzoek = diepte-interview, doel is om detailleerde diepgaande
antwoorden te krijgen. Interviewer stelt vragen.
Interviews bestaan na uitwerking uit tekstuele data, hierin zie je – weinig structuur –
perspectief van participant – uitweiden door doorvragen – begrip krijgen- terug.
Kenmerken kwalitatief interview:
Flexibel: weinig gestructureerd/gestandaardiseerd. Geen vaste vragen voor ieder
interview
Je wilt weten wat het perspectief is van de participant.
Uitweiden wordt aangemoedigd, op zoek naar uitgebreide antwoorden.
Doel is niet generalisatie, random sample hoeft dus niet. Doel is om de mensen die je
geselecteerd hebt, begrijpen.
Ongestructureerd VS semigestructureerd interview
Ongestructureerd interview: veel minder structuur aangebracht als interviewer. Je hebt een
topiclijst: onderwerpen die aan bod moeten worden. Vragen zijn niet afgebakend, volgorde
is onbelangrijk, interview is meer een gesprek (dialoog).
Semigestructureerd interview: vragen zijn iets meer gestuurd, door interview guide: lijst van
vragen die je wilt stellen. > meest gebruikt
(Gestructureerd interview: enquête, kwantitatief onderzoek.)
Interview guide
Is een lijst van onderwerpen/open vragen die aan bod moeten komen in het interview:
- a.d.v. onderzoeksvraag en theoretisch kader
- logische, maar flexibele volgorde, begin met simpelere vragen bijvoorbeeld
- vragen waarmee je de diepte in kunt
Stappenplan staat in het boek. Je stelt je guide steeds bij, het staat nooit in 1 x goed op
papier.
Soms heb je ook feitelijke informatie nodig = facesheet:
Geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, religie, locatie, groep. Kan je snel vragen.
,Verschillende soorten vragen
> om vooraf op te stellen:
- Introducerend: hoe is uw interesse voor … ooit begonnen?
- Indirect: wat vinden de meeste mensen hiervan hoe de organisatie functioneert?
- Structurerend: ik zou nu graag door willen naar het volgende onderwerp.
- Direct: specifieke, gerichte vragen, liever aan het einde van het interview.
> tijdens het interview:
- Interpreterend: dus, als ik u goed begrijp… of klopt het als ik het zo zeg?
- Follow up (uitweiden): wat bedoel je daarmee of hm mm…
- Probing (doorvragen): eerder zei u… hoe zit dat dan?
- Stiltes: zo kan geïnterviewde nadenken en reflecteren, ongemakkelijkheid door
stilte is niet erg, vul het niet op, je hebt geen haast.
Voorbereiding interview
Verdiep je in de wereld van geïnterviewde, gebruik juiste termen die goed aansluiten
op de mensen die je interviewt, vermijd jargon.
Gebruik betrouwbare opname apparatuur.
Regel een goede, stille omgeving voor het interview.
Bereid je voor op vragen voor je onderzoek, zorg voor een duidelijk verhaal.
Opnemen en transcriberen
Nadelen: saai en tijdrovend + privacy: vraag toestemming en wees voorzichtig met data.
Voordelen: tijdens interview kun je je live concentreren op het interview en vragen stellen +
gedetailleerde beschrijvingen door quotes bijvoorbeeld + andere onderzoekers kunnen zien
hoe je tot je resultaten bent gekomen (dependability) + correctie van gebrekkig geheugen en
selectief luisteren + secundaire analyse is mogelijk: je kunt data nogmaals gebruiken.
Als interviewer moet je kritisch, gevoelig zijn.
Tips van een interviewmeester:
- Vraag naar voorbeelden - Vraag door op emotie en benoem het
- Zet je fatsoensnormen opzij - Zwijgen is goud waard
- Meta-communicatie: benoem hoe het gesprek gaat
- Doe als Columbo: je sluit af en kom toch nog terug op het interview, zij hebben ook even na
kunnen denken, komt meestal wat moois uit.
Focus groups
Andere dataverzamelingsmethode.
Wat is het?
Groepsinterview met meerdere deelnemers en een moderator.
Komt voor in sociaal onderzoek, marketing, marktonderzoek, mediastudies.
Geen methode om effectief veel interviews uit te voeren.
Naast dat het gaat om inhoudelijk info gaat het ook om de interactie tussen deelnemers: hoe
wordt een mening collectief gevormd, verwoord of aangepast + deelnemers worden ook
uitgedaagd door elkaar + focus op wat er gezegd wordt, door wie + aandacht voor nuances
in taal + constructivistische ontologie: je gaat ervan uit de werkelijkheid gecreëerd wordt
door de actoren, geen 1 vaststaande werkelijkheid. > Voorbeeld: scriptie instagram en stess
, Twee soorten interacties:
1. Complementair
Mensen geven hun mening en komen steeds dichterbij elkaar met hun mening.
Overeenstemming in zienswijze, deelnemers bouwen voort op voorafgaande
opmerkingen.
2. Argumentatief
Mensen worden bevraagd op mening en moeten deze verdedigen. Deelnemers raken
alleen maar verder van elkaar vandaan. Deelnemers dagen elkaar uit en meningen
worden herzien.
Wanneer interview uitkomsten en focusgroep uitkomsten zijn, is dit goed voor de credibility
door de triangulatie.
Opnames en transcripten bij focusgroep
Idealiter: combinatie van aantekeningen en transcripten, iemand mee die nouleert DIA
KIJKEN!
Hoeveel deelnemers? DIAS KIJKEN
6-8 deelnemers, hangt ook af van onderwerp. Excessief rekruteren: risico van no show
Rol van een moderator:
Liefst zo min mogelijk: niet storend en sturend
Interventie: deelnemers die niet of teveel aan het woord zijn, algemene vragen beperken,
Nadelen van een focusgroep:
Er is weinig controle op de focusgroep verloop.
+ Complexe data (transcriberen en analyseren is complex en tijdrovend)
+ Lastig organiseren (mensen moeten op dezelfde plek en tijd zijn)
+ Groepsdenken en sociaal wenselijke antwoorden
+ Kan leiden tot spanning voor en tussen participanten